Westerschelde en Hedwige Polder: slot?

Met dank overgenomen van E.A. (Ernst) Cramer i, gepubliceerd op donderdag 3 december 2009.

Na de afronding van de begroting van LNV hebben we nog het spoeddebat over de Hedwigepolder. Aangevraagd op 13 oktober jl…

Is dit nu echt het slot? Kunnen we nu de verdragen uit gaan voeren? Of zullen de natuurorganisaties die bezwaar hebben gemaakt nog verder gaan?

Al eerder heb ik aangegeven dat het ons als ChristenUnie een lief ding waard geweest zou zijn als er een serieus alternatief is. Maar na zoveel onderzoeken moeten we onszelf de vraag stellen wat nieuwe onderzoeken nog meer zullen brengen. Vaak is het in deze dossiers zo dat hoe meer deskundigen we raadplegen hoe meer mogelijkheden we krijgen en de tegenstrijdigheid neemt over het algemeen niet af. Dus wat moeten we nu nog? Ik constateer dat er stevige conclusies liggen dat alternatieven niet gelijkwaardig zijn aan wat eerder ooit bedacht is in de ontwikkelingsschets. En dat deskundigen tot in de hoorzittingen over elkaar heen blijven ronden neem ik dan ook maar voor lief. En dat ik zelf het beeld heb dat er technisch meer mogelijk is en wat mij betreft naar de toekomst toe echt onderzocht moet worden als het gaat om het Verdronken Land van Saeftinghe laat ik ook maar even rusten. Feit is dat er nu een besluit ligt. En dat is belangrijk. Na al deze onderzoeken restte het Kabinet ook niet meer mogelijkheden denk ik zo. De Scheldeverdragen zijn tenslotte ook al lang geratificeerd.

Tijdens het debat werd mij door collega Van de Staaij (SGP) gevraagd wat de waarde was van de handtekening van de ChristenUnie onder zijn motie dat er niet gedwongen ontpolderd zou worden. Dat suggereerde dat wij maar wat bazelen als we ergens onze handtekening onder zetten. Maar dat is natuurlijk onzin. Wij hebben alle moties gesteund die ingediend zijn om ontpoldering te voorkomen. Alle onderzoeken hebben we gesteund die moesten leiden tot een alternatief. Maar dat is dus niet gelukt. We hebben intussen wel het verdrag geratificeerd met een uitspraak van de Kamer dat er ondertussen nog één utlieme poging gedaan zal worden; en dat is het Rapport Nijpels geworden. En we weten dat ook dat niet tot een alternatief heeft geleid. En dus ben je aan het eind van de parlementaire mogelijkheden gekomen. Vervolgens maakt Van de Staaij mij het verwijt slappe knieen te hebben. En dat is toch wel een heel onterecht verwijt. Juist een partij die zuiver parlementair handelen zo ontzettend hoog in het vaandel heeft staan moet weten dat een debat gevoerd op basis van argumenten en dat het juist niet verboden is om een uiteindelijk besluit te laten afhangen van argumenten. In dit debat over de Westerschelde waren we door alle argumenten heen en heeft deze Kamer de Scheldeverdragen geratificeerd. Als je dan het besluit volgt dat de regering heeft genomen zijn dat geen slappe knieen, maar het nemen van bestuurlijke verantwoordelijkheid.

Het is nu zaak dat de werkzaamheden snel opgepakt gaan worden voor zowel de werkzaamheden voor de verdieping als het natuurherstel. En ik hoop oprecht dat de natuurorganisaties die bezwaar hebben aangetekend dat nu intrekken en aan de realisatie van al die verschillende onderdelen van de Scheldeverdragen gewerkt kan gaan worden.

Wordt je nu vrolijk van deze hele discussie? Neen. Het blijkt toch moeilijk om de noodzaak van natuurherstel als een volwaardige discussie te voeren. De emoties in Zeeland als het gaat om het weer onder water zetten lopen hoog op en dat snap ik. De ramp van ’53 heeft diepe wonden geslagen; en verlies aan landbouwgrond wordt niet begrepen. Bij dat eerste moeten we ook altijd heel zorgvuldig blijven overwegen wat nut en noodzaak is van een eventuele ontpoldering. Ik zie echter dat er in de loop van vele jaren telkens weer stukken van die Westerschelde zijn ingepolderd, dat de ruimte om al die energie van eb en vloed steeds kleiner wordt en de beheersbaarheid van verdiepingen en noodzakelijke estuariene natuur noodzakelijk blijkt, moeten we wel kijken dat daar aan kan gebeuren. En dan moeten we goed bedenken hoe we die natuur gaan beheersen. Dat het Verdronken Land van Saeftinghe nu deze natuurwaarde heeft die ze heeft zal dat over een aantal jaren ook gaan gelden voor de Hedwigepolder. En dan? Men stelling is dat we deze gebieden alleen maar met goed beheer kunnen behouden als estuariene natuur. Waarbij de habitat die telkens onderloopt met eb en vloed en zo meewerkt aan het opvreten van de getijdenenergie zorgt voor een beheersbare Westerschelde. Dat geldt wat mij betreft dus OOK voor het Verdronken Land van Saeftinghe. Het is niet anders.

ernst