Sterk recht

Met dank overgenomen van F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, gepubliceerd op dinsdag 1 juli 2008.

Het heeft mij niet verbaasd dat het Ierse referendum iedereen in Nederland heeft wakker gemaakt die niet alleen een tweede referendum had gewild, maar vooral ook opnieuw een ‘nee’ had willen scoren. Het is logisch als je bedenkt dat alle eurosceptici uit Engeland en van het Europese vasteland hun best hebben gedaan om het Ierse ‘nee’ tot stand te brengen. Een Ierse ‘nee’ is namelijk precies wat men nodig had om te pogen een bevolking te mobiliseren die niet of nauwelijks voor de kwestie warm loopt en die het Nederlandse ‘nee’ inmiddels achter zich heeft gelaten, al dan niet tevreden met de aanpassingen in en rond het Grondwettelijk Verdrag. Aanpassingen die hebben geleid tot het Verdrag van Lissabon.

In de vele reacties op mijn blogjes en ook in een aantal krantencommentaren komen een paar hardnekkige misverstanden (dan wel doelbewuste misleidingen) voor die het waard zijn kort te worden weersproken.

  • 1. 
    Het Ierse ‘nee’ betekent niet dat de rest van Europa meteen alles uit handen moet laten vallen en zich erbij neer moet leggen dat er geen nieuw verdrag komt. Immers, ieder land maakt zelf uit of men het verdrag wil ratificeren. Bovendien rust er een internationaalrechtelijke verplichting op regeringen om verdragen die zij ondertekenen ook ter ratificatie voor te leggen. Vergeet niet dat Nederland ook doorging met het referendum nadat Frankrijk al ‘ nee’ had gezegd.
  • 2. 
    De redenen voor de ‘nee’ stem in Ierland zijn niet door mij verzonnen, noch door mij in scene gezet. De analyse van die redenen is door de Ieren zelf gemaakt en op verzoek van de Europese Commissie onderzocht in een snelle Eurobarometer. Dus dat er veel ‘nee’ stemmers zijn op basis van pure misleidingen door het ‘nee’ kamp is een feit en geen verdraaiing. Hierin verschilt Ierland op geen enkele wijze van Frankrijk en Nederland. Hetgeen overigens onverlet laat dat mensen gevoelig zijn voor dit bedrog, omdat zij aarzelingen hebben over het huidige Europa en dat is een zorg voor ons allen. Dat is de werkelijke uitdaging en niet het weerspreken van leugens.
  • 3. 
    Na het Deense ‘nee’ bij het Verdrag van Maastricht en het Ierse ‘nee’ bij het Verdrag van Nice, is de tijd genomen te analyseren waar de zorgen zaten. Die zorgen zijn vervolgens geadresseerd, waarna er in een tweede referendum alsnog ‘ja’ is gezegd. Dus anders dan een aantal dwaallichten betogen, is het niet zo vreemd dat landen gewoon ieder voor zich blijven bepalen wat men met het Verdrag wil doen, om vervolgens te zien of iedereen er uiteindelijk mee in kan stemmen. Voor de zoveelste keer: een verdrag kan pas van kracht gaan als alle landen het hebben geratificeerd.
  • 4. 
    Het Verdrag van Lissabon afwijzen omdat het ‘te weinig democratie’ brengt of ‘te weinig doet om Europa effectiever te maken’ is de meest absurde drogredenering die men kan bedenken. Immers, afwijzen van het verdrag betekent niets anders dan handhaving van het Verdrag van Nice, dat juist moest worden aangepast om meer democratie, transparantie en slagvaardigheid te brengen. Sommige mensen zijn hier wellicht oprecht in, maar ik hoed mij voor de vele vossen die hier de passie preken: zij hebben indertijd met evenveel hartstocht en met precies dezelfde argumenten de verdragen van Maastricht, Amsterdam en Nice bestreden. Nu pleiten zij juist voor handhaving van Nice. Maar laat u niets wijs maken: zij bestrijden Europa, ook al beweren zij juist vóór Europa op te komen.
  • 5. 
    Wie vindt dat er iets aan Europa’s tekortkomingen moet worden gedaan, komt niet onder verdragswijziging uit. Immers, de Europese samenwerking is gebaseerd op het recht en dat recht ligt vast in Europese verdragen. Mensen als Wansink van de Volkskrant maken zich dus schuldig aan een even schattige als domme drogredenering door te zeggen dat eerst de democratie en slagvaardigheid van Europa moet worden verbeterd, voordat er een nieuw verdrag kan komen. Om wat dan ook te veranderen en verbeteren in de werking van de Europese democratie, zal je het recht moeten aanpassen en dus een nieuw verdrag moeten maken. Sterk recht, in plaats van het recht van de sterkste, dat is de basis van de Europese samenwerking.
  • 6. 
    Ronduit gevaarlijk en antidemocratisch is te doen alsof verdragen goedgekeurd door nationale parlementen niet democratisch tot stand zijn gekomen. Het stelselmatig doen alsof parlementen zich tegen de wil van het volk keren en ‘het volk’ vooral iets wil dat parlementen niet willen, is een recept dat veel te veel ellende heeft gebracht in onze geschiedenis. Het ontgaat mij geheel waarom een referendum superieur zou zijn aan een besluit van een democratisch gekozen volksvertegenwoordiging. In de EU heeft altijd en zal altijd een overweldigende meerderheid van nationale parlementen besluiten over verdragsaanpassingen. Slechts in een kleine minderheid van landen zijn referenda mogelijk. Zijn dat dan de enige democratieën in Europa?

Meer informatie

Discussieer mee over dit weblog op www.NederlandinEuropa.nl