SPREEK MENSEN AAN OP BASIS VAN WAARDEN

Met dank overgenomen van M.R. (Marietje) Schaake i, gepubliceerd op dinsdag 14 juli 2009, 14:41.

(Artikel gepubliceerd in DEMO, blad Jonge Democraten)

Moslims en andere minderheden worden te weinig aangesproken op hun maatschappelijke, professionele of functionele rol, of hun positie als burger. Hierdoor worden kansen om gedeeld terrein onder diverse burgers te vinden niet voldoende benut en kan splijting ontstaan tussen mensen die andere eigenschappen en waarden delen.

april/mei 2009

Nauwelijks geïnstalleerd in het Witte Huis draaide President Obama meteen een aantal van de meest controversiële detentiemaatregelen en verhoortechnieken terug, aangenomen door de Bush administration, in diens ‘war on terror’. Een vergelijkbare ommekeer is nodig in het ‘soft power’ beleid ten aanzien van Moslims in het Westen, in Amerika en in Europa. Een geleidelijke verandering in toon is waarneembaar, ook al onder Bush, in het analyseren van terrorisme en het betrekken van ‘Moslim gemeenschappen’. Analisten, politici en beleidsmakers beginnen tegenwoordig zonder uitzondering de diversiteit onder Moslims te erkennen. Helaas weerspiegelt het beleid deze erkenning van diversiteit nog niet, en wordt op grote schaal gewerkt met ‘valse categorieën’ die disproportioneel zijn gebaseerd op vermeende gedeelde religieuze identiteit. Door herhaaldelijk te appelleren aan een bepaalde identiteit wordt deze slechts versterkt. Het is dringend nodig Moslims en ook etnische minderheden aan te spreken als individu, of op basis van gedeelde waarden. Wanneer met categorieën wordt gewerkt moeten deze relevant en precies omschreven zijn, vanuit demografische, functionele of professionele eigenschappen, afhankelijk van de context.

Onder het mom van het bereiken van ‘gematigde moslims’ worden dezen juist uitgesloten. Velen van hen passen ervoor overheidssubsidie of aandacht te krijgen vanwege hun (vermeende) religie. Door voorbij te gaan aan identificatie met waarden, maar door te werken met artificiële categorieën kon het gebeuren dat organisaties en Moslims met anti-democratische, anti-westerse en anti-integratie agenda’s toegang tot overheidssubsidie en daarmee legitimiteit kregen. Minderheden binnen minderheden worden door vereenvoudiging en verkeerde nadruk gemakkelijk gemarginaliseerd. Geconfronteerd met de resultaten van dit falend beleid worden vaak post-hoc argumenten gegeven terwijl scherp geformuleerd beleid en doelen ontbreken. Westerse overheden, in zowel de VS als in Nederland, blijken huiverig hun visie op de samenleving te benoemen. Wat wel en niet wenselijk is, los van wat wettelijk wel en niet mag.

Scherpe lijnen?

In de strijd tegen terrorisme is ook te lang uitgegaan van een absolute scheidslijn tussen goed en kwaad. Initiële nadruk op Al Qaeda als het ultieme kwaad zorgde ervoor dat andere belangrijke ontwikkelingen onopgemerkt bleven. Een onheuse grens tussen gewelddadig en niet-gewelddadig, Moslim en niet-moslim, goed en slecht, creëerde valse categorieën en de illusie van helder omlijnde problemen met even heldere oplossingen. De realiteit bestaat uit fluïde, complexe dynamieken tussen legaal en illegaal, wenselijk en onwenselijk gedrag. Door terreur, en veiligheidsvraagstukken over te belichten bleven andere, minstens zo belangrijke uitdagingen voor open samenlevingen onopgemerkt. Het gevolg is dat niet-gewelddadige ontwikkelingen, die ook een significante impact op Westerse samenlevingen hebben, te lang onderbelicht bleven. In dit vacuüm groeide radicale netwerken, en groepen die zich vrijwillig afzonderden van de maatschappij. Hoewel deze individuen geen wetten overtreden ontstaan complexe vragen over de rechten van het individu versus de impact op het collectief en komt de gekoesterde sociale cohesie onder druk te staan.

Onder vaak totaal verschillende vlaggen werd onduidelijk beleid uitgerold. Dan weer als onderdeel van ‘sociale cohesie’ programma’s, dan weer onder ‘anti-radicalisering’ beleid, of in het kader van ‘interreligieuze dialogen’. Steeds wordt de valse categorie ‘moslims’ opgeworpen, in een poging een scala aan mensen te bereiken om hen in de samenleving te laten participeren, of om radicaliserende jongeren op andere gedachten te brengen en te leren begrijpen. Een belangrijke vraag waarop nog geen antwoord is gevonden is of het werken met orthodoxe moslims een werkbare buffer vormt tegen radicalisering, of dat dit juist leidt tot het versterken van segregatie en druk legt op de scheiding tussen kerk en staat.

De extreme kanten van het spectrum, extreemrechts en fundamentalistische Moslims, profiteren van grove categorieën omdat zij er belang bij hebben te suggereren dat alle Moslims hetzelfde geloven.

Lokale gebeurtenissen, internationale impact

Lokale ontwikkelingen hebben een impact ver over grenzen heen. Amerika en Europa laveren tussen vertrouwen en wantrouwen. Is het bijvoorbeeld moeilijker voor Europese overheden om de VS te steunen in Irak en Afghanistan terwijl binnenlands de integratie van Moslim minderheden een grote uitdaging vormt? En verandert de transatlantische verhouding in de toekomst, als een diversere volgende generatie een prominentere maatschappelijke en politieke rol vervult?

Aan Amerikaanse zijde is stevig ingezet op ‘Muslim outreach’ als onderdeel van publieksdiplomatie, richting en Midden-Oosten en Azië, maar in toenemende mate ook naar Europa. Er is veel interesse in radicalisering onder Europese Moslims omdat deze zonder visum naar de VS konden reizen. Tegelijkertijd ontwikkelden Europese overheden op verschillende manieren programma’s ter bevordering van sociale cohesie, of om radicalisering en terrorisme te bestrijden. Een paradox tussen preventieve maatregelen in de context van radicalisering, bijvoorbeeld het promoten van integratie en sociale cohesie, en repressieve maatregelen, zoals strafoplegging en antiradicalisering tekent zich af.

Spreek mensen aan als individu of als burger

De aanwezigheid van gesloten gemeenschappen als gevolg van migratie vormt een grote uitdaging voor open samenlevingen en wordt met grote onzekerheid tegemoet getreden. De radicalisering van sommigen, en ook het integratievraagstuk vragen om stevig debat en beleid. Dit beleid mag echter niet de grondwaarden van dezelfde open samenlevingen compromitteren, want daarvan beschuldigen we tenslotte radicalen en terroristen, en extreem rechts. Oplossingen die veiligheid garanderen moeten de vrijheden die we koesteren in zich behelzen. Dit kan alleen door heldere beleidsdoelen te schetsen, mensen aan te spreken als individu, en door de nadruk te leggen op ideeën en waarden die zij delen.

In Europa is ruimte voor een brede burgerrechtenbeweging zoals die in de Verenigde Staten bestaat. Door Moslims en andere minderheden als burger aan te spreken, ligt de nadruk op gedeelde rechten en plichten. Vervolgens moeten we durven samen een toekomst visie te formuleren en uit te spreken. Zo kan een gelijkwaardig debat ontstaan over de toekomst van pluralistische samenlevingen aan beide kanten van de oceaan.

Marietje Schaake is kandidaat voor het Europees Parlement (plaats 3), zij heeft een advies bureau op het gebied van transatlantische betrekkingen en diversiteit. Later dit jaar verschijnt haar boek over de relatie tussen transatlantische betrekkingen en het debat en beleid over Moslims in het Westen