Het gevecht om de beste hersens

Met dank overgenomen van J.G.Ch.A. (Jan) Marijnissen i, gepubliceerd op zaterdag 1 september 2001.

Dit artikel verscheen september 2001 op de SP-website

Als het aan de PvdA, D66, GroenLinks en VNO/NCW ligt, gaat ons land, in navolging van Duitsland, actief werken aan arbeidsmigratie vanuit landen buiten de EU. Ook het CDA heeft, na aanvankelijke afwijzing, haar steun toegezegd. De Europese Commissie zit ook op deze lijn. Eurocommissaris Vitorino zegt: ‘Het gevecht om de beste hersens is losgebarsten.’ Het kabinet komt binnenkort met een definitief standpunt over deze zaak. SP-fractievoorzitter Marijnissen vindt het onnodig, onverstandig en zelfs immoreel om de beste mensen uit Derde Wereldlanden weg te halen om hier onze luxe problemen te komen oplossen, het thuisland in achterstand en zonder perspectief achterlatend. Hij noemt ‘de gastarbeiders van paars’ een vorm van neokolonialisme.

De voorstanders van een actief arbeidsmigratiebeleid hanteren een scala van argumenten voor hun pleidooi. Het scala gaat van ‘Burgers van arme landen moet als gelijkwaardige partners de mogelijkheid geboden worden hun bestaan te verbeteren.’ (Judith Belinfante) en ‘Het biedt voordelen voor de betrokken migranten en hun land van herkomst.’ (concept verkiezingsprogramma PvdA) tot ‘De dubbele vergrijzing maakt dat we er niet aan ontkomen.’ (Jaap de Hoop Scheffer) en ‘Ik denk dat er een permanent verkeer zal ontstaan van mensen die hier tijdelijk komen werken. De mensen komen hier toch naar toe, legaal of illegaal’ (Ad Melkert).

Ons land heeft de komende jaren te maken met een dubbele vergrijzing: gemiddeld worden we steeds ouder en het aantal ouderen als percentage van de totale bevolking zal de komende decennia verder toenemen. Dat kan een niet gering probleem worden voor de samenleving en voor de ouderen van morgen die aangewezen zijn op zorg in het bijzonder. Dat is ook de reden waarom de paarse kabinetten een fors verwijt valt te maken. Zij hebben de populariteit van het werken in de zorg de afgelopen bijna tien jaar buitengewoon geschaad. Nu er spanning op de arbeidsmarkt is als gevolg van de aanhoudende economische groei wordt het probleem van het personeelstekort in de zorg nog verder versterkt.

Justus Veerman, hoogleraar sociologie, stelt echter: ‘Of er op lange termijn sprake zal zijn van een echt arbeidstekort in ons land, staat voor mij nog niet vast. En als er al sprake zal zijn van een tekort, dan zal dat vooral gelden voor de zorgsector.’ Om het nu al bestaande tekort aan mensen voor de zorg te compenseren, heeft het kabinet bevorderd dat er in landen als Suriname, Zuid Afrika, Polen, de Filippijnen en Indonesië geworven zou gaan worden. De eerste ervaringen die daar nu mee opgedaan zijn, zijn niet erg positief. Zo gingen Zuid-Afrikaanse verpleegkundigen eerder al weer gedesillusioneerd terug naar hun land. De taal, de cultuur en de medische praktijk bleken te zeer te verschillen zodat een effectieve inzet niet mogelijk bleek. Inmiddels heeft de Kamer, mede op aandrang van de SP besloten deze wervingspraktijk danig terug te schroeven. Doorslaggevend argument: het is immoreel in arme landen mensen te werven die daar harder nodig zijn dan hier. De werving in de Filippijnen en Indonesië gaat overigens tot op de dag van vandaag gewoon door!

Maar wat te doen met de spanning op de arbeidsmarkt als die aanhoudt? Als die aanhoudt, want dat staat geenszins vast. De economische groei loopt al weer terug en het vermoeden van het CPB is dat de werkloosheid volgend jaar weer zal oplopen. Op de tweede plaats, spanning op de arbeidsmarkt hoeft niet erg te zijn wanneer het leidt tot investeringen in research en devellopment door het bedrijfsleven om op die manier de arbeidsproductiviteit op te voeren. In de jaren zestig, in een soortgelijke situatie koos het bedrijfsleven voor het werven van tienduizenden gastarbeiders uit het Mediterrane gebied in plaats van te investeren in innovatie. Spanning op de arbeidsmarkt kan ook leiden tot hogere looneisen van de kant van de werknemers. Maar daar lijkt mij niets mis mee. De 4% loonsverhoging die de vakbeweging voor volgend jaar eist is nog steeds zeer redelijk als men bedenkt dat de top van het bedrijfsleven zich jaarlijks gemiddeld een stijging van het inkomen gunt van zo’n 15%. Maar ook vergeleken met het buitenland blijken de brutoloonkosten in ons land na die van Luxemburg en Griekenland de laagste van Europa te zijn.

Maar dan nog. Stel, dit alles is niet afdoende, wat rest ons dan verder te doen? Het mobiliseren van het arbeidspotentieel (volgens de minister van Sociale Zaken, Vermeend zo’n 700.000 mensen) dat voor handen is. ‘Maar dat zijn niet de IT’ers die wij zoeken’, hoor ik het VNO/NCW dan zeggen. Dat kan zijn, maar dan gaat men die mensen maar opleiden. Dat is beter dan relatief goedkope arbeidkrachten in het buitenland te werven zonder zich rekenschap te geven van de langetermijngevolgen hier en daar. Laten we beginnen met het verminderen van de instroom in de WAO (door betere arbeidsomstandigheden en -tijden) en bevordering van de uitstroom (herinvoering van de collectieve Ziektewet en sancties voor bedrijven die niet alles in het werk stellen om 5% van hun werknemersbestand uit (ex)WAO’ers te laten bestaan). Eén miljoen mensen in de Arbeidsongeschiktheidsregelingen kan geen enkel land zich permitteren, niet alleen uit economisch oogpunt maar ook in verband met het recht op werk dat ook voor deze mensen inhoud moet krijgen. Helaas willen noch de commissie Donner noch het kabinet hieraan. Het bedrijfsleven mag immers - naar goed liberaal inzicht - op geen enkele wijze in haar vrijheid worden beknot.

Overigens, reeds nu krijgen jaarlijks zo’n 30.000 mensen (2000) van buíten de EU een arbeidsvergunning om hier te komen werken. Dat is naar rato al net zoveel als waarover nu in Duitsland gesproken wordt. Juist op 6 juli jl heeft het kabinet besloten de procedures voor het hier naartoe halen van bijvoorbeeld ICT-ers uit India te versoepelen, op verzoek van het bedrijfsleven vanzelfsprekend. Wanneer de EU binnen een paar jaar uitbreidt van 15 naar 27 landen komt er ook nog een enorm, additioneel Europees arbeidspotentieel bij.

De enorme ongelijkheid in de wereld is de belangrijkste oorzaak van de migratie. Terecht zeggen sommigen dat het hypocriet is een onderscheid te maken tussen politieke en economische vluchtelingen. Niemand kan immers iemand anders die arm is en geen perspectief heeft het recht ontzeggen alles te doen om zijn positie en daarmee die van zijn gezin te verbeteren. Maar in deze moet de begrijpelijke ambitie van individuen wel onderscheiden worden van de politieke keuzes die geacht worden rekening te houden met de algemene omstandigheden en de toekomst. Dit is het centrale dilemma in het migratievraagstuk.

Arme landen zijn gebaat bij structurele ondersteuning vanuit het rijke Westen bijvoorbeeld in de vorm van kwijtschelding van hun schuldenlast en investeringen, toegang voor hun producten op de Europese markt, hulp bij het opzetten van educatieprojecten, enzovoorts. Zij zijn niet gebaat bij een braindrain doordat hun beste krachten worden weggekaapt door het Westerse bedrijfsleven. Los van het feit dat die mensen nodig zijn voor de opbouw van het land en de vorming van een middenklasse (meestal een voorwaarde voor stabiele ontwikkeling), de overheden hebben door middel van scholing in die mensen geïnvesteerd en zien dan de revenuen wegvloeien naar de rijke landen. Mij dunkt dat het Suriname van na de onafhankelijkheid (1975) in deze nog steeds het beste en tevens meest afschrikwekkende voorbeeld is. Kaapten wij vroeger voor een grijpstuiver de grondstoffen uit die landen, nu heeft het rijke Westen zijn zinnen gezet op de arbeidskrachten aldaar. Niet door dáár te investeren en zo bij te dragen aan ontwikkeling, maar door de beste mensen hier naartoe te halen. De Duitse minister van Binnenlandse Zaken stelt voor de arbeidsmigranten te willen selecteren door middel van een puntensysteem: ben je jong en goed opgeleid, heb je talent en breng jezelf ook nog geld mee, dan heb je de meeste kans op een vergunning. Deze aanpak maakt een aantal dingen duidelijk: Ten eerste dat het niet om het welzijn van de mensen in kwestie gaat. Was dat het geval dan zou men de echte armen hier een kans geven. Het gaat slechts om het eigen belang. Ten tweede, de belangen van het land van herkomst spelen geen enkele rol. Ten derde, ook in Duitsland kunnen de langdurig werklozen en arbeidsongeschikten het verder wel vergeten. Voor hen komt er een goedkoop alternatief in de vorm van vele tienduizenden arbeidsmigranten per jaar.

Jet Bussemaker, PvdA Tweede-Kamerlid, spreekt over ‘een redelijk niveau van sociale bescherming’ (Volkskrant, 11 augustus) voor de nieuwe arbeidsmigranten. Dat is niet erg concreet, al geven de gekozen woorden wél aan dat de sociale bescherming minder zal zijn dan voor autochtonen. Dezelfde mevrouw Bussemaker laat tijdens een uitzending van Radio 1 weten dat de PvdA juist níet denkt aan de werving van mensen voor de zorg, terwijl dat volgens demografen nu juist de sector is waar de grootste knelpunten te verwachten zijn. Voor welke sectoren er dan wel geworven moet worden, zegt ze niet precies te weten. Daarvoor moet een commissie in het leven geroepen worden. Ook over de vraag of het hier gaat om tijdelijke of vaste dienstverbanden laat Bussemaker zich niet uit, terwijl dat wel een relevante vraag is. Immers, ‘tijdelijk’ betekent: na bewezen diensten, vertrekken. Is dat in het belang van de migrant? En wat als de migrant de illegaliteit verkiest boven terugkeer? Indien het gaat om een permanent verblijf, zal toch geïnvesteerd moeten worden in de integratie. Wie gaat dat betalen, de werkgevers of de gemeenschap? Wat gaat er met deze mensen gebeuren als de gevreesde recessie onverhoopt toch toeslaat? Wint hún belang het dan nog van óns belang, zoals vele voorstanders ons willen doen geloven? Kunnen deze nieuwe migranten hun gezin laten overkomen? En wat zijn daar de gevolgen van. Het is opmerkelijk dat al die vragen onbeantwoord blijven, temeer daar de ervaringen met de vrijheid-blijheid-aanpak door de werkgevers van de arbeidsmigratie in de jaren zestig ons nog steeds dagelijks confronteert met gevolgen: grote integratieproblemen voor honderdduizenden migranten. Zou het niet van zorgvuldig beleid getuigen eerst die problemen op te lossen? Bijvoorbeeld door de werkloosheid onder deze groep, die significant hoger ligt dan die onder de autochtonen, actief te bestrijden.

Voorstanders van verruiming van het immigratiebeleid merken tenslotte als een soort goedmakertje op dat het zal leiden tot minder asielzoekers en minder illegalen. Dat valt echter zeer te betwijfelen. Asielzoekers (legaal of illegaal) beantwoorden qua opleiding en ervaring in merendeel niet aan de behoefte van het bedrijfsleven aan hoogopgeleide mensen. De instroom van asielzoekers zal nauwelijks minder worden. Ook de Belgische premier Verhofstadt wees hier al op, net als het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut.

De Nederlandse regering moet daarom het bedrijfsleven geen vergunning geven om meer migranten hierheen te halen. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft tegenwoordig de mond vol over “maatschappelijk verantwoord ondernemen”. Laat hen dat waarmaken om te beginnen door mensen uit ontwikkelingslanden scholingsprogramma’s en stageplaatsen aan te bieden. Dáár en eventueel ook hier. Laat men in die arme landen investeren en die werknemers daar gewoon een eerlijk loon geven. De globalisering die nu voor veel landen slechts negatieve kanten kent, zou dan een menselijker gezicht krijgen. Dat zou de mensen waar we het hier over hebben én de landen waar zij wonen écht vooruit helpen.