Stabiliteitspact blijkt boterzacht bij eerste test

Met dank overgenomen van J.G.Ch.A. (Jan) Marijnissen i, gepubliceerd op donderdag 21 februari 2002.

Algemeen Dagblad, 21 februari 2002

“Il duro” (de harde) werd minister Zalm van Financiën in Italië genoemd toen hij enkele jaren geleden zijn kritiek uitte op de Italiaanse begrotingspolitiek. De gulden zou niet zomaar in de Hofvijver worden gegooid. Krap 50 dagen na de introductie van de eurobankbiljetten en euromunten blijkt het stabiliteitspact boterzacht, daalt de koers van euro verder en schiet de inflatie omhoog. Waar is Zalm nu? De euro is van ons allemaal geworden, de bijbehorende duivelse dilemma’s ook. Moeten Nederlandse burgers nu sociale verslechteringen in andere EU-landen gaan eisen?

Het is de ironie van de geschiedenis dat juist Duitsland nu de geloofwaardigheid van het stabiliteitspact ondergraaft. Dit land was samen met Nederland in 1997 de aanstichter van het pact. Men wilde kost wat kost vermijden dat landen die hun financiën op orde hebben gaan meebetalen aan de geldontwaarding die het gevolg is van financieel wanbeheer door andere landen. Dat was de Duitse bondskanselier Schröder blijkbaar vergeten toen hij vorige week stemmen ronselde om een officiële berisping te voorkomen. Dat zou hem in de verkiezingsstrijd maar slecht van pas komen. Het resultaat is dat Duitsland en Portugal geen waarschuwing krijgen voor hun te hoge begrotingstekort. Met de plechtige belofte dat hun begroting in 2004 een evenwicht zou laten zien komen ze er nu vanaf. Het Duitse tekort komt naar verwachting dit jaar uit op 2,7% BBP. Dit is net onder het maximum van 3% BBP. Het beloofde begrotingsevenwicht van Duitsland in 2004 kan alleen worden bereikt met een forse economische groei, snijden in de overheidsuitgaven en belastingverhogingen. Dat laatste is echter niet te verwachten want de sociaal-democratische regering heeft net voor miljarden euro’s de vennootschaps- en inkomstenbelasting verlaagd.

Volgens de vice-voorzitter van de Duitse Nationale Bank, die in 1997 de regels voor het stabiliteitspact mee hielp schrijven, is de uitkomst van de Ecofin van deze week ‘een gevaar’ voor de euro en het hele monetaire bouwwerk. Onze minister van Financiën sprak echter van een ‘inhoudelijk goed resultaat’, terwijl hij vorig jaar een tekort van 1,9% in Italië nog ‘zeer zorgelijk’ noemde. ‘Ongelukkig dat dit een publiek debat werd’, zei de minister verder terwijl hij in 1997 zelf het publieke debat zocht over Italië en hem door de PvdA zelfs ’spaghettifobie’ werd verweten. ‘Dit schaadt de geloofwaardigheid van de euro. Dat is niet meer te repareren’, geeft ook Zalm toe.

Ik vrees dat de problemen van de euro echter verder gaan dan de mate waarin het stabiliteitspact werkelijk hard is. Want, wat als Duitsland dit jaar de magische 3% overschrijdt? Volgens de regels van het stabiliteitspact moet het land dan een boete van maximaal 0,5% BBP betalen. Dat zou in het geval van Duitsland op een bedrag van omstreeks 15 miljard euro uitkomen. Direct effect: het tekort gaat naar 3,5% BBP. Natuurlijk zal Duitsland dit gigantische bedrag nooit ophoesten. En wat dan? Stuurt Duisenberg of de Europese Commissie dan een strafexpeditie om de Duisters weer in het gareel te krijgen? Gaat Europol de Duitse politie vragen de Duitse minister van Financiën op te pakken?

Dit zijn geen symbolische vragen die bij een snel herstel van de Duitse economie nooit meer aan de orde zullen komen. Bijvoorbeeld: Nederland heeft zijn pensioenvoorzieningen goed op orde met een spaarpot van meer dan 100% BBP bij de pensionfondsen. De grootste landen die meedoen aan de euro (Duitsland, Frankrijk en Italië) hebben nagenoeg niets opzij gezet en krijgen de komende decennia grote financiële problemen. Maar juist die grootste landen komen ook het gemakkelijkst onder het stabiliteitspact uit. Kreeg Ierland vorig jaar nog wél een waarschuwing (vanwege een oplopende inflatie), Duitsland ontspringt de dans omdat het als de grootste nettobetaler aan de EU meer invloed heeft dan het nietige Ierland.

De twijfel over de hardheid van het stabiliteitspact en de bijbehorende boetes illustreren het centrale probleem van de euro. Europa is wel een monetaire unie maar geenszins een politieke. Nog sterker: de politieke tegenstellingen tussen de landen van de Unie kunnen nu wel eens heel snel scherper worden. Op basis van het Stabiliteitspact en ten behoeve van een stabielere euro zou Nederland nu moeten aandringen op ingrijpende bezuinigingen in Duitsland. Maar Nederland heeft geen zeggenschap en hoort ook geen zeggenschap te krijgen over de binnenlandse politiek van ons buurland - zo min dat wij willen dat de Duitsers bij ons komen zeggen hoe het moet. De nationale, democratisch gekozen parlementen gaan daarover. Daarmee manifesteert zich de geweldige - en toenemende - spanning tussen de (eisen van de) monetaire unie en de (afwezigheid van een) politieke unie. Het bewijst ook dat het Europese integratieproces volstrekt van de verkeerde kant af verloopt. Een monetaire unie hoort de bekroning van een gaandeweg gewilde en gevormde politieke unie van onderop te zijn. Nu is voor de omgekeerde weg gekozen, die weliswaar aantrekkelijk is voor multinationale ondernemingen en grote kapitaalbezitters, maar die een democratische, politieke integratie juist belemmert. EU-landen zullen veeleer tegenover elkaar komen te staan dan naast elkaar. Hoe moeten alle Menschen Brüder werden, als Nederlandse burgers gaan eisen dat de werkloosheidsuitkeringen in Duitsland omlaag gaan teneinde daar het begrotingstekort te verlagen en daarmee de eurokoers op te stuwen?

Toen ons werd verteld dat de euro van ons allemaal zou worden, is niet verteld dat dit soort duivelse dilemma’s óók ‘van ons allemaal’ zouden zijn. Met de komst van de euro onder deze voorwaarden is een echte, gemeende Europese integratie waar alle burgers baat bij hebben, verder weg geraakt. De onverantwoorde haast om hoe dan ook tot een monetaire unie te komen, kan een waar boemerangeffect op de in woord zo bepleite integratie hebben. De (on)verantwoordelijke politici, Wim Kok en Gerrit Zalm voorop, hebben heel wat uit te leggen, aan onze inwoners en de bewoners van onze Europese buurlanden!