Blunder vrije energiemarkt wordt steeds duidelijker

Met dank overgenomen van J.G.Ch.A. (Jan) Marijnissen i, gepubliceerd op dinsdag 9 september 2003.

Dit artikel verscheen op 9 september 2003 in het Financieele Dagblad

Minister Brinkhorst van Economische Zaken houdt vol dat de vrije energiemarkt toch nut heeft. Dat zit hem dan vooral in het feit dat klanten in een vrije markt keuzevrijheid hebben. Alle problemen die hiermee gepaard gaan, zoals afgenomen leveringszekerheid, op termijn fors hogere prijzen en minder aandacht voor het milieu, bestempelt hij als kinderziektes. Niets is minder waar.

De Flevocentrale, één van de schoonste nieuwe centrales in de wereld, staat nu weg te roesten. De prijs van de stroom was nét iets te hoog om effectief te kunnen concurreren met de vuile stroom uit Duitsland en de kernenergiestroom uit Frankrijk. De distributiebedrijven gooien jaarlijks tientallen miljoenen over de balk aan onzinnige reclamecampagnes. Bij gebrek aan onderscheidingsmogelijkheden - waaróp moet je immers concurreren? Stroom is stroom, nietwaar - zijn dure reclamebureaus gevraagd slagzinnen te bedenken, slogans die mij en u moeten overtuigen om over te stappen van Rendo naar Essent bijvoorbeeld. U wordt aangemoedigd over te stappen van “Rendo, bruisend van energie” naar “Essent: Lekker Leven”. Ik kan ook naar Westland, dan kies ik voor “Energie met Groeikracht” of naar Eneco: “Eneco energie, mijn energie”. Iedereen verwacht een administratieve chaos als straks al die mensen van elektriciteitsbedrijf gaan wisselen omdat ze ergens anders een paar centen goedkoper uit zijn.

Toen de liberalisering in gang werd gezet was er nog ruim voldoende elektrisch vermogen en een vrijwel storingsvrij stroomnet. De geprivatiseerde stroomproducenten konden daardoor vrij makkelijk hun dure maar ook milieuvriendelijker warmtekracht gekoppelde centrales uitzetten om goedkope kernenergie te gaan importeren. Vanwege de grote reserves nam hierdoor de leveringszekerheid niet meteen noemenswaardig af. Hetzelfde gold voor het stroomnet. Dit was zo goed, dat men het onderhoud best wel wat kon laten versloffen, zonder dat er acuut problemen zouden ontstaan. De minister heeft dus gelijk als hij schrijft dat de netwerkkosten de afgelopen tijd zijn gedaald en geliberaliseerde klanten lagere stroomprijzen betalen. Daar staat tegenover dat het aantal minuten dat mensen jaarlijks zonder stroom zaten tussen 1998 en 2002 toenam met 33 procent van 21 minuten naar 28 minuten en de binnenlandse reservecapaciteit is gekelderd van 27 naar 12 procent.

De prijsdalingen zullen geen stand houden. Het achterstallig onderhoud van de netten moet worden weggewerkt en zonder investeringen in nieuwe productiecapaciteit kunnen we volgens Cap Gemini Ernst & Young vanaf 2005 op stroomuitval rekenen. Deze investeringen komen er volgens Essent alleen als de groothandelsprijs voor stroom minstens 25 procent stijgt, van 30 à 35 euro per mWh naar 40 à 45. Ook Electrabel en Eon Benelux vinden de stroomprijs in Nederland te laag. Hieruit kun je afleiden dat de kostenverlagingen eerder bereikt zijn door investeringen uit te stellen dan door efficiencyverbetering, zoals de minister stelt.

In een vrije markt kunnen bedrijven failliet gaan. Als een energiebedrijf failliet gaat, mag dit niet betekenen dat klanten zonder stroom komen te zitten. Daarom krijgen ze 10 dagen de tijd om een andere leverancier te vinden en moet het netbedrijf in de tussentijd de levering tegen een gemiddelde energieprijs overnemen. Hiervoor kopen zij bij verschillende producenten zo goedkoop mogelijk in. Dit is de theorie. Toen Energy XS op 18 augustus jongstleden failliet ging werd duidelijk hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Na het faillissement gaven de netbedrijven de klantgegevens door aan hun zusterondernemingen: Continuon aan Nuon, Eneco netbeheer aan Eneco, etcetera. Vervolgens kregen de gedupeerden, waaronder Schiphol en de gemeentes Haarlem, Tilburg en Groningen een dreigbrief van dit bedrijf. Nuon bijvoorbeeld bestond het om de gemeente Haarlem op 21 augustus een brief te sturen waarin het een aanbod deed dat 75 procent duurder uit zou vallen dan het bestaande contract. Men kreeg één dag bedenktijd, anders zou op 2 september de stroom worden afgesloten. Dit soort brieven werd ook naar de meldkamer brandweer en ambulance gestuurd.

De problemen rond Energy XS zijn grotendeels terug te voeren op een gebrekkige scheiding tussen de netbedrijven en de leveranciers. Dit zijn doorgaans onderdelen van hetzelfde concern. Dat is zoiets als Schiphol onderbrengen bij KLM. Het is onder die omstandigheden niet zo verrassend dat een netbedrijf de gezamenlijke jaarrekening probeert op te poetsen door zijn eigen leverancier voor te trekken. De minister wil dit in de toekomst voorkomen door “de eisen aan de onafhankelijkheid van netbeheerders te verscherpen”. Het is hem kennelijk een brug te ver om ze echt onafhankelijk te maken. Volgens de SP moet dit wel. Het heeft geen zin om stroomnetten dubbel uit te voeren en dus zullen netbedrijven altijd een monopoliepositie hebben. Om te voorkomen dat ze deze gaan misbruiken, moeten hun banden met leveranciersbedrijven worden doorgesneden en zullen ze in overheidshanden moeten blijven.

Het zijn dus geen kinderziektes. In een vrije energiemarkt komt reservecapaciteit er niet om dat dat in het algemeen belang is, maar omdat het geld oplevert. Als de stroomprijs laag is, wordt er niet geïnvesteerd. De stroomprijs zal daarom op termijn eerder hoger dan lager uitvallen. Ten tweede loopt de consument in een vrije markt het risico van gedwongen winkelnering bij het leveranciersbedrijf van zijn netbedrijf als zijn leverancier failliet gaat. Dit kan alleen worden voorkomen door de netbedrijven werkelijk onafhankelijk te maken en in overheidshanden te houden. Ook de productie zou weer in overheidshanden moeten worden gebracht of in ieder geval zouden producenten gedwongen moeten worden voldoende reservecapaciteit achter te houden. Stroom is te belangrijk geworden om zomaar aan de grillen van de vrije markt over te laten.