Uruzgan

Met dank overgenomen van M.I. (Mariëtte) Hamer i, gepubliceerd op donderdag 1 oktober 2009.

Deze week was er opeens weer een debat over Afghanistan. Uit het niets. Aanleiding: speculaties van minister Verhagen over een nieuwe missie in Uruzgan. Daarmee breekt hij met een kraakheldere afspraak in de coalitie. Sterker: hij breekt met de afspraak die hij namens het kabinet met de Kamer heeft gemaakt. Terecht laat de Kamer dit niet over zijn kant gaan.

Ik hou van duidelijk afspraken. De afspraak over het einde van de missie in Uruzgan is er één uit de categorie: kraakhelder. Die afspraak luidt: eind 2010 is de missie in Afghanistan afgelopen. Deze afspraak is niet vandaag of gisteren gemaakt, maar al in 2007. Onze mannen en vrouwen hebben fantastisch werk verricht onder moeilijke omstandigheden. Ze verdienen daarvoor niet alleen groot respect van Kamer en Kabinet: ze verdienen ook duidelijkheid over wanneer we het stokje overgeven aan andere NAVO-partners.

Onduidelijkheid over wanneer dit zal gebeuren was en is niet nodig. Op 30 november 2007 besloot het kabinet: wij blijven nog twee jaar in Uruzgan, maar ook niet langer dan twee jaar. Vanaf 1 augustus 2010 gaat Nederland zich terugtrekken en op 1 december is de terugtrekking voltooid.

Minister Verhagen zei hierover toen in de Kamer: "Ik zeg hier klip-en-klaar dat Nederland na augustus 2010 geen bijdrage zal leveren aan de NAVO-Taskforce Uruzgan. Het zal evenmin een bijdrage leveren aan de ISAF-missie in Uruzgan als daar na december 2010 een force generation process voor noodzakelijk is".

Het meest bizarre aan het debat is dat minister Verhagen niet alleen zijn afspraak met Kamer en coalitie breekt, maar zelfs de minister president tegenspreekt. Waar de premier bevestigde dat de uitspraken en afspraken uit 2007 nog recht overeind staan brak minsister Verhagen drie minuten later met de woorden van zijn politiek leider door rustig door te gaan met speculeren.

De opstelling van de Verhagen is niet alleen laakbaar omdat hij onze afspraken schendt. Het ergste is de onduidelijkheid die hij schept. Onduidelijkheid voor de Nederlandse militairen en hun familie en vrienden. Onduidelijkheid voor de Nederlandse bevolking. Onduidelijkheid wellicht ook voor NAVO-bondgenoten.

Wij laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Daarom hebben we de afspraken uit 2007 vastgelegd in een motie die we samen met de Christen Unie hebben ingediend, waarin we de afspraken uit 2007 herbevestigen en ook tegen welke achtergrond we ze hebben genomen. Afspraak nummer één: we gaan weg uit Uruzgan. Afspraak nummer twee: geen nieuwe missie in Uruzgan.

Laat ook dit duidelijk zijn: we gaan natuurlijk niet weg om korte tijd later toch weer militairen naar Uruzgan te sturen of om ergens anders in Afghanistan vergelijkbaar werk te gaan doen. We hebben afgesproken weg te gaan omdat we militair niet langer konden blijven en we politiek niet langer wilden blijven.

We vonden en wij vinden dat we na vier jaar uitvoeren van een superzware missie ons steentje wel hebben bijgedragen. Natuurlijk hoop ik dat ons werk goed wordt overgedragen en we door kunnen met ontwikkelingshulp en een bijdrage kunnen leveren aan een eerlijk en goed functionerend bestuur. Maar militair gezien zijn anderen weer aan de beurt voor het zware werk. Dat is de duidelijkheid die de Kamer, in tegenstelling tot de minister, biedt.