Verordening 1986/2143 - Maatregelen inzake de invoer van olijfolie uit Tunesië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze verordening was geldig van 10 juli 1986 tot 10 september 1986.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Verordening (EEG) nr. 2143/86 van de Raad van 7 juli 1986 tot vaststelling van bijzondere maatregelen inzake de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

officiële Engelstalige titel

Council Regulation (EEC) No 2143/86 of 7 July 1986 laying down special measures for imports of olive oil originating in Tunisia
 
Rechtsinstrument Verordening
Wetgevingsnummer Verordening 1986/2143
Origineel voorstel COM(1986)350
Celex-nummer i 31986R2143

3.

Key dates

Document 07-07-1986
Bekendmaking in Publicatieblad 10-07-1986; PB L 188 p. 7-7
Inwerkingtreding 10-07-1986; in werking datum publicatie zie art 4
Einde geldigheid 10-09-1986; zie art. 1

4.

Wettekst

Avis juridique important

|

5.

31986R2143

Verordening (EEG) nr. 2143/86 van de Raad van 7 juli 1986 tot vaststelling van bijzondere maatregelen inzake de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

Publicatieblad Nr. L 188 van 10/07/1986 blz. 0007 - 0007

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2143/86 VAN DE RAAD

van 7 juli 1986

tot vaststelling van bijzondere maatregelen inzake de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1454/86 (2), inzonderheid op artikel 36,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het gezien de huidige en de te verwachten voorzieningssituatie van de communautaire markt van olijfolie dienstig blijkt onmiddellijk bepaalde maatregelen vast te stellen om de afzet op korte termijn van een passende hoeveelheid olijfolie van oorsprong uit Tunesië te bevorderen; dat aldus moet worden voorkomen dat de invoer van olijfolie wordt geconcentreerd in de periode die juist voorafgaat aan de produktieperiode voor olijfolie in de Gemeenschap, hetgeen niet zou stroken met een adequaat beheer van deze markt; dat, overeenkomstig de artikelen 97 en 295 van de Toetredingsakte van 1985, deze maatregelen niet van toepassing zijn voor Spanje en Portugal;

Overwegende dat derhalve de algemene bepalingen voor de afgifte van invoercertificaten dienen te worden vastgesteld, ten einde de gelijke toegang van alle olijfolie-importeurs tot dit contingent te garanderen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Bij invoer van niet geraffineerde olijfolie van post 15.07 A I a) en b) van het gemeenschappelijk douanetarief die volledig is verkregen in Tunesië en rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap wordt vervoerd, wordt een bijzondere heffing toegepast van 28 Ecu/100 kg.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde heffing is van toepassing gedurende een periode van twee maanden te rekenen vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze verordening, voor een hoeveelheid van ten hoogste 20 000 ton olijfolie.

Artikel 2

  • 1. 
    Met het oog op de toepassing van de bij deze verordening ingestelde bijzondere heffing, moeten de importeurs aan de bevoegde instanties van de Lid-Staten een aanvraag om een invoercertificaat overleggen.

Deze aanvraag dient vergezeld te gaan van een afschrift van het met de Tunesische exporteur gesloten koopcontract.

  • 2. 
    De aanvragen om invoercertificaten moeten worden ingediend op maandag en dinsdag van elke week. De Lid-Staten delen de Commissie elke woensdag de aanvragen om invoercertificaten mede.
  • 3. 
    De Commissie berekent elke week de hoeveelheden waarvoor aanvragen om invoercertificaten zijn ingediend. Zij machtigt de Lid-Staten certificaten af te geven totdat het contingent is opgebruikt; indien het risico van uitputting van het contingent bestaat machtigt de Commissie de Lid-Staten invoercertificaten af te geven pro rata van de beschikbare hoeveelheid.

Artikel 3

Nadere voorschriften voor de toepassing van deze verordening kunnen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 7 juli 1986.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • N. 
    LAWSON
  • (1) 
    PB nr. 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66.
  • (2) 
    PB nr. L 133 van 21. 5. 1986, blz. 8.

Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

6.

Origineel voorstel

 

7.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

8.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

9.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.