Verordening 2006/1505 - Uitvoering van Verordening 21/2004 wat betreft de minimaal te verrichten controles in verband met de identificatie en registratie van schapen en geiten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EG) nr. 1505/2006 van de Commissie van 11 oktober 2006 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad wat betreft de minimaal te verrichten controles in verband met de identificatie en registratie van schapen en geitenofficiële Engelstalige titel
Commission Regulation (EC) No 1505/2006 of 11 October 2006 implementing Council Regulation (EC) No 21/2004 as regards the minimum level of checks to be carried out in relation to the identification and registration of ovine and caprine animalsRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2006/1505 |
Celex-nummer i | 32006R1505 |
Document | 11-10-2006 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 01-12-2007; Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 038,Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 076,OJ L 280, 12.10.2006,Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 076,OJ L 314M , 1.12.2007 |
Inwerkingtreding | 01-11-2006; in werking datum publicatie + 20 zie art 8 01-01-2007; in werking zie art 8 |
Einde geldigheid | 26-02-2022; opgeheven door 32022R0160 |
12.10.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 280/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1505/2006 VAN DE COMMISSIE
van 11 oktober 2006
tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad wat betreft de minimaal te verrichten controles in verband met de identificatie en registratie van schapen en geiten
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (1), en met name op artikel 10, lid 1, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 21/2004 bepaalt dat elke lidstaat overeenkomstig die verordening een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten moet vaststellen. Er moet dan ook worden bepaald welke controles de lidstaten minimaal moeten verrichten om na te gaan of de voorschriften betreffende de identificatie en registratie van die dieren naar behoren worden uitgevoerd zoals bepaald in die verordening („de controles”). |
(2) |
De bevoegde autoriteit van elke lidstaat dient op basis van een risicoanalyse controles uit te voeren. Bij de risicoanalyse moet rekening worden gehouden met alle relevante factoren, met name diergeneeskundige overwegingen. |
(3) |
Het percentage in de lidstaten te controleren bedrijven en dieren moet worden vastgesteld. Vóór 31 december 2009 zullen die percentages opnieuw worden bekeken in het licht van de resultaten van de door de lidstaten ingediende verslagen over de verrichte controles. |
(4) |
Als algemene regel geldt dat alle dieren op een bedrijf moeten worden gecontroleerd. Voor bedrijven met meer dan twintig dieren mag de bevoegde autoriteit echter de controles beperken tot een passende representatieve steekproef van de dieren. |
(5) |
De lidstaten moeten bij de Commissie een jaarverslag met informatie over de uitvoering van de controles indienen. Het is wenselijk in deze verordening een modelverslag op te nemen. |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Controles op de naleving van Verordening (EG) nr. 21/2004 door de houders
De lidstaten verrichten ter plaatse controles („controles”) om na te gaan of de houders voldoen aan de voorschriften betreffende de identificatie en registratie van dieren zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 21/2004.
De controles voldoen ten minste aan de in de artikelen 2 tot en met 5 van deze verordening vermelde minimumeisen.
Artikel 2
Aantal te controleren bedrijven
De bevoegde autoriteit controleert elk jaar ten minste 3 % van de bedrijven en ten minste 5 % van de dieren in de lidstaat.
Wanneer deze controles echter aan het licht brengen dat Verordening (EG) nr. 21/2004 in aanzienlijke mate niet wordt nageleefd, worden deze percentages in de volgende jaarlijkse inspectieperiode verhoogd.
Artikel 3
Selectie van bedrijven voor de controles
De bevoegde autoriteit selecteert de te controleren bedrijven op basis van een risicoanalyse, waarin ten minste met de volgende factoren rekening wordt gehouden:
a) |
het aantal dieren op het bedrijf; |
b) |
diergeneeskundige overwegingen, en met name vroegere uitbraken van dierziekten; |
c) |
het bedrag van de aangevraagde en/of aan het bedrijf uitbetaalde jaarlijkse premies voor schapen en geiten; |
d) |
belangrijke veranderingen in vergelijking met de situatie in voorgaande jaarlijkse... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de geconsolideerde versie, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.