Kerk moet kerk zijn en niet armoedebestrijder

Met dank overgenomen van S. (Sadet) Karabulut i, gepubliceerd op dinsdag 1 juli 2008.

Het werk van de kerk is nobel. Maar de hulp aan armen mag niet afhankelijk zijn van de charitas.

door Sadet Karabulut, Tweede Kamerlid voor de SP

Kerken gaven vorig jaar ruim 11 miljoen euro uit aan armoede en zij maken zich ernstig zorgen over het feit dat de kerkelijke financiële hulp een structureel karakter heeft. Problemen waardoor mensen in geldnood komen, zijn vooral schuldenproblematiek en een langdurig laag inkomen. Dat blijkt uit het interkerkelijk armoedeonderzoek ’armoede in Nederland 2008’, dat vorige week donderdag werd gepresenteerd.

In Trouw van die dag stond een ingekorte versie van de speech die staatssecretaris van sociale zaken Ahmed Aboutaleb liet uitspreken door zijn vervanger, bij het in ontvangst nemen van het onderzoek. Hij laat weten: “Arm is de samenleving die kinderen de kans op een betere toekomst niet geeft”, en: “Arm is de samenleving die mensen dat zicht op participatie ontneemt.” Ik zou er aan willen toevoegen: arm is de samenleving die armoedebestrijding aan charitas overlaat.

De staatssecretaris bejubelde het werk van de kerken en benadrukte nog maar eens dat armoede meer is dan het gebrek aan geld. Ik zal de laatste zijn die ontkent dat werk en scholing mensen en hun kinderen kan helpen te ontsnappen aan armoede. Maar er is veel meer nodig. Alleen al het groeiend aantal werkende armen in Nederland laat zien dat werk niet per definitie het recept tegen armoede is. Chronisch zieken of gehandicapten kunnen niet door werkaanvaarding hun inkomen verbeteren. Ook door een scheiding of verlies van een baan, kunnen mensen in de positie terecht komen dat ze geen inkomen hebben en tijdelijk of een langere periode afhankelijk zijn van een vangnet.

Een vangnet, waar de overheid voor verantwoordelijk hoort te zijn en niet de kerken of voedselbanken. De tijden dat je je hand moest ophouden bij de poort van de stad of moest bedelen om voedsel hadden wij toch al in de Middeleeuwen achter ons gelaten? Niets is minder waar. De hulp van kerken aan mensen in armoede is onverminderd hoog en steeds meer mensen lijken afhankelijk te zijn van de voedselbank. Misschien voor veel mensen een ver-van-hun-bed-show, maar voor grote groepen mensen de rauwe werkelijkheid.

Charitas, zoals het werk van de kerken, is bewonderenswaardig en nobel. Velen zouden nog iets kunnen opsteken van de bereidheid om een medemens te helpen. Echter, dit is geboren uit nood, uit armoede wil ik bijna zeggen. Sympathiek dat de staatssecretaris de kerken prijst, maar hij zou zich er niet bij neer moeten leggen dat zoveel mensen afhankelijk zijn van charitas. Hij zou zich er niet bij neer moeten leggen dat mensen elkaar ’al eeuwen zo helpen’. Het zou de staatssecretaris sieren als hij wel de ambitie had om een einde te maken aan de sociale armoede in Nederland.

Dit kabinet zegt de bestrijding van armoede hoog op de politieke agenda te hebben staan. Inderdaad, er wordt geld uitgetrokken voor kinderen. Natuurlijk, dat moet ook. Maar met 1,4 miljoen mensen in armoede, waarvan een op de tien niet iedere avond een warme maaltijd op tafel kan zetten of voldoende geld heeft om de woning te verwarmen, is er veel meer nodig. Ik daag dit kabinet uit om niet alleen de kinderen te helpen, maar ook hun ouders, buren, opa’s en oma’s.

De staatssecretaris bejubelt het werk van de kerken. Hij kan niet anders, ze doen zijn werk. Maar het feit dat de kerkelijke financiële hulp structureel is zou hem aan het denken moeten zetten. Niet de kerken zijn verantwoordelijk voor armoedebestrijding, de regering is dat. Het lijkt me niet meer dan vanzelfsprekend dat Aboutaleb, zoals hij heeft aangekondigd, de kwijtschelding voor gemeentelijke belastingen automatisch wil gaan regelen.

Maar dit is een druppel op de gloeiende plaat van een structureel inkomenstekort van mensen die in armoede leven. Waar dit kabinet vooral werk en participatie als dé methode ziet om armoede te bestrijden, is eindelijk het benul doorgesijpeld dat ook een gebrek aan geld een oorzaak van armoede is. Een structureel gebrek aan geld wil ik daar aan toevoegen. Er moet stevig worden ingezet om het niet-gebruik van voorzieningen terug te dringen, maar om het structureel tekort aan inkomen aan te pakken bepleit ik in de eerste plaats een verhoging van het sociaal minimum. Laat mensen niet afhankelijk zijn van charitas, laat de kerken weer kerken zijn en de overheid haar verantwoordelijkheid nemen.

Dit artikel verscheen in Trouw van 1 juli 2008