Marktwerking bedreigt de waardigheid van onze doden - Hoofdinhoud
De commerciële belangen op de begraafplaatsen nemen toe. Daarom is het nodig om regels te stellen voor het ruimen van graven, aldus Ronald van Raak.
Ronald van Raak is lid van de Tweede Kamer voor de SP
Eens was ik net als u die dit nu staat te lezen/
En zoals ik nu ben, zo zult gij eenmaal wezen.
Dit gedichtje citeert Maarten ’t Hart in De Aansprekers (1979). Het staat op een graf dat zijn vader gaat ruimen. De kleine Maarten kan niet geloven dat hier een mens ligt, totdat zijn vader hem een roodgekleurd botje in zijn hand duwt: ‘Dit was een mens geweest, van de man van het rijmpje, en ik zou ook eenmaal zo zijn, dat voelde ik opeens. Er was geen plaats voor een andere gedachte.’
We begraven onze doden met alle egards, maar het ruimen van graven gebeurt met veel minder aandacht. Het gaat niet meer zo grof als in de jonge jaren van ’t Hart, maar een aantal incidenten laat zien dat ook nu veel fouten worden gemaakt. In Nederland overlijden elk jaar zo’n 140.000 mensen. Het beheer over onze doden verloopt over het algemeen goed. Maar soms gaat het mis, en worden bezoekers van begraafplaatsen geconfronteerd met stoffelijke resten.
In april van dit jaar beklaagde een inwoner van Ulft dat hij bij het harken van het graf van zijn vader telkens menselijke resten vond. Er waren ernstige fouten gemaakt bij het ruimen van het graf. In Schiedam werden in maart in alle openheid restanten van lijkkisten, kledingresten, botten en gebitten aangetroffen. Dat mensen nu met misstanden naar buiten komen is mede te danken aan Hans Holdorp. Hij richtte in 2002 een Comité van Waakzaamheid op, nadat hij tijdens een bezoek aan het graf van zijn vrouw in Leusden werd geconfronteerd met een onafgedekte knekelput, waarin na het ruimen van graven menselijke resten bij elkaar worden gegooid.
Sinds de jaren vijftig, toen de jonge Maarten ’t Hart met zijn vader ging ruimen, is er veel verandert. Maar sommige zaken zijn nagenoeg hetzelfde gebleven. Begraafplaatsen hebben een grote vrijheid in de keuze wie zij graven laten ruimen. Dat kunnen gespecialiseerde bedrijven zijn, maar dat kan ook de tuinder om de hoek zijn. Voor het ruimen van graven is geen opleiding nodig en ook geen certificaat.
Het aantal mensen in Nederland is sterk toegenomen. Het aantal sterfgevallen ook. Er komt steeds meer druk op de ruimte, begraafplaatsen hebben lang niet altijd voldoende mogelijkheden om uit te breiden. Daarbij besluiten steeds meer gemeenten dat begraafplaatsen kostendekkend moeten worden geëxploiteerd. Mede hierdoor zijn de kosten voor een graf tussen 2002 en 2007 met gemiddeld 50 procent gestegen. Op Ameland ben je 495 euro kwijt voor een graf, maar in Naarden moet 6.072 euro worden betaald.
Vlak na het reces behandelt de Tweede Kamer een nieuwe Wet op de lijkbezorging. Dit is een goed moment om regels te stellen voor het ruimen van graven. Haarmee is ondertussen al enige ervaring opgedaan. Het Comité van Waakzaamheid heeft met een aantal gemeenten, als eerste met Apeldoorn, een convenant gesloten. Op begraafplaatsen in deze gemeenten wordt op een nieuwe manier gewerkt.
Op deze begraafplaatsen worden grenzen gesteld aan de manier waarop machines mogen worden ingezet bij het heropenen van graven. De graven worden één voor één geopend, de botten worden in juten zakken per lijk bij elkaar gehouden en op respectvolle wijze in een verzamelgraf gelegd. Dat is ongeveer 40 procent duurder. Kostenstijgingen hebben we eerder ook gezien bij het cremeren, toen daar aanvullende en kostbare milieueisen werden gesteld. Maar we blijken graag bereid om dat te betalen.
Wat de SP betreft moeten begraafplaatsen voortaan kiezen uit gecertificeerde grafruimers. Bij het ruimen worden beperkingen gesteld aan machinale ondersteuning. Menselijke overblijfselen worden bijeengebracht in een knekeldoos of een lijkhoes. En bijgezet in een Algemeen Verzamelgraf, dat goed wordt onderhouden en waar nabestaanden de mogelijkheid hebben om hun doden te herdenken. Op deze manier voorkomen we dat de waardigheid van onze doden wordt aangetast. Want: zoals ik nu ben, zo zult gij eenmaal wezen.
Dit artikel verscheen onder meer in Brabants Dagblad van 26 juli 2008