Uitputtingsslag

Met dank overgenomen van P. (Paul) Ulenbelt i, gepubliceerd op vrijdag 16 oktober 2009, 4:39, column.

Zijn baas en zijn collega’s zitten er al jaren mee in hun maag. Op zijn 65e verjaardag was Jan nog in de kracht van zijn leven. Sterk als een beer. Hij verzette twee keer zoveel werk als zijn jongere collega’s. Hobby’s had hij niet. Thuiszitten was niks voor hem. Hij was dus dolblij toen zijn baas vroeg om nog te blijven. Jan is nu tachtig en werkt nog steeds van 6 tot 12 bij het bouwbedrijf. Ondertussen is Jan wel hard achteruit gegaan. Hij is langzaam geworden en ziet niet meer goed. Met het busje waarmee hij personeel ophaalde, durfde hij niet harder dan 30 km per uur te rijden. Eigenlijk functioneert Jan niet meer. Iedereen is het er over eens, behalve Jan zelf. Niemand durft tegen Jan te zeggen dat het niet meer gaat. Wat hij op het werk doet is zijn hobby. De baas is bang dat Jan dood gaat als hij zijn hobby niet meer heeft. Zijn collega’s ook, maar samenwerken met Jan is wel heel zwaar.

Deze situatie komt wel meer voor. Maar dan bij mensen rond de 62. Ze willen niet met prepensioen omdat ze het op het werk leuker vinden dan thuiszitten. Eigenlijk presteren ze al onder de maat. Maar omdat ze al lang in dienst zijn - vaak aangenomen door de vader van de huidige baas - denkt die baas dat deze Jan dan nog maar tot 65 op de loonlijst moet worden gehouden. Zijn collega’s vinden dat ook begrijpelijk. Bij 65 kan het contract zonder argument, zonder vervelende discussies, maar met een enveloppe en een gouden horloge beëindigd worden. Jan heeft dan de finish gehaald. Iedereen trots en blij.

In vrijwel alle CAO’s staat dat de arbeidsovereenkomst eindigt als je 65 wordt. Zonder ontslagvergoeding, maar met pensioen en AOW. Er gaan stemmen op om het automatische einde van het arbeidscontract op je 65e af te schaffen. Je moet zelf kunnen kiezen op welke leeftijd je stopt. Dat klinkt sympathiek. Maar het gaat vele kleine drama’s opleveren. Werken is topsport. De finish ligt bij 65. Je kunt eerder afhaken. Maar een sport zonder afspraken over het einde van de wedstrijd, zonder finish, is geen sport. Het wordt een uitputtingsslag. Misschien niet voor de winnaar, wel voor de omstanders.