Nieuwe energie voor Europa - Hoofdinhoud
Vanmorgen hebben we met enkele leden van de commissie van het Europees verkiezingsprogramma een gesprek gehad met mensen van Tennet, het bedrijf dat het elektriciteitsnet in Nederland beheert. Hun informatie vormde een inspirerende verdieping van ons voorstel voor een Europees supernet voor groene stroom.
Tot nu toe kunnen landen die veel windenergie opwekken hun overschot niet kwijt. Bij een hoge vraag naar stroom, zet elk land eigen noodcentrales in. De pieken kunnen dus niet worden opgevangen voor de momenten waarop er tekorten zijn, eeuwig zonde. Daarom stellen wij een netwerk voor, dat met ondergrondse en onderzeese kabels alle aanbodlocaties en vraaglocaties met elkaar verbinden. Zo kun je op plaatsen waar je veel energie kunt vangen, bijvoorbeeld grote windmolenparken op zee, zonnecollectoren in ten zuiden van Europa, buffers creëren die aanvullend werken op de lokale netwerken die elkaar van stroom voorzien.
De mensen van Tennet wezen erop dat er in de lokale netwerken nog veel winst is te behalen. Opwekken en verbruiken van energie dicht bij elkaar houden. Bijvoorbeeld de zonne-energie die je niet verbruikt, kan naar je buren. Een hele stad zou met een uitgekiend netwerk zichzelf kunnen voorzien van groene stroom. Zeker als het verbruik kan worden verminderd: met een centrale regelaar in woningen, kun je bij minder wind of zon je vriezer of koelkast af en toe een uurtje laten uitvallen. Dat heeft geen effect op de kwaliteit, en heel Europa enkele uurtjes minder stroom, maakt veel verschil.
Met een supernet en lokale flexibiliteit in vraag en aanbod kan Europa helemaal op duurzame energie overstappen. Dat geeft ons ruimte om zuinig om te springen met onze grondstoffen, en hoeven we bijvoorbeeld ons gas niet meer zomaar op te stoken.
De Europese Commissie heeft onlangs blauwdrukken voor ‘supergrids’ opgesteld, en gaat de lidstaten bewegen tot investeringen en samenwerking. Een belangrijke stap, die landen net over een drempel kunnen helpen. Zo heeft de energiecommissaris een impasse vlot getrokken tussen Spanje en Frankrijk. De verbinding door de Pyreneeën die Spaanse windenergie naar Frankrijk zou transporteren, had vijftien jaar oponthoud omdat de landen het niet eens werden.
Overal duiken de goede initiatieven op. Tennet haalt al stroom van de Noorse waterkrachtcentrales naar Nederland, en ondanks de dure infrastructuur ( een miljoen euro per kilometer kabel), is de opbrengst boven verwachtingen. Die opbrengst gaat geheel naar nieuwe verbindingen met het buitenland.
De Duitsers, Denen en Zweden praten over een netwerk voor de windparken langs hun kusten en de Zweedse waterkracht. Langzaam rijgen de verbindingen van een Europees netwerk zich aaneen, maar dat vraagt wel om een Europese trekker, zeker voor de tijden van economische terugval.
Het opbouwen van een Supergrid is natuurlijk een enorme investering, dus dat vraagt om slimme verbindingen. Enkele weken geleden hebben de Europese regeringsleiders vanwege de economische crisis tweehonderd miljard uitgetrokken voor de bestrijding van de werkloosheid. Laat de Spaanse windparken nou meer arbeidskracht vergen dan centrales op fossiele brandstof. En laat een Supergrid in de Noordzee nou zes miljard euro kosten. Peanuts, toch? Dát is nou een mooi staaltje duurzame economie.
En als de regeringleiders niet meteen zelf op deze slimme investeringen komen, dan ligt daar een mooie taak voor een stevig Europees Parlement. Vol gas naar nieuwe energie voor Europa!