2009

Met dank overgenomen van F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, gepubliceerd op vrijdag 2 januari 2009.

“2009 is het jaar waarin het precies 20 jaar geleden is dat de Muur viel en Europa begon aan de laatste fase van de heling na de verschrikkingen van de vorige eeuw”, aldus Frans Timmermans in zijn eerste blog van 2009.

2009 is het jaar van de economische crisis, van president Obama, van, naar ik hoop, een wereldwijd klimaatakkoord in Kopenhagen. Het is ook het jaar waarin het precies 20 jaar geleden is dat de Muur viel en Europa begon aan de laatste fase van de heling na de verschrikkingen van de vorige eeuw. In november 1989 ging ik met een aantal vrienden naar Berlijn om de omwenteling met eigen ogen te aanschouwen. Het was een hele onderneming, eindeloos wachten aan de DDR grens bij Heiligenstadt, ondervraagd door nerveuze Vopo’s, verplicht 100 DMark omwisselen in dat Oost-Duitse monopoliegeld. Mijn oudste zoon is nu met de jaarwisseling met een aantal vrienden naar Berlijn geweest. Zonder oponthoud rechtstreeks doorrijden tot het Brandenburger Tor. Daar met honderdduizenden andere jonge Europeanen het Nieuw Jaar inluiden. Biertjes afrekenen in euri. Vervolgens nog even gaan feesten in de hippe kunstenaarswijk Prenzlauer Berg of bij de Hackesche Höfe in Mitte. Allemaal in de voormalige Sovjetzone, maar dat is de jongelui ontgaan. Zo succesvol is het einde van de Europese deling inmiddels.

Twintig jaar geleden was dat succes helemaal niet zo vanzelfsprekend. In Duitsland is men toen misschien iets te optimistisch geweest. De uitdagingen waar het land voor stond zijn onderschat. De failliete boedel van de DDR stond er nog veel slechter voor dan men dacht. En de versnelde economische integratie, moreel de enige juiste benadering, leverde economisch en politiek extra problemen op. Problemen die tot de dag van vandaag voortduren in sommige van de nieuwe bondslanden, waar de economische en sociale vooruitzichten belabberd zijn. Maar het saldo is na twintig jaar zeer positief. De heling van de Bondsrepubliek heeft Oost en West definitief veranderd. Voor mij is Duitsland wereldwijd hét voorbeeld van een land dat in staat is de demonen van het duivelse verleden te overmeesteren, zonder daarbij de eigen gruwelijke rol in de geschiedenis te miskennen. Dat doet niemand de Duitsers na. Wij Nederlanders mogen ons gelukkig prijzen met deze grote buur.

Waren we in Duitsland te optimistisch, over de rest van Centraal en Oost-Europa zijn we misschien iets te pessimistisch geweest. Als iemand mij in 1989 had gezegd dat de meeste Sovjetsatellietstaten vijftien jaar later lid zouden zijn van de Europese Unie, had ik hem voor gek verklaard. Het economische, politieke, maar vooral ook morele failliet van het communisme was zo groot, dat het in mijn ogen vele generaties zou duren voordat men er bovenop zou komen. Met een inspanning die wij ons als verwende Westerlingen niet kunnen voorstellen, hebben de Oost-Europeanen zich ontdaan van de communistische erfenis. Althans, economisch en politiek, hetgeen de toetreding tot de EU mogelijk maakte. Maar dat is niet het einde van het liedje. Want de sporen van het morele failliet zijn nog erg zichtbaar en leggen nog steeds een zware hypotheek op de samenlevingen daar. Deze heling zal nog veel tijd kosten. Wij moeten onze rol daarbij niet onderschatten. Het gevoel in het Oosten dat men door ons als tweederangs Europeanen wordt gezien is nog steeds groot. Dat gevoel hindert de heling en dus het definitief afrekenen met de communistische demonen. Daarmee is het een Europees probleem en dus ook ons probleem. Wij Nederlanders hebben belang bij een succesvolle afronding van dit proces in heel Europa, omdat het politieke stabiliteit en economische voorspoed bevordert.

Het is trouwens fascinerend te zien dat de oude EU landen stelselmatig onderschatten hoe ook zij zijn veranderd door het einde van de Europese deling. Nederland is misschien wel het meest markante voorbeeld van een land dat zoekende is naar de eigen rol in Europa en de wereld nu oude zekerheden niet meer bestaan. De Duitse inval in 1940 en de gruwelen van de bezetting hebben ons doen afrekenen met de eeuwenoude neutraliteitspolitiek en doen kiezen voor bondgenootschappen na de oorlog die een herhaling van de bezetting moesten voorkomen. Geen fanatiekere NAVO bondgenoot dan Nederland, geen actiever speler op het Europese speelveld dan Nederland. Allemaal onder druk van externe bedreigingen, met name die van de Sovjetunie. Zo gauw die externe bedreigingen minder worden of in ieder geval niet langer rechtstreeks onze onafhankelijkheid om zeep kunnen helpen, zie je de oude neutraliteitsreflex weer opkomen. Ineens vinden we onszelf weer te klein om echt invloed te hebben, vinden we dat de groten te veel over ons te zeggen krijgen, vinden we die andere Europeanen maar vervelend en willen we ons weer terugtrekken achter de Waterlinie. Helaas hoort ook dit tot de ‘VOC mentaliteit’: laat ons nou maar gewoon handel drijven met de hele wereld, maar houd ons buiten alle conflicten, alstublieft!

Het zou tragisch zijn als het einde van de Europese deling zou leiden tot de triomf van onze neutraliteitsreflex. Zeker niet alleen omdat het moreel verwerpelijk is, maar ook omdat in de moderne wereld een Waterlinie nog minder voorstelt dan in 1940, toen we er ook al niets aan hadden. Wie kiest voor afzijdigheid, kiest ervoor speelbal van anderen te worden. Laat daarom 2009 het jaar zijn waarin we in Nederland onze gezamenlijke Europese lotsverbondenheid herontdekken, zodat deze ons kan helpen het Europese maatschappelijke en economische model, dat het minst slechte van de hele wereld is, te behouden en te versterken voor onze kinderen.