Derde afdeling: De raad - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Artikel 237
De Raad wordt door zijn voorzitter, op diens initiatief, op initiatief van één van zijn leden of van de Commissie, in vergadering bijeengeroepen.
Artikel 238
-
1.Voor de besluiten van de Raad waarvoor een gewone meerderheid vereist is, besluit de Raad bij meerderheid van zijn leden.
-
2.In afwijking van artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt, met ingang van 1 november 2014 en onder voorbehoud van het bepaalde in het protocol inzake de overgangsbepalingen, wanneer de Raad niet besluit op voorstel van de Commissie of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, onder gekwalificeerde meerderheid verstaan ten minste 72 % van de leden van de Raad, die lidstaten vertegenwoordigen waarvan de bevolking ten minste 65 % uitmaakt van de bevolking van de Unie.
-
3.Met ingang van 1 november 2014 en onder voorbehoud van het bepaalde in het protocol inzake de overgangsbepalingen, wordt, in de gevallen waarin, overeenkomstig de Verdragen niet alle leden van de Raad aan de stemming deelnemen, gekwalificeerde meerderheid aldus gedefinieerd:
-
a)Onder gekwalificeerde meerderheid wordt verstaan ten minste 55 % van de leden van de Raad die deelnemende lidstaten vertegenwoordigen waarvan de bevolking ten minste 65 % uitmaakt van alle deelnemende staten.
Een blokkerende minderheid moet ten minste uit het minimum aantal van de leden van de Raad bestaan die meer dan 35 % van de bevolking van de deelnemende lidstaten vertegenwoordigen, plus één lid; in het andere geval wordt de gekwalificeerde meerderheid geacht te zijn verkregen.
-
b)In afwijking van a) wordt, wanneer de Raad niet besluit op voorstel van de Commissie of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, onder gekwalificeerde meerderheid van stemmen verstaan ten minste 72 % van de leden van de Raad die deelnemende lidstaten vertegenwoordigen waarvan de bevolking ten minste 65 % uitmaakt van de bevolking van alle deelnemende staten.
-
4.Onthouding van stemming door aanwezige of vertegenwoordigde leden vormt geen beletsel voor het aannemen der besluiten van de Raad waarvoor eenparigheid van stemmen is vereist.
Artikel 239
Ieder lid van de Raad kan slechts door één ander lid worden gemachtigd om namens hem te stemmen.
Artikel 240
-
1.Een comité, bestaande uit de permanente vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de werkzaamheden van de Raad en voor de uitvoering van de door de Raad verstrekte opdrachten. Het comité kan in de in het reglement van orde van de Raad genoemde gevallen procedurebesluiten nemen.
-
2.De Raad wordt bijgestaan door een secretariaat-generaal onder leiding van een secretaris-generaal, die door de Raad wordt benoemd.
De Raad beslist met gewone meerderheid van stemmen over de organisatie van het secretariaat-generaal.
-
3.De Raad besluit bij gewone meerderheid van stemmen over procedurekwesties en over de vaststelling van zijn reglement van orde.
Artikel 241
De Raad kan de Commissie met gewone meerderheid verzoeken, alle studies die hij wenselijk acht ter verwezenlijking van de gemeenschappelijke doelstellingen te verrichten en hem alle terzake dienende voorstellen te doen. Indien de Commissie geen voorstellen doet, stelt zij de Raad in kennis van de redenen daarvoor.
Artikel 242
De Raad stelt, na raadpleging van de Commissie, met gewone meerderheid het statuut vast van de comités welke in de Verdragen zijn bedoeld.
Artikel 243
De Raad stelt de bezoldigingen, de vergoedingen en pensioenen van de voorzitter van de Europese Raad, van de voorzitter van de Commissie, van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, van de leden van de Commissie, van de presidenten, de leden en de griffiers van het Hof van Justitie van de Europese Unie, alsmede van de secretaris-generaal van de Raad, vast. De Raad stelt tevens alle vergoedingen vast welke als beloning kunnen gelden.