De huidige weg van de Wvg is een doodlopende - Hoofdinhoud
In Binnenlands Bestuur van 25 mei jongstleden klopt de VNG zich tamelijk zelfgenoegzaam op de borst inzake de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg). Slechts 15% van de gehandicapten is ontevreden over de uitvoering van de wet door de gemeenten. Als huisarts zou ik een groot probleem hebben als 15% van mijn patiënten bij een consult ontevreden de deur zou uitgaan. En mijn aansprakelijkheidsverzekering zou Amerikaanse hoogten aannemen. Het is grondig mis met de Wet voorzieningen gehandicapten als de gehandicapten waar het allemaal om draait zo massaal problemen hebben met de gemeentelijke uitvoering.
door Henk van Gerven, huisarts en raadslid voor de SP in Oss
De kern van het probleem is naar mijn inzicht drieledig:
Allereerst is bij de decentralisatie in 1994 het budget voor de gemeenten niet wezenlijk vergroot terwijl de doelgroep met de komst van de gehandicapten boven de 65 verdubbelde. Deze bezuiniging heeft met name geleid tot een drastische verlaging van het vervoersvoorzieningenniveau.
Ten tweede zijn door de lokale invulling van de zorgplicht grote verschillen tussen gemeenten ontstaan. In de ene gemeente krijgt een gehandicapte nog 2200 gulden voor het regelen van zijn vervoer. In een andere gemeente krijgt dezelfde gehandicapte niets meer en is alleen aangewezen op het collectief vervoer.
Ten derde is er met de wet structureel iets mis. Collectieve vervoerssystemen voor zowel gezonden als gehandicapten worden gefinancierd met Wvg-gelden die bedoeld zijn voor de individuele gehandicapte.
In de huidige structuur is de gemeentelijke autonomie gekoppeld aan een wet die weinig concrete rechten waarborgt en aan een strak budgettair kader. Als het de politiek echt ernst is dat mensen met een handicap ook meetellen dan betekent dat een drastische verruiming van het budgettaire kader. Ook dient de wet ingrijpend gewijzigd te worden. Daarbij kan gedacht worden aan een volgende opzet:
-
-Het collectief vervoer voor zowel gezonden als gehandicapten wordt een verantwoordelijkheid van Verkeer en Waterstaat. Alleen een landelijke regie kan afrekenen met de lappendeken van verschillende en niet op elkaar aansluitende vervoerssystemen van de gemeenten. Het spreekt voor zich dat het Openbaar Vervoer niet wordt gefinancierd met de Wvg-gelden.
-
-De overige voorzieningen zoals hulpmiddelen, woningaanpassingen en autoaanpassingen worden ondergebracht in de AWBZ. Dat is een volksverzekering met een duidelijke afdwingbare individuele zorgplicht en met een open einde financiering. Bovendien verdwijnen bij een landelijk AWBZ-regiem de onaanvaardbare verschillen tussen de gemeenten onderling.
-
-Er moeten mogelijkheden komen voor 'zelfregelaars'. In principe worden voorzieningen uit de AWBZ collectief geregeld en in natura verstrekt. Een maximale keuzevrijheid binnen dit systeem is uitgangspunt. In bijzondere situaties kan het daarom gewenst zijn dat gehandicapten zelf een specifieke voorziening kunnen aanschaffen. Dat neemt niet weg dat de overheid te allen tijde verantwoordelijk blijft voor een optimale kwaliteit en bereikbaarheid van de voorzieningen.
-
-Een vaste vergoeding voor extra reiskosten. Voor vele gehandicapten voldoet het openbaar vervoer niet. Slechts 4,7% van de gehandicapten maakt gebruik van TraXX en circa 0,5% maakt gebruik van de trein. Ook echter bij een goed werkend openbaar vervoer is vervoer duurder voor gehandicapten door hun grotere afhankelijkheid vanwege medische beperkingen. De forfaitaire vervoersvergoeding voor alle vervoersgehandicapten op basis van een realistische schatting van de meerkosten dient te worden gehandhaafd. Ten minste dient de geïndexeerde 50% norm van de AAW als ondergrens te blijven. Dat biedt gehandicapten de mogelijkheid dit geld aan het openbaar vervoer te besteden of naar eigen inzicht aan een individuele vervoersvoorziening als dit beter bij hun situatie past.
De huidige weg van de Wvg is een doodlopende. Laten we deze verlaten. De Wvg dient te worden vervangen door een wet die de gehandicapten werkelijk garandeert volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving.
Dit artikel verscheen in Binnenlands Bestuur van 15 juni 2001