Nieuwe Nederlandse paspoortwet terecht onderwerp van discussie

Met dank overgenomen van J.A. (Jeanine) Hennis-Plasschaert i, gepubliceerd op dinsdag 21 juli 2009, 12:59.

in Nieuws

Verordening 2252/2004 stelt de normen vast voor de veiligheidskenmerken van - en biometrische gegevens in de door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten. Doel hiervan is het voorkomen van identiteitsfraude. Een terecht en belangrijk streven. De verordening voorziet echter niet in een rechtsgrondslag voor het opzetten of bijhouden van gegevensbanken voor de opslag van deze gegevens in de lidstaten. Dat is een louter nationale aangelegenheid. En dat geldt ook voor de aanwijzing van de autoriteiten en organisaties die toegang hebben tot de opgeslagen gegevens.

VVD-Europarlementariër Jeanine Hennis-Plasschaert: "Een meerderheid van het Europees Parlement had graag gezien dat we tot Europese afspraken zouden zijn gekomen als het gaat om ander gebruik of andere opslag van de biometrische gegevens. Die strijd hebben we echter verloren van de Raad. Nederland heeft inmiddels besloten om tot een centrale opslag van de biometrische gegevens én een daaraan gekoppelde opsporingsfunctie over te gaan. Een stap die op het eerste gezicht door velen in Nederland als aanvaardbaar wordt beschouwd onder het motto "als je niets te verbergen hebt, dan ..."! Hiermee zijn de Nederlandse autoriteiten echter voorbijgegaan aan scherpe kritiek vanuit binnen- en buitenland en is in feite elke Nederlander op voorhand verdachte. Voldoende aanleiding om naar het oordeel van de Europese Commissie te vragen."

U vindt de schriftelijke vragen, zoals ingediend, hieronder.

Schiftelijke vragen Jeanine Hennis-Plasschaert aan de Europese Commissie

Nieuwe Nederlandse paspoortwet

Als resultaat van langdurig internationaal en Europees overleg (met als resultaat verordening 2252/2004, en later 444/2009) worden vanaf oktober a.s. een gelaatsscan en twee vingerafdrukken in het paspoort opgeslagen. Doel hiervan is het voorkomen van identiteitsfraude.

Nederland heeft inmiddels besloten om tot centrale opslag van de biometrische gegevens én een daaraan gekoppelde opsporingsfunctie over te gaan. Hiermee zijn de Nederlandse autoriteiten voorbijgegaan aan scherpe kritiek vanuit binnen- en buitenland en is in feite elke Nederlander op voorhand verdachte. O.a. function creep, fraude en verkeerd gebruik (dan wel: misbruik) zijn reële risico's. Verder zijn de recente uitspraken van de Nederlandse minister van Justitie voor het Internationaal Comité voor de Mensenrechten van de VN ("de vingerafdruk zou moeten worden vervangen door een iriscode") op z'n zachtst gezegd opvallend te noemen.

  • 1. 
    Is de Commissie door Nederland geconsulteerd over het voornemen om tot een centrale opslag van de biometrische gegevens én een daaraan gekoppelde opsporingsfunctie over te gaan?
  • 2. 
    Hoe beoordeelt de Commissie de nieuwe Nederlandse paspoortwet in het kader van het proportionaliteitsbeginsel? Graag een concreet antwoord.
  • 3. 
    Hoe beoordeelt de Commissie de nieuwe Nederlandse paspoortwet in het kader van de privacy en persoonlijke levenssfeer? Graag een concreet antwoord.
  • 4. 
    Is de Commissie van mening dat de nieuwe Nederlandse paspoortwet in overeenstemming is met artikel 8 EVRM? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  • 5. 
    Is de Commissie van mening dat voor een effectieve bestrijding van identiteitsfraude het uitsluitend opnemen van biometrie in paspoort in feite voldoende is? Zo nee, waarom niet?
  • 6. 
    Is de Commissie van mening dat, áls er al besloten wordt tot opslag in database, een decentrale opslag (met centrale verwijsindex) zou volstaan? Zo nee, waarom niet?
 
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Jeanine Hennis-Plasschaert