Nationale Conventie: niet in iets nieuws vluchten - Hoofdinhoud
Soms moet je buiten gebaande paden treden om tot nieuwe inzichten te komen. Daarom heeft minister Pechtold in de Nationale Conventie een aantal kritische geesten bijeengebracht. Zij moeten antwoorden formuleren op ingewikkelde staatsrechtelijke kwesties als de verhouding tussen regering en parlement, de positie van de Grondwet, de rol van politieke partijen en de verhouding met de Europese Unie. Begin februari was de eerste bijeenkomst. Toen werd duidelijk dat de conventie te veel een speeltuin wordt van vrijblijvende ideeën.
Door Ronald van Raak, lid van de Eerste Kamer voor de SP en adviseur van de Nationale Conventie.
Samen met tientallen leden en adviseurs van de conventie werd ik onderdeel gemaakt van een ‘creatief proces’ dat een door de minister ingehuurd bureau voor ons had bedacht. Om de wijsheid en creativiteit te prikkelen werden we uitgenodigd om stellingen te bedenken, op briefjes te plakken en handtekeningen op te halen. Heel leuk, maar weinig zinvol. En enigszins beschamend.
De kwaliteit van de wetenschappers, journalisten en opiniemakers in deze staatscommissie moderne stijl verdient een meer serieuze bejegening. In het verleden werden staatscommissies in het leven geroepen op het moment dat politici niet zélf tot een oplossing van ingewikkelde staatsrechtelijke problemen wisten te komen en behoefte hadden aan nadere analyse. Om die reden hebben in het verleden (staats)commissies onder leiding van Cals/Donner, Biesheuvel en De Koning onderzoek gedaan naar staatkundige kwesties.
De legitimiteit van deze commissies lag in hun analyses: de leden werd op basis van hun deskundigheid gevraagd een inhoudelijk advies te geven. De Nationale Conventie lijkt de analyse verregaand te willen beperken - voorzitter Hoekstra verwijst in Binnenlands Bestuur van 3 februari naar ‘alle rapporten die al zijn verschenen’ - en zich vooral te willen richten op het presenteren van oplossingen. Deze aanpak weerspiegelt het pragmatisme van de minister, maar is toch niet erg kansrijk.
Analyse en oplossing kunnen niet van elkaar worden gescheiden. Hoekstra zegt dat de conventie geen blauwdrukken zal geven voor nieuwe staatsrechtelijke structuren, maar creatieve aanbevelingen wil doen voor het functioneren van regering, partijen en parlement. Maar de mankementen die ons democratisch bestel vertoont, zijn meer dan een kwestie van vorm. Ik steun de gedachte om de discussie daarover breder te trekken, maar dat debat moet in aard en opzet gedegen zijn. Ik hoop dat na deze valse start de Nationale Conventie zich aan zichzelf en de samenleving verplicht voelt om het noeste handwerk niet te schuwen en nee durft te zeggen tegen al te postmodernistisch gedoe.
Dit artikel verscheen in Binnenlands Bestuur van 24 februari 2006.