Werkdocument van de diensten van de Commissie Gids voor douaneregelingen voor de kustvaart - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 01-07-2002 |
---|---|
Publicatiedatum | 22-01-2013 |
Kenmerk | 10471/02 |
Van | Mr Sylvain BISARRE, Director, Secretariat-General of the European Commission |
Aan | Mr Javier SOLANA, Secretary-General/High Representative |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
RAAD VAN Brussel, 1 juli 2002 (02.07)
DE EUROPESE UNIE (OR. en)
10471/02
MAR 99 UD 51
INGEKOMEN DOCUMENT
van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie
ingekomen: 31 mei 2002
aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger
Betreft: Werkdocument van de diensten van de Commissie
Gids voor douaneregelingen voor de kustvaart
Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2002) 632.
________________________
Bijlage: SEC(2002) 632
NL
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Brussel, 29.5.2002 SEC(2002) 632
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE
Gids voor douaneregelingen voor de kustvaart WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE
Gids voor douaneregelingen voor de kustvaart
SAMENVATTING
Gids voor douaneregelingen voor de kustvaart
Het doel van deze gids is de feitelijke beschrijving voor geïnteresseerden van de op de kustvaart van toepassing zijnde communautaire douanevoorschriften teneinde het gebruik ervan te vereenvoudigen.
Om de op kustvaart van toepassing zijnde douanevoorschriften te begrijpen, is het onderscheid van belang tussen het douanegebied van de Gemeenschap, waar de EG bevoegd is over goederen, en het niet-communautaire douanegebied, waar de EG niet bevoegd is. Het binnenbrengen van goederen in het douanegebied van de Gemeenschap brengt de toepassing van communautaire en nationale wetgeving met zich mee voor goederen. Deze toepassing kan van financiële aard zijn (rechten en belastingheffingen) of onder het handelsbeleid vallen (bijvoorbeeld gemeenschappelijk landbouwbeleid), of van algemeen belang zijn (embargo’s, bescherming van handelsmerken, octrooien, enz.).
Dit douanebeginsel is zowel van toepassing op het vervoer over de weg, per spoor en per vliegtuig als per schip en verschilt niet per vervoerswijze.
De gevolgen van het binnenbrengen van goederen in het douanegebied van de Gemeenschap zijn echter verschillend naar gelang van de douanestatus van goederen: of de goederen worden behandeld als communautaire goederen (hetgeen betekent dat aan alle douaneformaliteiten is voldaan) of niet (zogenaamde niet-communautaire goederen). Dit onderscheid en de voorwaarden en het bewijs om de communautaire status van goederen aan te tonen, worden in deze gids nader uiteengezet.
Bij het vervoer van goederen is het verlies van de communautaire status een belangrijk aspect voor (communautaire) goederen die op een bepaald punt het douanegebied van de Gemeenschap verlaten en het communautaire douanegebied op een ander punt weer binnenkomen.
In het geval van, bijvoorbeeld, vervoer over de weg (waar vrachtauto’s normaal gesproken binnen het communautaire douanegebied blijven) verlaat een vrachtauto dat gebied wanneer hij de grens met een derde land passeert, ook al is de eindbestemming van de vrachtauto een punt binnen het communautaire douanegebied.
Wanneer een schip vanuit een haven in de Gemeenschap vertrekt naar een andere haven, wordt het douanegebied van de Gemeenschap verlaten en daarna weer binnengevaren bij aankomst van het schip in de andere haven, waar het vervolgens dienovereenkomstig wordt behandeld.
In 1998 werd voor de kustvaart een nieuw begrip ingevoerd, de ‘lijndienst’, waarvoor de status van door deze dienst vervoerde communautaire goederen niet hoeft te worden aangetoond. De aard van een lijndienst is vergelijkbaar met een brug binnen de Gemeenschap waarvan vrachtauto’s gebruik maken, zij het dat in dit geval het schip zowel vrachtauto als brug is.
Nadat de douanestatus is besproken, wordt in de gids uitleg gegeven over de basisbeginselen en –voorschriften van de belangrijkste douaneregelingen: de invoerprocedure voor de kustvaart alsmede de procedure ingeval van uitvoer.
In de gids komt bovendien de procedure voor douanevervoer uitgebreid aan de orde die van toepassing is op bepaalde goederen op een ‘lijndienst’, met inbegrip van de twee niveaus van vereenvoudiging waarvan de kustvaart kan profiteren.
Zowel de normale als de vereenvoudigde, door de douaneautoriteiten in de afzonderlijke lidstaten ten uitvoer gelegde procedures worden in deze gids beschreven. Gezamenlijk leveren de vereenvoudigde procedures veel besparing op ten aanzien van tijd, geld en ongemak.
De Commissie hoopt dat de ondernemers gebruik zullen maken van de in het kader van de douanevoorschriften geboden flexibele oplossingen om te voorzien in hun individuele behoeften. Daarnaast juicht de Commissie een inhoudelijke bespreking toe indien deze van nut kan zijn voor de kustvaart.
Inleiding
Kustvaart en douane: praktische aspecten en regelingen
Het doel van deze gids is tweeledig. Ten eerste wordt beoogd, voor degenen die betrokken zijn bij de kustvaart, een beschrijving te geven van de verschillende, door de wet aan de douanediensten van de EU gestelde eisen die van toepassing zijn op de activiteiten van deze diensten. Ten tweede wordt beoogd een basis te bieden voor discussie met kennis van zaken over het onderwerp. De betrokkenen in kwestie geven reeds vele jaren aan dat naar hun idee de kustvaart juist door douaneformaliteiten onoverzichtelijker, tijdrovender en duurder is geworden. De Europese Commissie is echter van mening dat de probleemgebieden tot dusver niet voldoende zijn vastgesteld voor het vinden van geschikte oplossingen.
Deze gids is daarom niet alleen bedoeld om degenen die te maken hebben met de kustvaart te helpen om te voldoen aan de douanebepalingen die op hen van toepassing zijn, maar kan ook als basis dienen voor bespreking van de praktische aspecten ervan. De gids dient in dit licht te worden gelezen en opmerkingen over de verschillende aspecten zijn welkom.
De achtergrond
De havens van de EG geven de grens weer tussen het douanegebied van de EG en het gebied dat hierbuiten valt, en door overschrijding van deze grens doen zich bepaalde situaties voor die aanleiding geven tot optreden door de douane. Dit komt tot uiting in door de douane uitgevoerde controles op schepen die havens van de EG binnenkomen of verlaten. Omdat de douane niet zeker kan weten of een schip dat een haven van de EG binnenkomt tijdens zijn reis niet een haven buiten de EG heeft aangedaan, wordt de kustvaart, die goederen vanuit de Gemeenschap, goederen zonder communautaire status of groepagezendingen kan vervoeren voor invoer, uitvoer of doorvoer, in beginsel aan dezelfde controles onderworpen als de zeevaart.
Er bestaan echter vereenvoudigde (controle)procedures waarbij de kustvaart voordeel kan hebben. Het doel van deze gids is verduidelijking van zowel de normale procedures als de vereenvoudigde procedures, samen met de eisen waaraan dient te worden voldaan teneinde voor deze laatste procedures in aanmerking te komen. Meer in het bijzonder, wanneer een kustvaartdienst eenmaal is toegelaten als lijndienst, kunnen door een dergelijke erkenning de documentatie- en andere voorwaarden die van toepassing zijn op haar schepen worden vereenvoudigd. Er is echter nog steeds het probleem van de verschillende tariefbehandelingen vanwege de verschillende status van goederen en de verschillende regelingen in het kader waarvan deze worden vervoerd. Deze regelingen en de hieruit voortvloeiende scenario's zijn niet altijd even gemakkelijk te begrijpen. De regelingen worden samengevat in het diagram op bladzijde 10 en nader uitgelegd in deze gids teneinde de toepassing ervan duidelijk te maken en ervoor te zorgen dat degenen die betrokken zijn bij de kustvaart de effecten ervan op hun eigen activiteiten kunnen peilen.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze gids is bedoeld ter verduidelijking en dient niet te worden beschouwd als een officiële verklaring van de Europese Commissie ten aanzien van de douanewetgeving en - voorschriften die van toepassing zijn binnen de EG.
INHOUDOPGAVE
De status van goederen 6
Traject A: communautaire goederen die binnen de EG worden vervoerd 14
Traject B: niet-communautaire goederen die worden ingevoerd in de EG en die door de douane dienen te worden ingeklaard en als communautaire goederen in het vrije verkeer verkeer dienen te worden gebracht 15
Traject C: goederen die worden ingevoerd in de EG vanuit een derde land en in een vrije zone worden geplaatst alvorens te worden ingeklaard en in het vrije verkeer te worden gebracht 17
Traject D: goederen die uit de EG worden uitgevoerd 19
Traject E: goederen die in het kader van douanevervoer via het grondgebied van de EG worden vervoerd 22
Functie van douanevervoer 22
Transport Internationaux Routiers (TIR) 23
Communautair douanevervoer 24
Gemeenschappelijk douanevervoer 25
Vereenvoudigde procedures voor communautair douanevervoer 26
Vereenvoudigingen niveau I 32
Vereenvoudigingen niveau II 35
Lijst met definities 38
Bijlagen 43 Wat is de douane-unie?
Na de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) in 1958 was een van de eerste, door de zes oprichtende lidstaten gestelde doelen de totstandbrenging van een tariefunie, waardoor alle douanerechten die van toepassing waren op handel tussen de lidstaten konden worden afgeschaft.
De douane-unie, die in 1968 werd afgerond, heeft twee belangrijke kenmerken, waarvan het effect het volgende was:
(a) afschaffing van alle douanerechten die van toepassing waren op handel tussen de lidstaten en
(b) invoering van een gezamenlijk douanetarief, ofwel één tarief dat in de gehele EEG werd toegepast voor uit derde landen ingevoerde goederen.
Een aantal onderdelen van de douanewetgeving zorgde voor meer harmonisatie in de douaneadministratie, totdat in 1988 het enig administratief document (SAD) werd ingevoerd, dat in de plaats kwam van meer dan 100 formulieren die voorheen in de lidstaten werden gebruikt. Dit document, of de toepasselijke onderdelen ervan, wordt gebruikt voor de douaneregelingen die van toepassing zijn op de kustvaart, hoewel alternatieven op basis van handelsdocumenten door de douane kunnen worden aanvaard.
Douaneautoriteiten van lidstaten
Elke haven in de EG via welke goederen worden vervoerd en verwerkt door de douane heeft een douanekantoor. Dit kan zich bevinden binnen het havengebied of op korte afstand van de haven. De douaneautoriteiten van de lidstaten van de EU hanteren de douanewetgeving van de EU, die vaak door nationale voorschriften ten uitvoer wordt gelegd en aangevuld, en verstrekken informatie over hun douaneregelingen en -eisen. De voorschriften kunnen worden geraadpleegd op de in Bijlage VI genoemde websites.
Alvorens de verschillende soorten voor de kustvaart relevante douaneregelingen worden beschreven, dient eerst het begrip status van goederen te worden uitgelegd.
STATUS VAN GOEDEREN
Wat is de status van goederen en waarom is deze belangrijk?
De douanestatus van goederen 1 speelt een belangrijke rol in douaneaangelegenheden: voor de
uitleg van de verschillende soorten douaneregelingen is het belangrijk de rol van de status van goederen te begrijpen, eventueel met overlegging van een document ten bewijze van het karakter van de status van goederen.
De status van goederen wordt ingedeeld in twee categorieën:
– communautaire goederen en
– niet-communautaire goederen.
6 Communautaire goederen:
• zijn afkomstig uit de Gemeenschap; of
• zijn ingevoerd vanuit een land buiten de EG, maar alle toepasselijke douanerechten en
andere heffingen zijn betaald (‘in het vrije verkeer gebracht’); of,
• zijn vervaardigd in de Gemeenschap uit materialen of onderdelen die zijn ingevoerd vanuit
een niet-communautair land, mits alle douanerechten en andere heffingen zijn betaald die van toepassing zijn op die materialen of onderdelen.
Niet-communautaire goederen:
• alle andere dan communautaire goederen, met inbegrip van communautaire goederen die
hun communautaire status zijn kwijtgeraakt.
NB: Communautaire goederen waarvan de communautaire status indien vereist niet kan worden aangetoond, zullen worden beschouwd als niet-communautaire goederen.
Dient altijd een document te worden overgelegd bij aankomst in een haven ten bewijze van de communautaire status van goederen indien deze zich in het vrije verkeer bevinden?
Ja, tenzij communautaire goederen worden vervoerd tussen havens in het douanegebied van de Gemeenschap op een ‘toegelaten lijndienst’ (zie Bijlage I).
Wanneer kan de communautaire status van goederen worden vastgesteld?
De omstandigheden waaronder de communautaire status van goederen kan worden vastgesteld (in voorkomend geval) doen zich voor wanneer goederen zijn:
(1) ingevoerd uit een andere lidstaat zonder gebruik te maken van het grondgebied van een derde land; of
(2) ingevoerd uit een andere lidstaat via het grondgebied van een derde land en vervoerd onder geleide van één enkel in een lidstaat afgegeven transportbescheid; of
(3) overgescheept in een derde land via een ander vervoermiddel dan het vervoermiddel waarin of waarop de goederen oorspronkelijk waren geladen en onder geleide van een nieuw transportbescheid. Het nieuwe bescheid dient vergezeld te gaan van een kopie van het originele bescheid voor het vervoer van de lidstaat van vertrek naar de lidstaat van bestemming.
Indien het bovenstaande niet van toepassing is, zullen de goederen worden aangemerkt als niet-communautaire goederen.
Hoe kan de communautaire status van goederen worden aangetoond?
De communautaire status van goederen kan worden aangetoond door 2 :
2 Artikelen 5, leden 9 tot 12, Bijlage II, Overeenkomst; artikel 314ter, lid 1, bepalingen ter uitvoering van
het communautair douanewetboek.
• een T2L (exemplaar 4 van het enig administratief document);
• een T2LF (exemplaar 4 van het SAD, voor naar of van belastingvrije gebieden 3 vervoerde
goederen;
• een naar behoren ingevulde factuur of transportbescheid, dat alleen betrekking heeft op de
communautaire goederen, met opgave van code T2L/T2LF, al naar gelang van het geval;
• het manifest van een scheepvaartmaatschappij, ingevuld en geviseerd door het bevoegde
kantoor, met daarop aangegeven “C” voor communautaire goederen, “F” voor goederen naar, van of tussen de belastingvrije gebieden, en “N” voor andere goederen (op een ‘andere’ scheepvaartdienst);
• het manifest van een scheepvaartmaatschappij, wanneer de vereenvoudigde procedures
voor douanevervoer (niveau II) worden toegepast, met daarop aangegeven code “C” voor communautaire goederen;
• een bewijs van een carnet TIR of ATA 4 met daarop aangegeven het teken T2L en
geviseerd door de douane;
• kentekenplaten en registratiebewijzen voor in een lidstaat geregistreerde motorvoertuigen,
indien deze duidelijk de communautaire status ervan aangeven;
• verklaring van de communautaire status voor verpakking, houders, verpakkingen, pallets
en ander soortgelijk materieel, maar uitgezonderd containers die leeg zijn teruggekeerd uit andere lidstaten, tenzij sprake is van twijfel;
• verklaring van de communautaire status voor door passagiers meegevoerde goederen (mits
zij niet voor commerciële doeleinden zijn bestemd); dit is voldoende, behalve in gevallen van twijfel;
• het administratieve geleidedocument (AAD), waarin wordt voorzien door Verordening
(EEG) nr. 2719/92, voor het vervoer van goederen in het vrije verkeer die onderhevig zijn aan accijnzen;
• een T2M-document voor producten van de zeevisserij en de goederen die zijn verkregen
uit dergelijke, door communautaire schepen gevangen producten in andere dan de territoriale wateren van een land of grondgebied buiten het douanegebied van de
Gemeenschap;
• een speciaal op de postpakketten en de daarbij gevoegde bescheiden aangebracht etiket dat
aangeeft van of naar of tussen welke belastingvrije gebieden dergelijke pakketten worden vervoerd; zonder een dergelijk etiket worden dergelijke pakketten verondersteld een communautaire status te hebben (waaronder pakketpost) wanneer ze worden vervoerd van de ene locatie naar de andere binnen het douanegebied van de Gemeenschap;
3 De Kanaaleilanden, de Canarische Eilanden, de Franse overzeese departementen: Guadeloupe,
Martinique, Frans-Guyana en Réunion, de berg Athos, Ålandseilanden.
4 Het carnet ATA is een internationaal douanedocument dat wordt gebruikt voor tijdelijke toelating van
goederen voor specifieke doeleinden, b.v. voor vertoningen, tentoonstellingen en beurzen als beroepsmaterieel en als commerciële monsters.
• een document ten bewijze van de communautaire status van de zich in een vrije zone of in
een vrij depot bevindende goederen;
• een controle-exemplaar T5 (dat wordt gebruikt wanneer de uitvoer uit de Gemeenschap
hetzij is verboden hetzij aan beperkingen, uitvoerrechten of andere heffingen is onderworpen).
Statusdocumenten of -voorschriften kunnen niet worden gebruikt ten aanzien van goederen waarvoor de uitvoerformaliteiten zijn vervuld (behalve voor uitvoer naar een EVA- of Visegrad-land) of die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst.
LET WEL: onder de interne communautaire regeling douanevervoer geplaatste communautaire goederen behouden hun communautaire status.
Het gebruik van het manifest van een scheepvaartmaatschappij om de communautaire status van goederen aan te tonen
Wanneer manifesten van scheepvaartmaatschappijen (zie voor een ‘andere’ scheepvaartdienst A2 op bladzijde 11) worden gebruikt om de communautaire status van goederen aan te tonen, dienen deze manifesten de volgende informatie te bevatten:
• de naam en het volledig adres van de scheepvaartmaatschappij;
• de naam van het schip;
• de plaats en de datum van lading;
• de plaats van lossing;
Voor elke zending:
• een verwijzing naar het cognossement of een ander handelsdocument;
• aantal, beschrijving, merken en referentienummers van de pakketten;
• de gebruikelijke handelsbenaming van de goederen in bewoordingen die zo nauwkeurig
zijn dat hun identificatie mogelijk is;
• de brutomassa in kilogram;
• indien van toepassing, het identificatienummer van de container;
• de volgende vermeldingen voor de status van de goederen, naar gelang van het geval:
– de letter ‘C’ (gelijkstaand met T2L) voor goederen waarvan de communautaire status kan worden aangetoond;
– de letter ‘F’ (gelijkstaand met T2LF) voor goederen waarvan de communautaire status kan worden aangetoond, verzonden naar, van of tussen een deel van het douanegebied van de Gemeenschap waarop de bepalingen van Richtlijn 77/388/EEG i niet van toepassing zijn;
– de letter ‘N’ voor alle andere goederen.
Op verzoek van de scheepvaartmaatschappij zal een ingevuld en ondertekend manifest worden geviseerd door het bevoegde kantoor.
VEREENVOUDIGDE PROCEDURES
Bewijs van communautaire status door een toegelaten afzender
Indien een aanvrager voldoet aan bepaalde voorwaarden, kunnen de douaneautoriteiten een persoon die bekend staat als de “toegelaten afzender” toestaan T2L-documenten en handelsdocumenten te gebruiken als statusdocumenten zonder dat deze voor visering dienen te worden voorgelegd aan het bevoegde kantoor (zie ook bladzijde 23-24 ‘Toegelaten afzender’).
Bewijs van communautaire status en gebruik van een elektronisch scheepvaartmanifest
Aan scheepvaartmaatschappijen met de status van toegelaten afzender kan worden toegestaan het manifest ten bewijze van de communautaire status van goederen pas op te stellen uiterlijk op de dag na het vertrek van het schip en in elk geval vóór aankomst in de haven van bestemming.
-
1.Deze goedkeuring zal slechts worden verleend aan scheepvaartmaatschappijen die aan de volgende voorwaarden voldoen:
• zij maken gebruik van een elektronisch systeem voor het uitwisselen van
gegevens voor het overbrengen van in het manifest verstrekte informatie tussen de haven van vertrek en aankomst; en
• de scheepvaartmaatschappij is gevestigd in een EG-lidstaat of heeft daar een
regionaal kantoor, en
• de maatschappij voert een aanzienlijk aantal reizen uit tussen de EG-lidstaten op
erkende trajecten.
Zie voor de voorwaarden voor toekenning van de status van toegelaten afzender bladzijde 23-24.
-
2.Het manifest dient voorafgaand aan het gebruik te zijn goedgekeurd door de douane en ten minste de volgende informatie te bevatten:
(1) naam en volledig adres van de scheepvaartmaatschappij;
(2) identiteit van het schip;
(3) plaats en datum van lading;
(4) plaats van lossing;
en, voor elke zending:
(1) een verwijzing naar het cognossement of een ander handelsdocument;
(2) aantal, beschrijving, merken en referentienummers van de pakketten; (3) de gebruikelijke handelsbenaming van de goederen in bewoordingen die zo nauwkeurig zijn dat hun identificatie mogelijk is;
(4) brutomassa in kilogram;
(5) in voorkomend geval, de identificatienummers van de container;
• naar gelang van het geval, de volgende vermeldingen voor de status van de goederen:
-
-de letter ‘C’ (gelijkstaand met ‘T2L’) voor goederen waarvan de communautaire status kan worden aangetoond;
-
-de letter ‘F’ (gelijkstaand met ‘T2LF’) voor goederen waarvan de communautaire status kan worden aangetoond, verzonden naar, van of tussen een deel van het douanegebied van de Gemeenschap waarop de bepalingen van Richtlijn 77/388/EEG i niet van toepassing zijn;
-
-de letter ‘N’ voor alle andere goederen.
Op verzoek dient een uitdraai van het manifest te worden overhandigd aan de douaneautoriteiten in de haven van vertrek uiterlijk op de werkdag volgend op het vertrek van het schip en in elk geval vóór aankomst in de haven van bestemming.
-
3.Een uitdraai van het manifest dient aan de douaneautoriteiten in de haven van bestemming te worden overhandigd.
NORMALE PROCEDURES
Er zijn normale douaneprocedures voor de invoer van goederen naar, uitvoer van en douanevervoer via het grondgebied van de EG. Deze procedures zijn van toepassing op de gehele scheepvaart, tenzij een scheepvaartmaatschappij in aanmerking komt voor vereenvoudigde procedures.
Vereenvoudigde procedures voor invoer en uitvoer
De communautaire verordeningen 5 betreffende de vereenvoudigingen voor invoer en
uitvoer laten de tenuitvoerlegging over aan het oordeel van de douaneautoriteiten van de lidstaten. Deze dienen hun goedkeuring te verlenen voor het gebruik van de vereenvoudigingen (zie Bijlage II).
Vereenvoudigde procedures voor douanevervoer
Slechts toegelaten lijndiensten kunnen een aanvraag indienen voor goedkeuring door de douane voor het gebruik van vereenvoudigde procedures voor douanevervoer. De procedures worden in detail beschreven op bladzijde 21-30.
5 Artikel 76, communautair douanewetboek, en artikelen 253 tot 278, bepalingen ter uitvoering van het
communautair douanewetboek.
1.
-Customs procedures in the EC -Douaneprocedures in de EG
-Goods: presented to Customs in port -Goederen: aangebracht bij douane in haven
-Community goods or goods in transit -Communautaire goederen of goederen onderweg
-Community goods
-Communautaire goederen -Non-Community goods
-Niet-communautaire goederen -Goods stored in a free zone
-In een vrije zone opgeslagen goederen -Goods exported from the EC
-Uit de EG uitgevoerde goederen -Goods placed under Customs transit
-Onder douanevervoer geplaatste goederen -Authorized regular shipping line: presumption of Community status and -Toegelaten lijndienst: veronderstelling van presentation to customs of goods in transit communautaire status en aanbrenging van
goederen die onderweg zijn bij douane -‘Non-authorized” (other) shipping service: proof of Community status document required ‘-Niet toegelaten’ (andere) scheepvaartdienst:
document ten bewijze van communautaire status vereist
-Goods Customs cleared and released into
-Door de douane in-/uitgeklaarde en voor het
free circulation, re-exported or placed under vrije verkeer vrijgegeven goederen, opnieuw transit uitgevoerd of onder douanevervoer geplaatst
-Goederen door de douane op een latere
-Goods Customs cleared at a later date and datum in-/uitgeklaard en vrijgegeven voor het vrije verkeer
released into free circulation
-Goods removed from the EC or placed under -Uit de EG verwijderde of onder Customs transit douanevervoer geplaatste goederen
-Via de Gemeenschap naar plaats van in/- -Goods transported across the Community to
place of Customs clearance uitklaring vervoerde goederen
-Goods removed from the EC -Uit de EG verwijderde goederen
-Door de douane in/-uitgeklaarde en voor het -Goods Customs cleared and released into
free circulation vrije verkeer vrijgegeven goederen
Traject A: communautaire goederen die binnen de EG worden vervoerd
Voor douaneregelingen wordt onderscheid gemaakt tussen twee categorieën kustvaartondernemingen binnen de EG:
• A1 - ‘toegelaten lijndienst’. Voor een scheepvaartmaatschappij is een
vergunning nodig van de bevoegde douaneautoriteiten om een ‘toegelaten lijndienst’ te worden. De voorwaarden waaraan de scheepvaartmaatschappij dient te voldoen om te worden toegelaten worden beschreven in Bijlage I. Wanneer deze vergunning eenmaal is verleend, heeft de scheepvaartmaatschappij het voordeel dat aantoning van de communautaire status van de goederen niet is
vereist, tenzij het tegendeel door de douane wordt aangetoond 6 .
• A2 - ‘andere’ scheepvaartdiensten. Indien een aanbieder van diensten niet in
aanmerking komt voor de vergunning ‘lijndienst’, of deze niet wenst te verkrijgen, wordt de dienst gecategoriseerd als ‘andere’. Aantoning van de communautaire status van vervoerde goederen is vereist.
DE PROCEDURE
‘Toegelaten lijndienst’
Een ‘toegelaten lijndienst’ functioneert in de praktijk als een brug waarover goederen worden vervoerd tussen havens binnen de EG. Wanneer goederen door een ‘toegelaten lijndienst’ worden vervoerd, hoeft de communautaire status van die goederen niet te worden aangetoond.
Wanneer de dienst echter tevens goederen vervoert in het kader van T1 (extern douanevervoer) of T2F (intern douanevervoer), dienen deze laatste goederen te worden aangebracht bij het douanekantoor van de bestemming of bij de toegelaten geadresseerde (zie blz. 31), naar gelang van het geval. De lijst met douanekantoren voor douanevervoer kan worden geraadpleegd op ( http://europa.eu.int/comm/taxation_Customs/dds/en/csrdhome.htm ).
‘Andere’ scheepvaartdiensten
Aanbrengen van goederen
Alle ‘andere’ scheepvaartdiensten die communautaire goederen vervoeren zijn verplicht bij aankomst in een haven van de EG de douaneautoriteiten op de vereiste
wijze informatie te verstrekken over de aankomst van de goederen 7 .
Alle in een EG-haven aangekomen goederen dienen te worden gelost op een door de douane goedgekeurde laad- en losplaats en te worden aangebracht bij de douaneautoriteiten. Het aanbrengen van de goederen dient te worden gedaan door:
6 De toegelaten lijndienst kan eveneens niet-communautaire goederen of communautaire goederen
vervoeren naar zogenoemde ‘belastingvrije gebieden’. In deze gevallen dient respectievelijk een aangifte voor douanevervoer T1 of T2F te worden afgegeven en een zekerheid te worden gesteld indien de normale procedure voor douanevervoer van toepassing is.
14
• de persoon die de goederen de EG heeft binnengebracht; of
• de persoon die verantwoordelijk is voor het verdere vervoer van de goederen.
Meer informatie over goedgekeurde laad- en losplaatsen is verkrijgbaar bij de
nationale douaneautoriteiten van de lidstaten 8 .
Summiere aangifte
Goederen dienen te worden aangebracht met een summiere aangifte als hieronder beschreven voor Traject B. Het document ten bewijze van de communautaire status van de goederen kan worden aanvaard als een summiere aangifte.
Kan van aanbrengen worden afgezien?
Nee.
Lossing en opslag van goederen
Goederen mogen slechts na het aanbrengen, na indiening van een summiere aangifte en met toestemming van de douane op door de douane goedgekeurde locaties van een schip worden gelost. Meer informatie over goedgekeurde locaties is verkrijgbaar bij de nationale douaneautoriteiten van de lidstaten. In noodgevallen mogen goederen om veiligheidsredenen zonder toestemming worden gelost. De douane dient echter onmiddellijk te worden geïnformeerd wanneer de goederen eenmaal zijn gelost. De douane kan eventueel ook lossing van de goederen gelasten, zodat deze kunnen worden onderzocht.
Traject B: niet-communautaire goederen die de EG worden binnengebracht, door de douane worden ingeklaard en als communautaire goederen in het vrije verkeer worden gebracht
DE PROCEDURE
Aanbrengen en summiere aangifte
Het aanbrengen dient te geschieden als voor Traject A hierboven. De summiere aangifte dient als volgt te worden gedaan:
Summiere aangifte
Het aanbrengen van goederen dient vergezeld te gaan van een ‘summiere aangifte’ die de informatie bevat waarmee de goederen kunnen worden geïdentificeerd. De summiere aangifte dient gewoonlijk bij hetzelfde douanekantoor te worden gedaan als het aanbrengen van goederen. Het document ten bewijze van de communautaire status van goederen kan eventueel worden aanvaard als summiere aangifte. De aangifte dient te worden gedaan door:
• de persoon die de goederen de Gemeenschap heeft binnengebracht;
15
• de persoon die verantwoordelijk is voor het verdere vervoer van de goederen;
• de scheepvaartmaatschappij; of
• de vertegenwoordiger van een van de bovengenoemden.
De douane aanvaardt eventueel handelsdocumenten of computerdocumenten indien deze de noodzakelijke bijzonderheden bevatten. Aanvaardbare handelsdocumenten zijn onder meer:
• cognossementen;
• containermanifesten;
• ladingslijsten;
• manifesten; en
• verzendingsdocumenten (op digitale inventarissystemen).
Er dient contact te worden opgenomen met het douanekantoor op de losplaats om zekerheid te verkrijgen over de vraag welke handelsdocumenten worden aanvaard.
Gewoonlijk worden het aanbrengen en de summiere aangifte gecombineerd. Indien de formaliteiten die nodig zijn om voor de goederen een douanebestemming te krijgen (b.v. in het vrije verkeer brengen, plaatsing onder een schorsingsregeling, vernietiging, wederuitvoer) zijn vervuld vóór het tijdstip waarop de summiere aangifte dient te worden gedaan, kan de douane afzien van de eis dat een summiere aangifte wordt gedaan. Er dient contact te worden opgenomen met het douanekantoor op de plaats van de lossing om na te gaan of ontheffing aanvaardbaar is.
Is het lichten toegestaan?
Ja. Indien een lading op zee dient te worden overgeladen van een invoerend schip dat in diep water voor anker ligt op kleinere schepen, b.v. aken voor aflevering op de wal, kan de douane toestemming geven voor dergelijke operaties. Er dient contact te worden opgenomen met het douanekantoor op de plaats van de lossing voor regelingen betreffende het vervoer van goederen naar een goedgekeurde laad- en losplaats. De douane zal hiervoor voorwaarden voorschrijven en de route opgeven waarlangs de goederen vervoerd dienen te worden.
Bestaan er beperkingen voor de verplaatsing van goederen na lossing?
Ja. Na het aanbrengen en het indienen van de summiere aangifte hebben de goederen de status van goederen in tijdelijke opslag totdat zij een douanebestemming hebben gekregen (b.v. in het vrije verkeer brengen). Goederen in tijdelijke opslag kunnen niet zonder toestemming van de douane worden verwijderd, geopend of onderzocht, en mogen geen andere behandelingen ondergaan dan die welke noodzakelijk zijn om deze goederen in ongewijzigde staat te behouden. Zij mogen alleen op door de douaneautoriteiten goedgekeurde plaatsen worden opgeslagen. Deze plaatsen worden ‘ruimten voor tijdelijke opslag’ genoemd.
Laad- en losplaatsen en loodsen voor douanevervoer in havens kunnen worden goedgekeurd als plaatsen voor tijdelijke-opslagdoeleinden afhankelijk van de vraag of aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Meer informatie over deze voorwaarden is verkrijgbaar bij de nationale douaneautoriteiten van de lidstaten.
Traject C: goederen die de EG worden binnengebracht vanuit een derde land en in een vrije zone worden geplaatst alvorens te worden ingeklaard en in het vrije verkeer te worden gebracht.
Wat is een vrije zone?
Een vrije zone is een speciaal bij het communautair douanegebied behorend gebied waarbinnen:
• niet-communautaire goederen voor de toepassing van de rechten bij invoer en de
handelspolitieke maatregelen worden geacht zich niet op het douanegebied van de Gemeenschap te bevinden, voorzover zij noch in het vrije verkeer worden gebracht, noch worden aangegeven voor een douaneregeling die aanleiding geeft tot het ontstaan van een douaneschuld, noch binnen die zone worden gebruikt of verbruikt. De betaling van BTW wordt opgeschort zolang de goederen in de zone blijven, hoewel voor de levering van goederen en diensten aan die zone in het algemeen BTW verschuldigd is.
• Vóór hun daadwerkelijke uitvoer kunnen communautaire goederen als uitgevoerd
worden beschouwd met inachtneming van de toepassing van maatregelen die in beginsel aan uitvoer zijn verbonden (b.v. restituties bij uitvoer, terugbetaling of kwijtschelding van douanerechten).
Welke soorten vrije zones zijn er?
Vrije zones verschillen naar gelang van de wijze waarop de douanecontroles worden uitgevoerd. In het algemeen kunnen vrije zones op twee manieren worden
gecontroleerd 9 :
• Wanneer het een afgesloten vrije zone betreft, worden de controles in beginsel
gebaseerd op de fysieke afscheiding door een afrastering. In dit geval wordt de vrije zone geclassificeerd als vrije zone van ‘controletype I’.
• Wanneer de vrije zone een open ruimte betreft, worden de controles in beginsel
uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van de douane-entrepotregeling. In dit geval wordt de vrije zone geclassificeerd als ‘controletype II’.
Welke goederen kunnen in een vrije zone worden geplaatst?
In beginsel kunnen alle soorten goederen worden opgeslagen in een vrije zone, ongeacht soort, kwaliteit of herkomst, onverminderd andere gebieden van wetgeving (b.v. uitsluiting van goederen om veiligheidsredenen, enz). Bovendien kunnen douaneautoriteiten eisen dat gevaarlijke goederen, goederen die andere goederen
9 Artikelen 166 tot 181, communautair douanewetboek, en artikelen 799 tot 814, bepalingen ter
uitvoering van het communautair douanewetboek. Een lijst met vrije zones is te vinden in : PB C 50/2002.
kunnen aantasten of goederen die om andere redenen bijzondere voorzieningen vergen, in speciaal daarvoor ingerichte ruimten moeten worden opgeslagen.
DE PROCEDURE
Plaatsing van goederen in een vrije zone
Controletype I: goederen worden in het algemeen in de vrije zone van ‘controletype
I’ geplaatst op grond van hun daadwerkelijke binnenkomst in de zone rechtstreeks vanuit een derde land over zee. In het algemeen behoeven goederen die een vrije zone van controletype I binnenkomen niet te worden aangebracht bij de douaneautoriteiten, noch dient er aangifte bij de douane te worden gedaan.
Controletype II: in de vrije zone van ‘controletype II’ te plaatsen goederen dienen te worden aangebracht bij de douane (inclusief het indienen van een summiere aangifte) en te worden aangegeven bij de douane. De goederen worden niet slechts op grond van hun daadwerkelijke binnenkomst in de type II-vrije zone aangemerkt als vrijezonegoederen.
Werking van de vrije zones
Controletype I: wanneer goederen in een vrije zone worden geplaatst, dienen deze te worden ingeschreven in de door de douaneautoriteiten goed te keuren ‘voorraadadministratie’. De voorraadadministratie moet de douaneautoriteiten in staat stellen de goederen te identificeren, en het vervoer ervan dient te worden geregistreerd. Hiertoe dient de voorraadadministratie bepaalde gegevens te bevatten, zoals omschrijving van de goederen, hoeveelheid en verwijzingen naar transportbescheiden.
Wanneer goederen slechts binnen een vrije zone worden overgeladen, behoeven deze niet in de voorraadadministratie te worden ingevoerd. De op de goederen betrekking hebbende bescheiden dienen echter op verzoek ter beschikking van de douane te worden gehouden.
Controletype II: wanneer goederen in een vrije zone van controletype II worden geplaatst, dienen deze eveneens te worden ingeschreven in de ‘voorraadadministratie’, zodat de douane de goederen kan identificeren en de beweging ervan kan nagaan. Deze informatie is echter veel uitgebreider dan de voor controletype I vereiste informatie, omdat de gehele douanecontrole op deze administratie is gebaseerd. Derhalve dient de voorraadadministratie de volgende informatie te bevatten:
• gegevens van douaneaangiften;
• of goederen een andere douanebestemming hebben gekregen; of
• informatie over tijdelijke uitslag, enz.
Vertrek van goederen uit een vrije zone
Wanneer goederen een vrije zone verlaten met de bedoeling in het vrije verkeer te worden gebracht, is dezelfde regeling van toepassing als die voor traject B. Indien de goederen onder een regeling voor douanevervoer worden geplaatst, is dezelfde regeling van toepassing als die voor traject E. Bepaalde gevallen daargelaten is geen douaneaangifte vereist voor niet-communautaire goederen die worden wederuitgevoerd uit een vrije zone. In dit geval is voorafgaande kennisgeving aan de douaneautoriteiten voldoende. Een dergelijke kennisgeving is niet vereist in het geval van wederuitvoer van niet-communautaire goederen die niet zijn gelost of die zijn overgeladen. Indien communautaire goederen uit een vrije zone worden uitgevoerd, is dezelfde regeling van toepassing als die voor traject D.
Traject D: goederen die uit de EG worden uitgevoerd.
Wanneer zijn aangiften ten uitvoer vereist?
Aangiften ten uitvoer zijn vereist voor communautaire goederen die worden uitgevoerd naar een land dat niet tot de EG behoort of naar een van de “belastingvrije” gebieden.
Op basis van deze aangiften ten uitvoer:
• kunnen uitvoerrechten worden betaald;
• worden uitvoerrestituties toegepast;
• worden bepaalde belastingen, zoals BTW, terugbetaald of kwijtgescholden;
• wordt het vervoer van goederen gecontroleerd waarvoor een licentie kan worden
verleend of die verboden of beperkt zijn, en
• worden officiële handelsstatistieken samengesteld.
Wat is het verschil tussen het kantoor van uitvoer en het kantoor van uitgang?
Een kantoor van uitvoer is een douanekantoor waar de aangifte ten uitvoer wordt ingediend. Een kantoor van uitgang voor over zee vervoerde goederen is het douanekantoor op de locatie waar de goederen, in het kader van een enkele vervoersovereenkomst, door een scheepvaartmaatschappij voor vervoer naar een derde land ten laste worden genomen. In andere gevallen van over zee vervoerde goederen is het douanekantoor van uitgang het laatste douanekantoor dat het schip aandoet alvorens de goederen het douanegebied van de EG verlaten. Een douanekantoor kan zowel een kantoor van uitvoer als een kantoor van uitgang zijn.
Opgemerkt zij dat ingeval van een ‘toegelaten lijndienst’ er geen kantoor van uitgang is. Door een dergelijke dienst vervoerde goederen bevinden zich in het vrije verkeer in de Gemeenschap of zijn op doorvoer van een kantoor van vertrek en een kantoor van bestemming.
Normale en vereenvoudigde procedures
Voor het uitvoeren van goederen zijn er, net als voor het invoeren van goederen naar of vervoeren van goederen tussen EU-lidstaten, normale en vereenvoudigde procedures, die in bepaalde omstandigheden kunnen worden toegepast (zie Bijlage II voor de vereenvoudigde procedures).
De normale procedure
De aangever dient de goederen, de aangifte ten uitvoer en, zo nodig, de uitvoerautorisatie of -vergunning aan te brengen bij het kantoor van uitvoer:
• daar waar de uitvoerder is gevestigd; of
• waar de goederen voor uitvoer worden verpakt of geladen.
Uitzonderingen op deze regel zijn slechts mogelijk op grond van naar behoren aangetoonde redenen. Voorbeelden zijn:
• een contractswijziging en
• goederen die een andere bestemming hebben gekregen dan de oorspronkelijke.
Het feit dat een douanekantoor is gesloten ten tijde van de uitvoer is geen aanvaardbare reden voor het indienen van de aangifte ten uitvoer op een andere plaats.
Het douanekantoor waar de goederen en de aangifte ten uitvoer zijn aangebracht geeft de goederen vrij voor uitvoer op voorwaarde dat deze het douanegebied van de EG in dezelfde toestand verlaten als op het moment dat de aangifte was aanvaard. Tot slot worden de aangifte ten uitvoer en de goederen aangebracht bij het douanekantoor van de haven van uitgang, waar wordt gecontroleerd of de aangebrachte goederen overeenkomen met de aangegeven goederen, en toezicht wordt gehouden op het daadwerkelijk vertrek.
Sommige nationale douaneautoriteiten maken gebruik van elektronische systemen waarop douaneaangiften kunnen worden gedaan. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij de nationale douaneautoriteiten van de lidstaten.
Wanneer een persoon meent recht te hebben op uitvoerrestituties, dient hij:
• de aangifte ten uitvoer in te dienen bij het bevoegde douanekantoor in de plaats
waar de producten worden geladen om voor uitvoer te worden vervoerd, en
• het bevoegd douanekantoor ten minste 24 uur vóór het begin van de
ladingsactiviteiten op de hoogte te stellen en de verwachte duur van het laden aan te geven, tenzij de douaneautoriteiten een andere termijn bepalen.
In dit geval is de plaats van lading:
• in het geval van in containers uitgevoerde goederen, de plaats waar de goederen in
de containers worden geladen,
• in het geval van losse goederen, goederen in zakken, dozen, kisten, flessen, enz.,
verpakte goederen, de plaats waar het transportmiddel dat het douanegebied van de EG verlaat wordt geladen.
Wat is de betekenis van de datum van aanvaarding van een aangifte ten uitvoer?
De ingangsdatum voor de uitvoerregeling is de datum van aanvaarding van de ingediende aangifte ten uitvoer door de douane. De goederen dienen niet te worden verwijderd van de plaats van aanbrenging totdat ze door de douane volledig zijn vrijgegeven. De goederen blijven onder toezicht van de douane totdat ze het douanegebied van de Gemeenschap verlaten. De datum van aanvaarding is belangrijk vanwege het effect dat deze kan hebben op uitvoerheffingen of - restituties of vergunningseisen.
Welke procedure is van toepassing op uitvoer uit de Gemeenschap via een andere lidstaat?
De inklaring van goederen die aankomen bij een kantoor van uitgang in een lidstaat zonder bewijsstuk dat de aangifte ten uitvoer is aanvaard door het bevoegde douanekantoor van uitvoer, zal waarschijnlijk vertraging oplopen. Tenzij er sprake is van een naar behoren aangetoonde reden, dienen uitvoerformaliteiten te worden vervuld bij het bevoegde douanekantoor van uitvoer. Dit zal inhouden dat goederen naar dit douanekantoor zullen worden teruggezonden om te worden aangebracht.
Wanneer goederen voor uitvoer worden aangegeven in een bepaalde lidstaat maar het douanegebied van de EG verlaten via een andere, dient exemplaar 3 van een geviseerd SAD gewoonlijk bij de goederen te worden gevoegd voor het kantoor van uitgang (om aan te geven dat de exportformaliteiten reeds zijn uitgevoerd voor de verzending in het land van uitvoer).
Indien over zee uitgevoerde goederen door de scheepvaartmaatschappij ten laste worden genomen voor uitvoer in het kader van een enkele vervoersovereenkomst, is het bevoegde kantoor voor de plaats waar de goederen ten laste worden genomen eveneens het kantoor van uitgang.
Voor het vervoer van de goederen na het kantoor van uitgang is geen exemplaar 3 van het SAD nodig. Het transportbescheid (bijvoorbeeld het normale bewijs van verscheping of het manifest) zal door de douane bij het kantoor van uitgang met “EXPORT” in rood worden afgetekend. Vervolgens wordt dit voor de douane het bewijs dat de goederen zijn vrijgegeven voor uitvoer. Tevens is dit het handelsbewijs dat de goederen zijn uitgevoerd uit de Gemeenschap.
Uitvoer van goederen na communautair douanevervoer
In de gevallen waarin voor uit te voeren goederen een regeling voor douanevervoer door de gehele Gemeenschap dient te worden gebruikt, zal het kantoor van vertrek alle afschriften van het document voor douanevervoer met ‘EXPORT’ in rode inkt aftekenen. Wanneer dit is gedaan, zal ook exemplaar 3 van het SAD worden afgetekend en worden overhandigd aan de persoon die de goederen aanbrengt.
Opmerking: statusdocumenten of -voorschriften kunnen niet worden gebruikt voor goederen waarvoor de uitvoerformaliteiten zijn vervuld (behalve voor uitvoer naar een EVA- of Visegrad-land) of die onder de regeling actieve veredeling zijn
geplaatst (terugbetalingssysteem 10 ).
Verbod op of beperking van de uitvoer van bepaalde goederen
Voor sommige goederen is de uitvoer verboden of beperkt. Meer informatie is verkrijgbaar bij de nationale douaneautoriteiten van de lidstaten.
Traject E: goederen die in het kader van de regeling douanevervoer of een andere schorsingsregeling worden vervoerd via het grondgebied van de EG
Indien niet-communautaire goederen op een punt van binnenkomst arriveren, maar zijn bedoeld voor vrijgave in het vrije verkeer op een andere plaats, dienen deze goederen te worden geplaatst onder een regeling douanevervoer.
Wat is de functie van douanevervoer?
Douanevervoer is een belangrijke voor vervoersondernemingen en importeurs beschikbare douaneregeling om ervoor te zorgen dat goederen een bepaald gebied kunnen passeren zonder dat daarvoor de gewoonlijk verschuldigde heffingen dienen
te worden betaald wanneer de goederen dat gebied binnenkomen of verlaten 11
(‘zuiver douanevervoer). In vergelijking met de conventionele eisen voor betaling van invoer- en andere rechten teneinde deze terugbetaald te krijgen bij het verlaten van achtereenvolgende territoriale grenzen, biedt douanevervoer een in administratief opzicht eenvoudiger en goedkopere regeling voor het vervoer van goederen via douanegebieden.
Deze regeling biedt tevens de mogelijkheid om goederen tot een punt binnen het douanegebied van de EG te vervoeren waar de in- en uitklaring door de douane zal plaatsvinden (voor vrijgave in het vrije verkeer als communautaire goederen) (‘binnenlands vervoer’ of ‘proximiteitsvervoer’). Deze vorm van douanevervoer is bijzonder relevant voor de Gemeenschap waar sprake is van één douanegebied en een veelvoud van fiscale gebieden. Binnen dit douanevervoersysteem kunnen goederen worden vervoerd vanaf het punt van binnenkomst in de Gemeenschap tot het inklaringspunt in het land waar de douane is gevestigd en de lokale fiscale verplichtingen worden toegepast.
Naast deze twee belangrijke functies van douanevervoer wordt de regeling ook gebruikt voor de omwisseling van goederen die onder een andere douaneschorsingsregeling zijn geplaatst of net hieruit zijn verwijderd, van het ene deel van het douanegebied naar het andere (maar er zijn ook alternatieve omwisselingsregelingen).
Regelingen voor douanevervoer zijn van toepassing totdat de goederen een goedgekeurd kantoor van bestemming (of toegelaten geadresseerde) bereiken. Goederen kunnen onder de communautaire regeling douanevervoer worden geplaatst
10 Goederen in ongewijzigde staat die douaneformaliteiten voor de uitvoer naar derde landen hebben
ondergaan voor aanzuivering van de regeling actieve veredeling met het oog op verkrijging van terugbetaling of kwijtschelding van douanerechten.
22 wanneer zij de Gemeenschap binnenkomen of onder een internationale regeling
douanevervoer 12 alvorens zij de Gemeenschap binnenkomen.
Welke modellen voor douanevervoer zijn er in de EG?
Transports Internationaux Routiers (TIR)
In het kader van de communautaire wetgeving kan het TIR-systeem voor douanevervoer slechts in de Gemeenschap worden toegepast voor douanevervoer dat
• begint en eindigt buiten de Gemeenschap,
• is gerelateerd aan zendingen van goederen die dienen te worden gelost in het
douanegebied van de Gemeenschap en die worden vervoerd met in een derde land te lossen goederen;
• of dat plaatsvindt tussen twee punten in de Gemeenschap via het grondgebied van
een derde land. Aangezien veel kustvaartroutes deel uitmaken van een multimodale huis-aan-huisdienst, is gebruik van de TIR vaak relevant voor de industrie. De TIR-regeling betreft de afgifte van carnets TIR waarmee goederen in wegvoertuigen of in door de douane verzegelde containers kunnen worden vervoerd teneinde hun bestemming te bereiken via een of meer landen met minimale douaneformaliteiten.
De TIR-bepalingen hebben geen invloed op eisen voor verstrekking van aangiften ten uitvoer op het SAD.
Voor elk carnet TIR is er een afzonderlijk referentienummer. Bij het carnet TIR behoren 4, 6, 14, of 20 stroken, waarvan het nummer aangeeft via hoeveel landen douanevervoer kan plaatsvinden (met inbegrip van landen van vertrek en bestemming). Dit betekent dat b.v. een carnet met 6 stroken geldig zou zijn voor douanevervoer via maximaal 3 landen.
Elk afzonderlijk carnet TIR is geldig voor één TIR-handeling, en wanneer een TIR- handeling eenmaal is afgerond, zal het douanekantoor van de bestemming van de goederen het carnet TIR retourneren aan de chauffeur met de vereiste visering. Vervolgens kunnen de goederen op de eindbestemming worden afgeleverd.
Een carnet TIR dat wordt gebruikt ten bewijze van de communautaire status
Wanneer goederen met een communautaire status onder geleide van een carnet TIR worden vervoerd, dient de aangever het teken “T2L” en zijn handtekening aan te brengen in het voor de beschrijving van de goederen bestemde vak en dient hij het carnet ter visering aan de bevoegde autoriteiten over te leggen.
Wanneer het carnet TIR zowel op communautaire goederen als op nietcommunautaire goederen betrekking heeft, worden deze twee categorieën goederen afzonderlijk aangebracht en wordt het teken ”T2L” gereserveerd voor communautaire goederen.
23 Communautair douanevervoer
Het systeem voor communautair douanevervoer is slechts van toepassing op het vervoer van goederen binnen de Gemeenschap. Dit is het meest toegepaste systeem voor douanevervoer binnen de Gemeenschap.
Communautair douanevervoer is een schorsingsregeling in het kader waarvan nietcommunautaire goederen van het ene punt naar het andere binnen de Gemeenschap kunnen worden vervoerd, alsmede goederen kunnen worden verzonden, waarvan de communautaire status kan worden aangetoond, van, naar en tussen een deel van het douanegebied van de Gemeenschap waarop de bepalingen van Richtlijn 77/388/EEG i niet van toepassing zijn.
De communautaire regeling douanevervoer wordt beheerd door de
douaneadministraties van de verschillende lidstaten via een netwerk van
douanekantoren die bekend staan als kantoren van vertrek, kantoren van doorgang en
kantoren van bestemming.
De communautaire regeling douanevervoer begint bij het kantoor van vertrek en
eindigt wanneer de goederen en de aangifte voor douanevervoer 13 zijn ingediend bij
het kantoor van bestemming (of toegelaten geadresseerde). Een exemplaar van de aangifte voor douanevervoer waarvoor officieel voor ontvangst is getekend wordt door de douane geretourneerd aan het kantoor van vertrek (of een centraal kantoor in de lidstaat van vertrek). Na ontvangst van dit exemplaar zal de douane in de lidstaat van vertrek de aangifte van douanevervoer en de aangever ontslaan van zijn verplichting, tenzij een onregelmatigheid is opgemerkt.
Voor de kustvaart kan in voorkomend geval voor communautair douanevervoer de normale procedure worden toegepast. Tevens is er de mogelijkheid om vereenvoudigde procedures voor douanevervoer toe te passen (zie Bijlage III).
Wanneer is communautair douanevervoer verplicht?
Communautair douanevervoer is verplicht voor:
• niet-communautaire goederen die niet in het vrije verkeer zijn gebracht of onder
een andere douaneregeling zijn geplaatst die vervoer binnen de Gemeenschap toestaat; en
• communautaire goederen die:
(a) zijn onderworpen aan een communautaire maatregel die betrekking heeft op uitvoer van de goederen naar een EVA-land of een derde land via het grondgebied van een EVA-land, b.v. goederen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB);
13 “Aangifte voor douanevervoer” heeft twee betekenissen: 1. de handeling waarbij een persoon in de
voorgeschreven vorm de wens te kennen geeft goederen onder de regeling douanevervoer te plaatsen; en 2. het als een aangifte voor douanevervoer gebruikte document(en), d.w.z.. “kopie(ën) van de aangifte voor douanevervoer”.
(b) worden vervoerd naar/van of tussen een van de "belastingvrije gebieden" van de Gemeenschap.
Gemeenschappelijk douanevervoer 14
De regeling voor gemeenschappelijk douanevervoer, die veel lijkt op de regeling voor communautair douanevervoer, wordt toegepast voor het douanevervoer van
goederen tussen de 15 EU-lidstaten, de EVA-landen en de Visegrad-landen 15 . De
regeling voor gemeenschappelijk douanevervoer kan worden toegepast door economische exploitanten ter vergemakkelijking van het vervoer van goederen van de ene contracterende partij naar de andere. Het is echter niet verplicht hiervan gebruik te maken. (Zie Bijlage IV).
Er zij op gewezen dat bij gemeenschappelijk douanevervoer geen ‘toegelaten lijndiensten’ noch vereenvoudigde procedures voor douanevervoer bestaan voor vervoer over zee.
Wat is de normale procedure voor douanevervoer?
Dit is de procedure die dient te worden gebruikt door een handelaar die nog geen staat van dienst heeft opgebouwd, niet in aanmerking komt voor een vereenvoudiging of incidenteel gebruik maakt van het systeem voor douanevervoer. De normale procedure voor douanevervoer vereist:
• het aanbrengen van de goederen ter inspectie door de douane wanneer de aangifte
voor douanevervoer is gedaan;
• het aanbrengen van de goederen en de bijbehorende documenten bij kantoren van
doorgang en het kantoor van bestemming;
• het gebruik van een zekerheidsstelling die slechts geldig is voor eenmalig
douanevervoer voor het gehele bedrag van de douanerechten en andere van toepassing zijnde heffingen (de ‘zekerheid per aangifte’);
• de verplichting tot verzegeling van het vervoermiddel of de container met het oog
op identificatie;
• de verplichting een economisch gerechtvaardigde route te volgen of soms (in het
geval van goederen met een groter frauderisico) zelfs een bindende route;
• het stellen van een termijn waarbinnen de goederen dienen te worden aangebracht
bij het kantoor van bestemming, met inachtneming van de desbetreffende route en de gebruikte vervoermiddelen.
14 EG/EVA-overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei
1987
15 Europese Vrijhandelsassociatie: lidmaatschap - IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein.
Visegrad: lidmaatschap - Hongarije, Polen, Tsjechië en Slowakije.
De rol van een aangever
Een van de essentiële elementen van communautair douanevervoer is de aangever. Dit is de ondernemer die verantwoordelijk is voor het douanevervoer.
De aangever geeft aan dat hij douanevervoer wenst te realiseren door een aangifte voor douanevervoer te doen. Hij is verantwoordelijk voor het aanbrengen van de intacte goederen (met, in voorkomend geval, intacte verzegelingen) en de aangifte voor douanevervoer bij het kantoor van bestemming (of toegelaten geadresseerde) binnen een voorgeschreven termijn. Hij is tevens verantwoordelijk voor de betaling van rechten en andere heffingen die verschuldigd kunnen zijn ingeval zich een onregelmatigheid voordoet. De aangever is verantwoordelijk voor een zekerheidsstelling ter dekking van het tijdens het vervoer van goederen opgeschorte bedrag aan rechten en andere heffingen, tenzij de douane afziet van zekerheidsstelling.
Het is in het eigen belang van de aanbieder van diensten zich ervan te vergewissen dat hij een schriftelijk bewijsstuk bezit van alle zendingen, met inbegrip van de status
van de lading, van zijn klanten. 16
Vereenvoudigde procedures voor douanevervoer
Aangezien douanevervoer slechts is vereist voor via een ‘toegelaten lijndienst’ vervoerde T1- of T2F-goederen, kunnen slechts deze diensten in aanmerking komen voor vereenvoudigde procedures voor douanevervoer, mits aan de volgende criteria is voldaan:
Wat zijn de algemene criteria voor het gebruik van een vereenvoudigde procedures?
Let wel: slechts een ‘toegelaten lijndienst’ kan in aanmerking komen voor vereenvoudigde procedures voor douanevervoer, mits aan de volgende criteria is voldaan:
• de dienst dient regelmatig gebruik te maken van regelingen douanevervoer, of te
kunnen aantonen aan de douane dat hij aan de verplichtingen kan voldoen, of, als toegelaten geadresseerde, regelmatig goederen ontvangt die onder de regeling douanevervoer zijn geplaatst, en
• de dienst heeft geen ernstige of herhaalde inbreuken gepleegd op de douane- of
belastingwetgeving, en
• de douane kan toezicht houden op de regeling douanevervoer en controles
uitvoeren zonder niet in verhouding staande administratieve inspanningen, en
• de aanbieder van diensten voert een administratie aan de hand waarvan de
douaneautoriteiten effectieve controles kunnen uitvoeren.
16 Aanbieders van diensten kunnen overwegen een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten, zodat zij
ingeval van verstrekking van onjuiste informatie door hun klanten eventuele door de douane opgelegde heffingen kunnen verhalen.
Welke vereenvoudigingen zijn beschikbaar?
Mits aan alle voorwaarden is voldaan, kan de “toegelaten lijndienst” worden toegestaan gebruik te maken van een van de volgende vereenvoudigingen:
• gebruik van een doorlopende zekerheid of vrijstelling van zekerheidsstelling;
• speciale ladingslijsten;
• gebruik van een speciaal type verzegelingen;
• vrijstelling van het gebruik van een bindende route voor goederen met een groter
frauderisico;
• toegelaten afzender en toegelaten geadresseerde;
• speciale vereenvoudigingen voor zeevervoer;
• alle aanvullende vereenvoudigingen die kunnen worden toegekend op basis van
bi- of multilaterale overeenkomsten tussen landen.
Doorlopende zekerheid en vrijstelling van zekerheidsstelling 17
De normale zekerheidsstelling voor douanevervoer is een zekerheidsstelling per aangifte die een eenmalig douanevervoer dekt. Een handelaar kan echter onder bepaalde voorwaarden goedkeuring hebben verkregen voor het gebruik van een doorlopende zekerheid of een vrijstelling van zekerheidsstelling die kan worden gebruikt ter dekking van verschillende douanevervoerbewegingen.
‘Toegelaten lijndiensten’ waaraan het gebruik van de vereenvoudigde procedures voor douanevervoer niveau I of II tevens is toegestaan, behoeven geen zekerheid te verstrekken voor de door hen vervoerde T1- of T2F-goederen.
Indien de aangever in een communautaire regeling douanevervoer een overheidslichaam is (of een rechtspersoon op wie het publiek recht van toepassing is of een andere publiekrechtelijk instelling), is geen zekerheidsstelling vereist. Indien op het overheidslichaam echter het privaatrecht van toepassing is (b.v. een besloten vennootschap of een naamloze vennootschap), is de vrijstelling niet langer van
toepassing 18 .
Internationale organisaties kunnen ook in aanmerking komen voor een vrijstelling indien zij voldoen aan de volgende voorwaarden:
• ze dienen te zijn opgericht door staten of regeringen waarvan ten minste één een
lidstaat van de Europese Gemeenschappen is;
• ze dienen zich te onthouden van alle economische activiteiten die concurreren met
de activiteiten van een in de Gemeenschap gevestigde particuliere onderneming.
17 Artikelen 379 tot 384, bepalingen ter uitvoering van het communautair douanewetboek
27 Speciale ladingslijsten
De bevoegde autoriteiten kunnen aangevers toestaan gebruik te maken van speciale
ladingslijsten die niet voldoen aan alle normale eisen van ladingslijsten 19 .
Om voor deze vereenvoudiging in aanmerking te komen dienen de ladingslijsten aan de volgende criteria te voldoen:
(1) ze dienen te zijn opgesteld door bedrijven die voor het bijhouden van hun administratie gebruik maken van een geïntegreerd elektronisch of automatisch gegevensverwerkingsysteem;
(2) ze dienen zodanig te zijn ontworpen en ingevuld dat ze zonder problemen door de bevoegde autoriteiten kunnen worden gebruikt.
Speciale verzegelingen 20
De douaneautoriteiten kunnen aangevers toestaan gebruik te maken van speciale soorten verzegelingen voor vervoermiddelen of verpakkingen. De desbetreffende soort verzegeling wordt aangegeven op de vergunning. Deze vereenvoudiging zal slechts van toepassing zijn op douanevervoer dat begint in het land waar de vergunning is afgegeven. De vergunning voor het gebruik van een bepaald soort verzegelingen dient telkens te worden overgelegd wanneer het kantoor van vertrek dit nodig acht.
Vrijstelling van het gebruik van een bindende route voor goederen met een
hoger risico 21
• De bevoegde autoriteiten kunnen aangevers vrijstellen van de eis tot het volgen
van een voorgeschreven route zodat de douaneautoriteiten de locatie van de zendingen te allen tijde kunnen vaststellen.
De vergunning mag slechts worden gebruikt voor douanevervoer dat begint in het land dat de vergunning heeft verleend.
De vergunning dient in ten minste in tweevoud te worden opgesteld, waarvan één exemplaar wordt gehouden door de bevoegde autoriteiten. De vergunning dient telkens te worden overgelegd wanneer het kantoor van vertrek dit nodig acht.
Toegelaten verzender
Een toegelaten verzender is een persoon aan wie de bevoegde autoriteiten toestaan douanevervoer uit te voeren zonder dat de goederen en de bijbehorende aangiften voor douanevervoer bij het kantoor van vertrek behoeven te worden aangebracht.
Ter verkrijging van de status van toegelaten verzender dient een handelaar te voldoen aan de algemene voorwaarden en daarnaast in bezit te zijn van een doorlopende
zekerheid of vrijheid van zekerheidstelling 22 .
19 Artikel 385 en Bijlage 44a, bepalingen ter uitvoering van het communautair douanewetboek
20 Artikel 386 en Bijlage 46a, bepalingen ter uitvoering van het communautair douanewetboek
28 In het kader van de wetgeving douanevervoer is een toegelaten verzender verplicht
gebruik te maken van gegevensverwerkende technieken om te communiceren met het kantoor van vertrek en documenten voor douanevervoer in te dienen zodra het kantoor van vertrek is aangesloten op het Nieuwe Geautomatiseerde Systeem voor Douanevervoer (NCTS). Afzenders die oorspronkelijk vóór 31 maart 1999 zijn toegelaten behoeven echter niet gebruik te maken van gegevensverwerkende technieken tot een nader door de douaneautoriteiten te bepalen datum en uiterlijk op 31 maart 2004.
Toegelaten geadresseerde
Met deze vereenvoudiging kunnen handelaren goederen ontvangen in hun pand of op een andere opgegeven plaats zonder dat de goederen en exemplaren 4 en 5 van de aangifte voor douanevervoer dienen te worden aangebracht. Evenals in het geval van de toegelaten afzender zal de toegelaten geadresseerde in het kader van de herziene wetgeving voor douanevervoer verplicht zijn gebruik te maken van gegevensverwerkende technieken om met het kantoor van bestemming te communiceren ingeval dat kantoor is aangesloten op het NCTS. Deze wijziging zal van kracht worden op een nader door de douaneautoriteiten te bepalen datum. Verwacht wordt dat dit uiterlijk 31 maart 2004 zal zijn.
29 -Level I Simplified Procedure – Manifest(s) -Vereenvoudigde procedure niveau I –
Manifest(en) -Authorized Regular Shipping Services
ONLY -ALLEEN toegelaten lijndiensten
-No guarantee required -Geen zekerheidsstelling vereist
-Shipping company = principal -Scheepvaartmaatschappij = aangever
-Individual Manifest = Transit Declaration -Afzonderlijk manifest = aangifte voor douanevervoer
-Receive authorization from competent authorities -Ontvangst goedkeuring van bevoegde
autoriteiten -Load vessel
-Schip laden -Manifest
-Manifest -Complete 2 copies of separate manifests as transit declarations endorsed by Office of -2 exemplaren van afzonderlijke manifesten Departure invullen als aangiften voor douanevervoer
door het kantoor van vertrek zijn geviseerd
-T1 niet-communautaire goederen -T1 Non-Community goods
-T2F belastingvrije goederen -T2F Non-fiscal goods
-Communautair douanevervoer -Community transit
-Kopie -Copy
-Kantoor van vertrek -Office of Departure
-Gaat mee met lading -Accompanies cargo
-Goederen gelost & manifest als aangifte voor
-Goods unloaded & Manifest as transit douanevervoer is overgelegd bij kantoor van declaration presented to Office of Destination bestemming
Vereenvoudiging niveau I 23
Een ‘toegelaten lijndienst’ die gebruik wenst te maken van de vereenvoudigde procedure niveau I dient hiervoor een vergunning aan te vragen bij de bevoegde autoriteiten. De scheepvaartmaatschappij dient de aangever voor het betrokken vervoer te zijn, is gebonden door de verordeningen betreffende douanevervoer, en dient het scheepsmanifest te gebruiken als aangifte voor douanevervoer.
Indien het bij een vervoer zowel om onder de externe communautaire regeling douanevervoer geplaatste goederen gaat als om onder de interne communautaire regeling douanevervoer geplaatste goederen, dient voor elke categorie goederen een afzonderlijk manifest te worden gebruikt.
Het manifest op papier dient de volgende informatie te bevatten:
• de datum en de handtekening van een gemachtigde vertegenwoordiger van de
scheepvaartmaatschappij;
• het teken "T1" of "T2F" ter identificatie van de soort aangifte voor
douanevervoer;
• de naam en het volledig adres van de scheepvaartmaatschappij;
• de identiteit van het schip;
• de plaats van lading en de plaats van lossing;
• voor elke zending:
− de verwijzing naar het cognossement,
− het aantal, soort, opschriften en identificatienummers van de pakketten,
− de normale handelsbeschrijving van de goederen, waaronder alle nadere
bijzonderheden voor de identificatie ervan,
− de brutomassa in kilogram en,
− in voorkomend geval, de identificatienummers van containers.
32 -Level II Simplified Procedure – Single -Vereenvoudigde procedure niveau II – Eén Manifest manifest
-Authorized Regular Shipping Services -ALLEEN toegelaten lijndiensten
ONLY
-Geen zekerheidsstelling vereist -No guarantee required
-Scheepvaartmaatschappij = aangever -Shipping company = principal
-Eén manifest voor alle goederen = aangifte -Single Manifest for all goods = Transit voor douanevervoer
Declaration
-Ontvangst goedkeuring van bevoegde
autoriteiten
-Receive authorization from competent -Schip laden authorities
-Eén manifest -Load vessel
-Haven van lossing -Single manifest
-Communautair douanevervoer -Port of unloading
-Goederen reeds onder douanevervoer of -Community transit andere regeling
-Goods already under transit or other -Uit te voeren communautaire goederen procedure
-Uitvoer
-Community goods to be exported
-Export
Vereenvoudigde Procedures niveau II 24
Gebruikmaking van vereenvoudigde procedures niveau II kan worden toegestaan aan een ‘toegelaten lijndienst’ die is gevestigd of vertegenwoordigd in het douanegebied van de Gemeenschap indien deze een aanzienlijk aantal reguliere reizen tussen lidstaten uitvoert.
Het gebruik van één manifest wordt toegestaan aan de scheepvaartmaatschappij (aangever) waarop deze de status van de goederen - T1, TF, TD, C (voor communautaire goederen) of X - op de relevante plaatsen in het manifest dient in te vullen.
Goederen dienen te worden gecodeerd met "TD" indien deze:
• reeds zijn geplaatst onder een formele regeling douanevervoer (T1, T2, T2F,
carnet TIR, carnet ATA, NAVO-formulier 302, enz.); of
• zijn overgedragen in het kader van de regeling actieve veredeling op een kopie
van de afgegeven vergunning of onder handelsdocumenten of administratieve documenten met de verwijzing "IP"; of,
• worden vervoerd in het kader van de procedure voor douane-entrepots of tijdelijke
invoer.
Het teken "TD" dient te staan naast ieder onderdeel op het enig manifest of de groupageladingsbrief. In alle gevallen dient de scheepvaartmaatschappij het teken "TD" op het desbetreffende cognossement of op een ander van toepassing zijnd handelsdocument aan te brengen, samen met een verwijzing naar de feitelijke procedure in kwestie plus de datum van het document voor douanevervoer of overdracht en de naam van het douanekantoor van vertrek. De houder van de specifieke procedure voor douanevervoer (of overdracht) is verantwoordelijk voor het desbetreffende vervoer.
De scheepvaartmaatschappij dient de status van alle zendingen in te voeren in haar handelsregisters en kopieën van de manifesten.
De regeling voor communautair douanevervoer wordt geacht te zijn beëindigd wanneer het manifest en de goederen worden aangebracht bij de douaneautoriteiten in de haven van bestemming (haven van lossing).
Het douanekantoor van bestemming dient het kantoor van vertrek binnen een redelijke termijn op de hoogte te stellen van eventuele discrepanties of onregelmatigheden.
Indien de handelsadministratie van de vervoersonderneming in de haven van vertrek bewijs van de status bevat, en bij aankomst in de haven van bestemming geen twijfel bestaat ten aanzien van de communautaire status van de goederen, worden de goederen door de statusindicator op het manifest vrijgegeven voor verder vervoer naar hun communautaire bestemming.
35 De douaneautoriteiten in de haven van bestemming zullen zo nodig de aangegeven
communautaire status echter verifiëren door toepassing van adequate controles achteraf op basis van ingeschat risico en zo nodig door inwinning van informatie bij de bevoegde autoriteiten in de haven van vertrek.
Zijn er nog andere ‘speciale gevallen’?
Wanneer verschillende over zee vervoerde goederenzendingen worden samengevoegd in een groupagezending, is elk onderdeel binnen de groupagezending het onderwerp van een overeenkomst tussen de verzender en de groupageagent. Bewijs van deze overeenkomst wordt geleverd door de afgifte van een vrachtbrief, een cognossement van de afzender zoals die welke is goedgekeurd door de International Federation of Forwarding Agents (FIATA), of andere tussen de verzender en de groupageagent overeengekomen handelsdocumenten.
Het gehele vervoer over zee van de groupagezending wordt uitgevoerd onder geleide van een overeenkomst tussen de groupageagent en de scheepvaartmaatschappij. Bewijs van deze overeenkomst wordt geleverd door het cognossement van de vervoerder, een zeevrachtbrief of een ander tussen de scheepvaartmaatschappij en de groupageagent overeengekomen en aanvaard handelsdocument.
Daarnaast is de groupagezending het onderwerp van een door de groupageagent opgestelde groupageladingsbrief die een analytisch overzicht is van alle pakketten in de groupagezending met verwijzingen naar elke vrachtbrief, elk cognossement of ander handelsdocument, naar gelang van het geval.
Wanneer een scheepvaartmaatschappij een groupagezending vervoert in het kader van de voorwaarden van een cognossement van de vervoerder, zeevrachtbrief of ander handelsdocument, wordt geaccepteerd dat de scheepvaartmaatschappij niet
noodzakelijkerwijs op de hoogte is van inhoud van de groupagezendingen. 25
Dit wordt geaccepteerd, mits:
• de groupageagent zich ertoe verplicht de status van verzendingen in te voeren in
zijn handelsadministratie;
• de groupageagent een groupageladingslijst verstrekt aan de
scheepvaartmaatschappij met de volgende informatie:
(a) naam en volledig adres van de scheepvaartmaatschappij;
(b) identiteit van het schip;
(c) plaats van lading;
(d) plaats van lossing;
(e) verwijzing naar het cognossement of ander handelsdocument;
25 Dit is niet van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen, waarvan afzonderlijk aangifte dient
te worden gedaan.
en, voor elke zending:
(a) aantal en soort, merken en referentienummers van de pakketten en brutogewicht/-massa in kilogram;
(b) de beschrijving van de goederen, voldoende omschreven om deze te kunnen identificeren;
(c) in voorkomend geval, de identificatienummers van de containers;
• de scheepvaartmaatschappij hanteert de hoogste status op de ladingslijst voor alle
goederen in de groupagezending die zijn bestemd voor communautair
douanevervoer.
Indien de scheepvaartmaatschappij gebruik maakt van de vereenvoudigde procedure voor douanevervoer niveau I, dient het vervoer van groupage te worden aangegeven op het manifest dat van toepassing is op de hoogste op de ladingslijst van de groupage aangegeven status, b.v. indien de groupage T1, TD en communautaire goederen omvat, dient dit te worden aangegeven op het T1-manifest.
Indien de scheepvaartmaatschappij gebruik maakt van de vereenvoudigde procedure voor douanevervoer niveau II, dient de scheepvaartmaatschappij de hoogste op de ladingslijst van de groupage aangegeven status in te vullen voor de beschrijving "groupage" op het manifest, b.v. indien de groupage T1-goederen bevat, dan T1; ingeval van een combinatie van TF- en C-goederen, dan TF.
Lijst met definities
Bevrachting Het geheel of gedeeltelijk huren van een schip.
Toegelaten afzender Persoon aan wie het uitvoeren van douanevervoer is toegestaan zonder aanbrenging van de goederen en overlegging van de aangifte voor douanevervoer op het kantoor van vertrek.
Toegelaten geadresseerde Persoon aan wie het ontvangen van goederen uit hoofde van een regeling douanevervoer in diens pand of op enige andere opgegeven plaats is toegestaan zonder aanbrenging van deze goederen en overlegging van exemplaren 4 en 5 van de aangifte voor douanevervoer op het kantoor van bestemming
Communautair douanevervoer Een schorsingsregeling van de douane in het kader waarvan goederen van het ene punt naar het andere binnen de Gemeenschap mogen worden vervoerd.
Communautair douanewetboek Verordening (EEG) nr. 2913/92 i van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek
Communautaire goederen Goederen die:
• geheel in het douanegebied van de
Gemeenschap zijn verkregen
• zijn ingevoerd vanuit landen of gebieden die
geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap en die zijn vrijgegeven voor het vrije verkeer,
• zijn verkregen of geproduceerd in het
douanegebied van de Gemeenschap hetzij uit goederen waarnaar uitsluitend in het tweede punt wordt verwezen hetzij uit goederen waarnaar in het eerste en het tweede punt wordt verwezen.
Douanegebied van de Het douanegebied van de Gemeenschap omvat:
Gemeenschap
– Oostenrijk,
– België,
– Denemarken, met uitzondering van de Faeröer en Groenland,
– Duitsland, met uitzondering van het eiland Helgoland en het gebied Buesingen,
– Griekenland,
– Finland (met inbegrip van de Ålandseilanden),
– Frankrijk (met inbegrip van Monaco en de overzeese departementen Guadeloupe, Frans Guyana, Martinique en Réunion), met uitzondering van de overzeese gebieden en St. Pierre en Miquelon en Mayotte,
– Ierland,
– Italië, met uitzondering van de gemeenten Livigno en Campione d'Italia en de nationale wateren van het meer van Lugano die zich bevinden tussen de oever en de politieke grens van het gebied tussen Ponte Tresa en Porto Ceresio,
– Luxemburg,
– Nederland in Europa,
– Portugal,
– Spanje, met uitzondering van Ceuta en Melilla,
– Zweden,
– het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Kanaaleilanden en het eiland Man
Douane-unie De totstandbrenging van twee of meer douanegebieden tot één douanegebied
Europese Gemeenschap (EG) Lidstaten zijn Oostenrijk, België, Denemarken, Finland,
Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
Europese Vrijhandelsassociatie Deze groep landen bestaat uit IJsland, Noorwegen,
(EVA) Zwitserland en Liechtenstein.
Goederen in het vrije verkeer Goederen die geheel afkomstig zijn uit de EG, of naar de
EG geïmporteerde goederen waarvoor alle invoerformaliteiten zijn vervuld en alle douanerechten of heffingen zijn betaald en niet geheel of gedeeltelijk zijn terugbetaald.
Zekerheidsstelling Een vorm van zekerheid ter garantie van de inning van rechten en andere door de aangever verschafte heffingen.
Uitvoeringsbepalingen van het Verordening (EEG) nr. 2454/93 i van de Commissie van 2 communautair douanewetboek juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter
uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 i van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek
Manifest niveau II Eén manifest waarvan het gebruik aan ‘toegestane lijndienstondernemingen’ is toegestaan en waarop de status van de goederen die onderweg zijn wordt ingevuld voor de relevante artikelen.
Lichten Een methode voor het lossen van schepen op zee of buiten havens, gewoonlijk vanaf grotere tankers naar kleinere, die vervolgens een lossinghaven binnenvaren.
Ladingslijst Een handelsdocument dat in plaats van aanvullende formulieren bij het SAD kan worden gebruikt ter aanvulling van het SAD ingeval meer dan één artikel wordt verzonden. Indien een manifest niveau II niet gereed is alvorens een schip vertrekt, kan een ladingslijst ter controle aan de douane worden overgelegd op voorwaarde dat op het document de goederen kunnen worden geïdentificeerd en de douanestatus ervan kan worden afgelezen.
Nieuw Geautomatiseerd Systeem Een Nieuw Geautomatiseerd Systeem voor voor Douanevervoer - NCTS Douanevervoer (NCTS) wordt momenteel uitgeprobeerd.
De eerste beproeving van het systeem beperkt zich uitsluitend tot het garanderen van de kracht van het systeem en kent nog geen vereenvoudigde procedures. Het is de bedoeling dat het systeem de komende jaren in staat zal zijn om alle regelingen douanevervoer te verwerken, hetgeen een snelle en efficiënte verwerking van douaneregelingen ten zeerste zal bevorderen.
Belastingvrije gebieden Gebieden die deel uitmaken van het douanegebied van de
Gemeenschap maar niet van het fiscale (BTW) gebied. Dit zijn: de Ålandseilanden, de Canarische Eilanden, de Kanaaleilanden, Frans-Guyana, Guadeloupe, Martinique, de berg Athos en Réunion.
Kantoor van vertrek Een goedgekeurd douanekantoor waar goederen onder de regeling douanevervoer worden geplaatst (zie ook: toegelaten afzender)
Kantoor van bestemming Een goedgekeurd douanekantoor waar goederen en het document voor douanevervoer dienen te worden aangebracht teneinde de regeling af te ronden (zie ook: toegelaten geadresseerde)
Kantoor van zekerheidsstelling Het kantoor waar volgens het besluit van de bevoegde autoriteiten van elk land borgen hun zekerheid dienen te stellen.
Kantoor van doorgang Een goedgekeurd douanekantoor dat zich bevindt:
• bij het punt van binnenkomst in het
douanegebied van de Gemeenschap wanneer de goederen tijdens het douanevervoer over het grondgebied van een derde land zijn vervoerd.
Aangever De persoon die goederen onder de regeling douanevervoer plaatst.
Rijnvaartmanifest De regeling Rijnvaartmanifest is van toepassing op vervoer over de Rijn en de zijrivieren ervan teneinde nationale grenzen te overschrijden nadat een Rijnvaartmanifest is overgelegd.
Enig administratief document Dit is een formulier met meerdere exemplaren dat wordt
(SAD) toegepast in de gehele Gemeenschap, de EVA- en
Visegrad-landen voor de controle van in- en uitvoerproducten en goederen die onderweg zijn.
Het document bestaat uit de volgende acht exemplaren:
• Exemplaar 1 Kantoor van vertrek;
• Exemplaar 2 Uitvoeraangifte;
• Exemplaar 3 CT-exemplaar voor de
aangever/afzender/exporteur;
• Exemplaar 4 Kantoor van bestemming, of
document voor communautaire status (T2L);
• Exemplaar 5 Terugzendingsexemplaar voor
communautair douanevervoer;
• Exemplaar 6 Invoeraangifte;
• Exemplaar 7 Statistisch exemplaar voor
gebruik in de lidstaat van bestemming;
• Exemplaar 8 Exemplaar voor de
geadresseerde.
De nationale douaneautoriteiten verstrekken
verschillende combinaties van de acht exemplaren die
speciaal zijn samengesteld voor het beoogde doel.
Aanvullend formulier bij het SAD Formulier ter aanvulling van de exemplaren van het SAD bij verzending van meer dan één artikel.
Gecombineerde ladingslijst voor Formulier ter aanvulling van de exemplaren van het SAD uitvoer/douanevervoer bij het voor uitvoer en douanevervoer bij verzending van meer SAD dan één artikel.
Status Douanestatus van goederen waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen goederen met een communautaire status (communautaire goederen) en goederen zonder deze status (niet-communautaire goederen).
T1 Op het document voor communautair douanevervoer gedane aangifte dat de goederen onder extern communautair douanevervoer zijn geplaatst.
T2 Op het document voor communautair douanevervoer gedane aangifte dat de goederen de communautaire status bezitten en worden vervoerd binnen de EG, naar of via een EVA- of Visegrad-land, of via een derde land in het kader van intern communautair douanevervoer.
T2F Op het document voor communautair douanevervoer gedane aangifte dat communautaire goederen worden vervoerd naar, van of tussen een deel van het douanegebied van de Gemeenschap waarop de bepalingen van Richtlijn 77/388/EEG i niet van toepassing zijn (“belastingvrije gebieden’), in het kader van intern communautair douanevervoer.
T2L Document ten bewijze van de communautaire status van goederen.
T2LF Document ten bewijze van de communautaire status van goederen die worden verzonden naar, van of tussen een deel van het douanegebied van de Gemeenschap waar de bepalingen van Richtlijn 77/388/EEG i niet van toepassing zijn (‘belastingvrije gebieden’).
TD Op het manifest niveau II gebruikte afkorting om aan te geven dat de goederen zijn gedekt door een andere regeling douanevervoer of een andere regeling.
TF Op het manifest niveau II gebruikte afkorting om aan te geven dat de goederen worden vervoerd naar of van één van de belastingvrije gebieden van de Gemeenschap.
Aangifte voor douanevervoer De handeling waarmee een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze aangeeft dat hij goederen onder de regeling douanevervoer wenst te plaatsen.
BIJLAGE I
‘Toegelaten lijndienst’: algemene controlelijst voor aanvragen
• Aanvrager gevestigd in een lidstaat die een lijndienst onderhoudt
• Aanvrager heeft geen ernstige of herhaalde inbreuken op de douane- of belastingwetgeving
gepleegd
• Alleen schriftelijke aanvragen, ondertekend, gedateerd, met al het vereiste bewijsmateriaal 26 en opgave van de vereenvoudigde procedure die wordt aangevraagd
• Aanvragen ingediend in het land waarin de aanvrager is gevestigd
• Een vergunning wordt verstrekt aan met naam genoemde schepen op een route 27
• Na de goedkeuring dienen de autoriteiten in kennis te worden gesteld van iedere wijziging
die van invloed kan zijn op de voortzetting of inhoud van de vergunning (wijziging van schip of route)
‘Toegelaten lijndiensten’ 28
Wat is een ‘toegelaten lijndienst’? 29
Een ‘toegelaten lijndienst’ mag goederen vervoeren op schepen die uitsluitend in het douanegebied van de Gemeenschap gelegen havens aandoen. Deze schepen mogen geen havens buiten het douanegebied van de Gemeenschap aandoen noch een vrije zone van controletype I (d.w.z. controles die voornamelijk zijn gebaseerd op het bestaan van een afrastering) van een zich in dit gebied bevindende haven. Dit begrip is slechts van toepassing op vervoer van haven naar haven en heeft niet betrekking op het vervoer van goederen buiten de haven of aankomst tijdens binnenlandse reizen. Dat deel van het vervoer wordt uitgevoerd in het kader van de communautaire regeling douanevervoer of kan worden uitgevoerd in het kader van het TIR-systeem indien het een wegtransport betreft met contact met een derde land of dat eindigt in een derde land.
Tenzij het tegendeel wordt bewezen, worden goederen op ‘toegelaten lijndiensten’ geacht de communautaire status te hebben.
Voor door een ‘toegelaten lijndienst’ vervoerde goederen die zich ‘niet in het vrije verkeer’ bevinden zijn documenten voor communautair douanevervoer en een zekerheidsstelling vereist (voor goederen die onder vereenvoudigde regelingen douanevervoer niveau I en niveau II zijn geplaatst is geen zekerheidsstelling vereist).
26 Verstrek de bevoegde autoriteiten informatie over van de manier waarop de administratie van de
bedrijfsactiviteiten wordt gevoerd, hoe vaak gebruik wordt gemaakt van de regeling douanevervoer en andere informatie om deze autoriteiten te helpen vaststellen of aan de verplichtingen kan worden voldaan.
27 Zie Bijlage V voor voorbeeldformulier.
28 Dit begrip van lijndienst dient niet te worden verward met de term "lijndienst" zoals gebruikt voor
vervoer over zee.
43 Wat zijn de voordelen van de status van ‘toegelaten lijndienst’?
• Voor communautaire goederen is geen bewijs van status vereist. Let wel: voor nietcommunautaire
goederen dient de regeling douanevervoer te worden toegepast;
• Voor douanevervoer niveau I en/of niveau II kunnen vereenvoudigde regelingen
douanevervoer worden toegepast die het volgende voordeel hebben:
(a) het systeem is gebaseerd op het eigen manifest of de eigen manifesten van de aanbieder van de diensten;
(b) voor in het kader van T1 of T2F vervoerde goederen is geen zekerheidsstelling voor communautair douanevervoer vereist;
(c) aangezien het manifest de verschillende afzonderlijke documenten voor communautair douanevervoer vervangt, is er sprake van minder administratief werk.
Indien het grootste deel van de vervoerde lading T1-goederen bevat, zal de exploitatie van een ‘toegelaten lijndienst’ meer douanedocumentatie met zich meebrengen dan de exploitatie van een "andere" dienst.
Scheepvaartmaatschappijen die goedkeuring krijgen om een ‘toegelaten lijndienst’ te onderhouden kunnen echter de eisen voor T1-formulieren voor elke T1-zending vermijden door goedkeuring te krijgen voor de vereenvoudigde regeling douanevervoer zodat de afzonderlijke documenten voor douanevervoer door het manifest/de manifesten kunnen worden vervangen.
Een ‘toegelaten lijndienst’ is niet verplicht gebruik te maken van vereenvoudigde regelingen douanevervoer. In dat geval maakt de dienst gebruik van de normale regeling douanevervoer bij het vervoeren van T1- of T2F-goederen en gebruikt hiervoor een SAD en een zekerheidsstelling.
Waar kan een aanvraag voor toelating als een ‘lijndienst’ worden ingediend?
Aanvragen voor een lijndienst moeten worden ingediend bij de douaneautoriteiten van de lidstaat waar de scheepvaartmaatschappij die de dienst verleent is gevestigd. (Zie de lijst met verbindingen naar nationale douaneautoriteiten in Bijlage VI).
Gedeeltelijke-charterregelingen
In het geval van gedeeltelijke-charterregelingen dient een verzoek om toelating als lijndienst te worden ingediend door de persoon (verhuurder of bevrachter), of diens vertegenwoordiger, die de lijndienst definieert, d.w.z. bepaalt welk schip of welke schepen dienen te worden gebruikt voor de lijndienst, en opgeeft welke havens zullen worden aangedaan. De bevoegde douaneautoriteiten kunnen alle voor verwerking van de aanvraag vereiste informatie opvragen.
BIJLAGE II
Vereenvoudigde procedures voor invoer en uitvoer kunnen inhouden 30 :
• de aanvaarding van onvolledige aangiften, of aangiften waarbij niet alle voor de
desbetreffende douaneprocedure noodzakelijke documenten zijn gevoegd;
• de indiening van een vereenvoudigde aangifte met daarna de indiening van een
aanvullende aangifte;
• de invoer of uitvoer van goederen op het bedrijf van de persoon in kwestie of op andere
door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde locaties.
De douaneautoriteiten van sommige lidstaten gebruiken elektronische systemen om vereenvoudigde procedures te vergemakkelijken. Naast de in de communautaire verordeningen aangegeven vereenvoudigingen kunnen de douaneautoriteiten van de lidstaten ook hun eigen vereenvoudigingen toepassen, mits deze in overeenstemming zijn met het communautaire beleid. Nadere informatie is verkrijgbaar bij de nationale douaneautoriteiten van de lidstaten.
30 Verordening (EEG) nr. 2913/92 i van de Raad en Verordening (EEG) nr. 2454/93 i van de Raad, artikelen
253 tot 278
BIJLAGE III
Voorbeelden van scheepsroutes en de hiermee samenhangende eisen voor douanevervoer
Hieronder wordt een aantal typische gevallen gegeven dat het type procedure illustreert dat van toepassing is alsmede de vereiste documenten.
1. Voorbeeld 1: Duinkerken/Rotterdam op een ‘toegelaten lijndienst’
• Normale regeling douanevervoer: zekerheidsstelling verplicht
De communautaire regeling douanevervoer is verplicht voor goederen uit derde landen. Een T1-douaneaangifte (exemplaren 1, 4 en 5 van het SAD) wordt afgegeven en een zekerheidsstelling wordt verstrekt.
Voor aan accijnzen onderworpen communautaire goederen wordt een specifiek begeleidend document (AAD) afgegeven.
OPM.: communautaire goederen bevinden zich in het vrije verkeer en de communautaire regeling douanevervoer is niet vereist.
Vereenvoudigde regeling douanevervoer: geen zekerheidsstelling vereist
De douanestatus van de goederen dient als volgt te worden aangegeven op de manifesten:
-
-(niveau I):
• "T1" voor goederen die onder de procedure voor extern communautair
douanevervoer zijn geplaatst;
• "T2F" voor goederen die onder de procedure voor intern communautair
douanevervoer zijn geplaatst en worden verzonden naar, van of tussen een deel van het douanegebied van de Gemeenschap waarop de bepalingen van Richtlijn 77/388/EEG i niet van toepassing zijn;
-
-of (niveau II):
• “C” voor communautaire goederen;
• “T1” voor goederen uit derde landen;
• "TD" voor goederen die reeds onder een regeling douanevervoer worden vervoerd
(b.v. carnet TIR) of een andere regeling;
• “X” voor communautaire goederen die worden uitgevoerd.
2. Voorbeeld 2: Genua/Marseille op een irreguliere dienst
Bij aankomst in Marseille worden alle goederen geacht goederen uit derde landen te zijn.
• Voor in Genua geladen communautaire goederen (andere dan aan accijnzen
onderhevige goederen): afgifte van een statusdocument T2L of gebruik, op verzoek van de scheepvaartmaatschappij, van een manifest als statusdocument
met de code "C".
• Voor in Genua geladen en aan accijns onderhevige communautaire goederen: er
zal een administratief begeleidend document (AAD) worden verstrekt.
BIJLAGE IV
Overeenkomsten inzake gemeenschappelijk douanevervoer en SAD
In 1987 werden twee overeenkomsten opgesteld tussen de Europese Gemeenschap en alle
EVA 31 -landen. Deze overeenkomsten vereenvoudigen de invoer en uitvoer en het vervoer van
goederen naar, van en tussen de Europese Gemeenschap en de EVA-landen. Eén overeenkomst (EG/EVA Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987, PB L 226 van 18.8.1987 + wijzigingen) voorzag in een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer, terwijl de andere (EG/EVA Overeenkomst betreffende de vereenvoudiging van formaliteiten in de handel in goederen (waaronder een enig administratief document – SAD - voor gebruik in dergelijke handel), PB
L 134 van 22.5.1987 + wijzigingen) voorzag in de vereenvoudiging van invoer-, uitvoer- en douanevervoerformaliteiten. In deze gids wordt naar de overeenkomsten verwezen als de “Overeenkomst” respectievelijk de “SAD-Overeenkomst”. Een SAD-formulier wordt ingevuld als hetzij een T1- hetzij een T2-document om aan te geven welke regeling douanevervoer van toepassing is.
48
ANNEX V
Certificate of an ‘authorised regular shipping service’ (to be added) -Annex V Certificate of an ‘authorized regular -Bijlage V Certificaat van een ‘toegelaten
shipping service’ (to be added) lijndienst’ (toe te voegen)
-EUROPEAN COMMUNITY -EUROPESE GEMEENSCHAP
-Applicant (name of the shipping company -Aanvrager (naam van de
and full address scheepvaartmaatschappij en volledig adres)
-Certificate of shipping regular services – -Certificaat van lijndiensten – Artikel 313,
Article 313a of Regulation (EEC) N° 2454/94 onder a, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 i
-Ports concerned -Betrokken havens
-Vessels entrusted to the shipping regular -Aan de lijndienst toevertrouwde schepen
service
-Traject
-Route
-Andere informatie
-Other information
-Verklaring door de scheepvaartmaatschappij
-Declaration by the shipping company
-Ondergetekende verklaart hierbij dat de
-The undersigned hereby declares that the aangevraagde lijndienst voldoet aan alle
regular shipping service requested obey all voorschriften van artikel 313a, lid 3, lid 6 en
regulations established in Art. 313a (3), (6) lid 8, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 i, te
and (8) of Regulation (EEC) N° 2454/93, weten:
namely
-
1)geen goederen vervoeren naar of van een
-
1)do not transport goods to or from a free vrije zone in een haven in het douanegebied
zone in a port in the customs territory of the van de Gemeenschap; en
Community; and
-
2)alle vervoerde goederen zijn geladen of
overgescheept in een haven in het
douanegebied van de Gemeenschap; en
-
2)all the goods transported were loaded or
transshipped at a port in the Customs territory 3) geen haven in een derde land of in een vrije
of the Community; and zone in een haven in het douanegebied van de
Gemeenschap zal worden aangedaan.
-
3)no calls are made at a port in a third
country or at a free zone in a port in the -Datum
Customs territory of the Community.
-Handtekening
-Date
-Kantoor dat het certificaat van de lijndienst
-Signature heeft afgegeven
-Office which issued the certificate of regular -Stempel
shipping service
-Douanekantoor
-Stamp
-Adres
-Customs office -Datum
-Address -Lidstaat
-Date
-Member state
BIJLAGE VI
Bronnen voor algemene informatie
Europese Unie
http://europa.eu.int/comm/taxation_Customs/Customs/Customs.htm
Directoraat-generaal Belastingen en douane-unie (TAXUD) van de Europese Unie http://europa.eu.int/comm/taxation_Customs/Customs/transit/index_en.htm
Website douanevervoer TAXUD
Nationale douanewebsites – EU-lidstaten:
Oostenrijk: http://www.bmf.gv.at/
België: http://fiscus.fgov.be/interfdafr/organogram/a.htm
Denemarken: http://www.toldskat.dk/
Finland: http://www.tulli.fi/
Frankrijk: http://www.finances.gouv.fr/DGDDI/
Duitsland: http://www.Zoll-D.de/
Griekenland: http://www.gsis.gov.gr/
Italië: http://www.finanze.it/dogane/
Ierland: http://www.revenue.ie/
Luxemburg: http://www.etat.lu/DO/
Nederland: http://www.belastingdienst.nl/
Portugal: http://www.dgaiec.min-financas.pt/sitedgaiec.nsf?Open
Spanje: http://www.aeat.es/inicio.htm
Zweden: http://www.tullverket.se
Verenigd Koninkrijk: http://www.hmce.gov.uk/
Nationale Adviesdienst: 0845 010 9000
Kandidaat-lidstaten:
Tsjechië: http://www.cs.mfcr.cz/
Estland: http://www.Customs.ee/
Hongarije: http://www.vam.hu/
Letland: http://www.vid.gov.lv/
Litouwen: http://www.cust.lt/
Malta: http://www.business-line.com/depofcus/
Polen: http://www.guc.gov.pl/
Roemenië: http://www.Customs.ro/
Slowakije: http://www.colnasprava.sk/cssr/www/CSSRHomePage.nsf/?Open
Slovenië: http://www.sigov.si/mf/angl/apredmf6.html
Turkije: http://www.gumruk.gov.tr/
Andere staten:
Noorwegen: http://www.toll.no/