Inflatie, deflatie en prijsstabiliteit - Hoofdinhoud
De begrippen inflatie, deflatie en prijsstabiliteit hangen nauw samen.
Met inflatie wordt in de regel prijsinflatie bedoeld: een stijging van het algemeen prijspeil, dus de prijsstijging van levensmiddelen, andere goederen en diensten over een bepaalde periode. Dit betekent dat voor hetzelfde bedrag minder kan worden gekocht en dat de koopkracht dus daalt.
Deflatie is het tegenovergestelde en betekent dus een prijsdaling. Dan kan er voor hetzelfde bedrag méér gekocht worden en neemt de koopkracht toe.
Als de prijzen in een jaar minder dan twee procent stijgen, wordt gesproken van prijsstabiliteit. Wanneer de prijzen sterker stijgen, moeten de lonen eigenlijk stijgen om te zorgen dat de koopkracht gelijk blijft. Maar als de lonen stijgen, kunnen producenten die stijging weer doorberekenen in de prijzen. Hierdoor kan een opwaartse spiraal ontstaan waarin lonen en prijzen elkaar omhoog drukken. Een dergelijke loon-prijsspiraal zorgt ervoor dat het vertrouwen in de economie afneemt.
In de eurozone i is de Europese Centrale Bank i verantwoordelijk voor het bewaken van de prijsstabiliteit.