Het Midden Oosten, wat nu?

Met dank overgenomen van J.G.Ch.A. (Jan) Marijnissen i, gepubliceerd op zondag 30 juli 2006, column.

Vanmorgen is Qana in Zuid-Libanon getroffen. Er zijn weer veel burgerslachtoffers gevallen. De internationale reacties zijn uiterst verontwaardigd en zeer kritisch ten aanzien van de Israëlische aanpak. De roep om een staakt-het-vuren wordt steeds luider. En terecht, maar dan?

Toen ik in 1998 voor het eerst naar Israël ging, had ik een vrij schematisch beeld van de aard van het land en zijn relatie met de Arabische omgeving. Echter, nadien ben ik er anders naar gaan kijken. ‘Het lijkt wel één groot misverstand. Al deze mensen hier - Palestijnen en Israëli - willen ten diepste eigenlijk niets anders dan het beste voor henzelf en hun kinderen. Het zijn de politici en zij die zich daar voor uitgeven die er zo’n puinhoop van maken, en dat al zo’n zestig jaar’, aldus één van mijn aantekeningen tijdens de reis.

De lange historie van het conflict waarbij er over en weer de meest vreselijke dingen zijn gebeurd, staat ‘n eenvoudige en snelle oplossing - ook nu - in de weg. Een staakt-het-vuren kan mensenlevens sparen en moet daarom snel worden afgekondigd. Maar de hele situatie vereist vooral een snelle niet-vrijblijvende internationale betrokkenheid. En niet zo’n betrokkenheid zoals we die de afgelopen decennia hebben gezien van de kant van de VS, de andere grote mogendheden en de Arabische landen, waarbij vooral hun eigen belangen voorop stonden. De bevolking in de regio betaalt daar de prijs voor in de vorm van doden, gewonden en verwoesting, en steeds verder wegebbend perspectief en hoop voor de toekomst.

En dat laatste heeft de partijen steeds verder ontmenselijkt: buitenproportioneel geweld van beide kanten waren het gevolg. Met als het voorspelbare gevolg dat de wederzijdse karikaturen onsmakelijk werden en werden vertaald in nòg meer haat en geweld, met aan de ene kant goedkeuring van de VS en aan de andere kant van Syrië, Iran en andere Arabische landen.

De Palestijnen betalen een hoge prijs: geen eigen staat, grote armoede, slachtoffer van willekeur van de kant van Israël, onophoudelijke bombardementen en ook nog een corrupt bestuur dat weinig opheeft met de mensenrechten. Anderzijds is daar de staat Israël die zich nooit zeker is van zijn bestaan en veiligheid, en geconfronteerd wordt met aanslagen en raketaanvallen. In het Midden Oosten komt de politieke macht letterlijk uit de loop van het geweer.

Toen de staat Israël werd opgericht was dat uit compassie met de Joden die in WO II zo ontzettend hadden geleden. De prijs voor deze stap van de internationale gemeenschap werd echter éénzijdig bij de Palestijnen gelegd. Zestig jaar lang is dat - op de keper beschouwd - onveranderd gebleven.

De geschiedenis heeft zijn loop gehad. Nu is het zaak vanuit de status quo te werken aan een duurzame oplossing.

Ik denk dat dat moet beginnen met wederzijdse erkenning van het recht op een eigen, veilige, levensvatbare staat.

Ten tweede moeten de VN-resoluties die oproepen tot het ontruimen van de sinds 1967 bezette gebieden worden uitgevoerd, want alleen dan kan een twee-statenoplossing worden gerealiseerd.

Ten derde moet de internationale gemeenschap zijn verantwoordelijkheid nemen door de dan ontstane politieke situatie te bewaken door mee te helpen aan economische voorspoed voor iedereen en het bevorderen van de vrede.