Antwoord op vragen over handelen van de MIVD

Met dank overgenomen van A.M.C. (Angelien) Eijsink i, gepubliceerd op donderdag 25 juni 2009.

Afgelopen weken heb stelde ik met collega’s vragen over het handelen van de Militaire Inlichting en Veiligheidsdienst (MIVD). In de media doken verhalen op over afluisterpraktijken, kritische interne rapporten en onterechte schorsingen. De antwoorden zijn niet bevredigend. De minister verschuilt zich achter ‘gevoeligheden’ en ontwijkt zo de vragen. Op dit moment loopt er ook een onderzoek van de commissie die toezicht houdt op de veiligheidsdiensten. Hun rapport zal hopelijk snel aanleiding geven voor een open debat met betrokken bewindslieden. Lees de antwoorden hier onder.

Vragen van de leden Eijsink, Heerts (beiden PvdA) en Van Velzen (SP) aan de ministers van Defensie en van Justitie over een onderzoek van de CTIVD naar de rol van de MIVD bij de schorsing van medewerkers. (Ingezonden 25 mei 2009)

1

Bent u bekend met de berichten “Commissie duikt in MIVD-spionagerel” 1) en “Onderzoek naar rol MIVD bij schorsing medewerkers”? 2)

Ja.

2

Is het waar dat u de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) opdracht heeft gegeven een onderzoek te doen naar het handelen van de Militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst (MIVD) bij de schorsing van twee van haar medewerkers in verband met vermeende corruptie?

3

Welke (nieuwe) informatie, (nieuw) ontstane situatie of (nieuw) verkregen inzicht(en) heeft/hebben u ertoe bewogen deze opdracht aan de CTIVD te geven, gezien het feit dat deze zaak al lange tijd speelt?

Na overleg met de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD), heb ik 12 mei 2009 de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) verzocht onderzoek te doen. De CTIVD heeft 18 mei 2009 per brief positief op deze vraag gereageerd. De CTIVD is een onafhankelijke commissie die op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is belast met het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van de wettelijke taken van de MIVD. Toezicht­rapporten van de CTIVD bied ik voorzien van mijn reactie aan het parlement aan, terwijl gerubriceerde onderdelen ter kennis worden gebracht van de CIVD. De CTIVD treedt tevens op als onafhankelijk adviseur bij de behandeling en beoordeling van klachten over (vermeend) optreden van de MIVD. Ook besteedt de CTIVD periodiek aandacht aan alle gevallen waarin een verklaring van geen bezwaar wordt geweigerd of ingetrokken.

Op mijn verzoek heeft de commissie een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van het handelen van de MIVD jegens de twee medewerkers die sinds maart 2009 niet meer werkzaam zijn bij de dienst. In dit onderzoek wordt ook aandacht besteed aan maatregelen die soortgelijke situaties in de toekomst kunnen voorkomen, alsmede aan bepaalde maatregelen die binnen de MIVD reeds zijn genomen.

Het spreekt vanzelf dat in individuele arbeidsgeschillen de gebruikelijke rechtspositionele procedures moeten worden gevolgd. Ook bij de MIVD gelden onverkort de regels van Defensie. Zo is er medezeggenschap en zijn er vertrouwens­functionarissen binnen de dienst zelf en kunnen klachten worden ingediend bij de Inspecteur Generaal der Krijgsmacht. Ook bij de CTIVD kunnen klachten over de dienst worden ingediend en er kan een beroep op de Nationale Ombudsman worden gedaan. Er zijn geen klachten over de dienstleiding ingediend. Sinds het aantreden van het huidige diensthoofd op 1 mei 2006 is er bij de MIVD naar aanleiding van incidenten in vier gevallen de verklaring van geen bezwaar ingetrokken op basis van een hernieuwd veiligheids­onderzoek. Hiertoe behoren de zaken die in de publiciteit zijn gekomen. Aan twee personen is de verklaring na bezwaar en na advies van de onafhankelijke bezwaarcommissie alsnog verstrekt. Eén beroepszaak loopt nog en de andere is zowel in bezwaar als beroep (bij voorlopige voorziening) afgedaan. Voorts lopen er op dit moment bij de dienst een beperkt aantal rechtspositionele zaken in verband met bezoldiging, functietoewijzing etc. Op een totaal van 850 medewerkers en gelet op de ingrijpende reorganisatie die de MIVD goeddeels achter de rug heeft, zijn dit geen onrustbarende aantallen. Wel is het wenselijk de vinger aan de pols te houden als het gaat om de werkbeleving. Op initiatief van de dienstleiding wordt daarom een werkbelevings­onderzoek uit 2008 op korte termijn herhaald. In goed overleg met de medezeggenschap wordt daar dit najaar mee begonnen en ik zal u over de resultaten informeren in het jaarverslag over 2009.

Ik onderstreep dat ik, gelet op het belang van de rechtsgang, geen openbare mededelingen zal doen over individuele zaken, ook niet als er onverhoopt informatie openbaar wordt. Hetzelfde geldt voor informatie die door derden naar buiten wordt gebracht met betrekking tot het (vermeende) handelen van personen binnen de MIVD, afzonderlijke operaties etc. Wel zal ik gebruik blijven maken van mogelijkheden om vertrouwelijk informatie te verschaffen en verantwoording af te leggen in de CIVD. In berichtgeving over de desbetreffende zaken zijn ook twijfels geuit over de legitimiteit en effectiviteit van de activiteiten van de MIVD.

Gelet op de aard van de dienst en zijn werkzaamheden zijn dergelijke veronderstellingen moeilijk te weerleggen. Door de aandacht kunnen bovendien de informatiepositie en de samenwerking met partnerdiensten in het geding komen en dat is onwenselijk. De MIVD is een professionele en effectieve organisatie met checks and balances - binnen de dienst zelf en tussen de dienst en de Bestuursstaf - die stroken met het karakter van de werkzaamheden. De bevoegdheden van de dienst zijn bovendien wettelijk verankerd en helder omschreven. De CTIVD is op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten belast met het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van de wettelijke taken van de MIVD. Gewaarborgd is dat ik als eindverantwoordelijke controle over de dienst heb, zowel in de opzet als in de werking daarvan.

4

Zijn de betrokken MIVD-medewerkers op de hoogte gebracht van uw opdracht aan de CTIVD om het handelen van de MIVD in hun zaak te onderzoeken? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Zoals hierboven gesteld behelst het verzoek aan de CTIVD meer dan een veiligheidsonderzoek naar de ex-medewerkers van de MIVD. De CTIVD bepaalt zelf op welke wijze zij haar onderzoek inricht en op welke wijze zij daarover met betrokkenen communiceert.

5

Is het waar dat de resultaten van het onderzoek pas begin 2010 worden verwacht? Zo ja, welke gevolgen zal dit hebben voor het dienstverband van de betrokken medewerkers?

7

Wanneer zal de Kamer, al dan niet vertrouwelijk, worden geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek van de CTIVD?

De CTIVD verricht geheel zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid onderzoeken. Ik kan dan ook geen uitspraak doen over het verloop of de uitkomsten van het onderzoek. Op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten stuur ik het toezichtrapport met mijn reactie naar de Kamer en breng ik gerubriceerde delen ter kennis van de CIVD.

6

Kan het rapport van de Commissie Borghouts, dat eerder over deze zaak werd geschreven, alsnog openbaar worden gemaakt? Zo nee, kan worden toegelicht waarom dit volgens u niet mogelijk dan wel wenselijk is?

Het rapport berust op de gegevens die in het veiligheidsonderzoek naar voren zijn gebracht. Het betreft dus persoonsgegevens en die worden niet openbaar gemaakt.

  • 1) 
    De Telegraaf, 20 mei 2009
  • 2) 
    Trouw, 19 mei 2009

Vragen van de leden Heerts en Eijsink (beiden PvdA) aan de ministers van Justitie en van Defensie over de rol van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) bij het ondervragen van huurlingen. (Ingezonden 18 mei 2009)

1 Herinnert u zich de op 16 februari 2009 ingezonden vragen gesteld door de leden Heerts en Eijsink over de rol van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) bij het ondervragen van huurlingen? 1)

Ja.

2 Kan de Kamer, desnoods vertrouwelijk, worden geïnformeerd over het al dan niet bestaan van één of meerdere onderzoeken die de MIVD thans zelf, dus onafhankelijk van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) en/of het Landelijk Parket, uitvoert naar betrokkenheid van Nederlanders bij oorlogsmisdrijven in Kroatië tussen 1991 en 1999?

3 Is/zijn er in het kader van betrokkenheid van Nederlanders bij acties in Kroatië tussen 1991 en 1999 ooit (een) ambtsbericht(en), in welke vorm dan ook, verschenen van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) of MIVD? Zo ja, kan de Kamer hier inzage in krijgen?

4 Kan de Kamer, indien er sprake is van één of meerdere lopende onderzoek(en), tevens vertrouwelijk worden geïnformeerd over de aard en strekking van dit/deze onderzoek(en)? Zo nee, waarom niet?

5 Indien er sprake is van een eigen, onafhankelijk onderzoek van de MIVD, worden in dat geval de resultaten van dit onderzoek wel beschikbaar gesteld aan het Landelijk Parket?

Over (vermeende) onderzoeken door de MIVD kan in het belang van de nationale veiligheid in het openbaar geen mededeling worden gedaan. De commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) kan, indien zij daarom verzoekt, worden ingelicht over (vermeende) onderzoeken door de MIVD. Aan deze commissie kan ook worden medegedeeld of een ambtsbericht is uitgebracht.

Als de MIVD voornemens is de Landelijk officier van justitie Terrorismebestrijding gegevens te verstrekken die van belang kunnen zijn voor de opsporing of vervolging van strafbare feiten, volgt overleg om vast te stellen of, en zo ja op welke wijze, deze gegevens kunnen worden verstrekt. Ook kan de Landelijk officier zelf navraag doen of de MIVD beschikt over gegevens met betrekking tot personen of onderwerpen waar politie en justitie onderzoek naar doen.

6 Door welk land, welke persoon of welke instantie zijn de beschuldigingen tegen Nederlanders geuit ter zake van betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven in Kroatië? Welk(e) van deze beschuldiging(en) vormde voor het Landelijk Parket aanleiding zelf een onderzoek te starten?

Het Team Internationale Misdrijven van de Nationale Recherche heeft het onderzoek verricht naar beschuldigingen dat verschillende bij naam genoemde Nederlanders zich schuldig zouden hebben gemaakt aan oorlogsmisdrijven in de Medak-enclave in Kroatië in september 1993. Voor de voorgeschiedenis en de feitelijke gang van zaken van dat onderzoek verwijs ik naar het persbericht dat sinds 1 april 2009 gepubliceerd staat op de website van het Openbaar Ministerie (zie de bijlage).

7 Kunt u alsnog de vraag beantwoorden hoe, mocht de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) besluiten dat de MIVD niet volgens geldende richtlijnen heeft geopereerd, betrokkenen hiervan op de hoogte worden gesteld?

Indien de CTIVD in een rapport mocht stellen dat de MIVD niet de geldende richtlijnen zou hebben gevolgd, bestaat op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv2002) geen verplichting om derden hiervan op de hoogte te stellen. De rapporten van de CTIVD zijn grotendeels openbaar en worden op het internet gepubliceerd. Een ieder die daartoe aanleiding ziet, kan een klacht indienen over het optreden van personen die betrokken zijn bij de uitvoering van de Wiv2002. Als het de MIVD betreft, wordt de klacht ingediend bij de Minister van Defensie, die daarover advies inwint bij de CTIVD. Vervolgens maakt de minister zijn zienswijze bekend. Daarna staat overigens de weg open naar de Nationale ombudsman.

  • 1) 
    Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 2434