Haïti

Met dank overgenomen van F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, gepubliceerd op dinsdag 12 januari 2010.

De beelden uit Haïti zijn hartverscheurend. Zoveel slachtoffers, zoveel menselijke ellende, zoveel puinhopen, het gaat je verstand bijna te boven. Getallen doen je ook duizelen. Zijn er nu 100.000 doden of zelfs nog meer?

Twee keer een volle Rotterdamse kuip aan mensen die de aardbeving niet meer kunnen navertellen. En dat in een land dat zo’n beetje alle plagen die de natuur kent en die de mens heeft verzonnen over zich heen heeft gekregen in de laatste honderd jaar. Er zijn ook Nederlandse slachtoffers gevallen en er zijn nog Nederlanders zoek. Niet zelden mensen die voor een lang gekoesterde kinderwens in Haïti waren. Vreselijk, dat sommigen zijn gestorven met het zo vurig gewenste kind in de armen. Het geeft aan dit grote drama nog een extra wrange dimensie.

In Haïti werkt de VN al jaren aan wederopbouw en capaciteitsversterking. Doel daarvan is het land de instrumenten te geven om zich aan de dodelijke cocktail van geweld, onderontwikkeling, ziekten en economische en politieke chaos te ontworstelen. In dat kader werken er ook mensen die verstand hebben van democratisering, mensenrechten en de verbetering van interetnische en interreligieuze relaties. Honderden mensen werkten daar voor de VN, waarvan er nu zeer velen omgekomen zijn, waarschijnlijk de meeste slachtoffers die de VN in één ramp ooit te verduren heeft gehad.

Eén van de slachtoffers is Guillaume Siemienski. Hij was een Canadees, zoon van Poolse vluchtelingen voor de communisten na WO II. Zijn ouders behoorden tot de Poolse adel, die moest vrezen voor vervolging. In 1995 kwam Guillaume met zijn vrouw Maka en hun zonen Smyk (Christophe) en Martin naar Den Haag om te werken voor een stichting die de activiteiten ondersteunde van Max van der Stoel in diens hoedanigheid van Hoge Commissaris Nationale Minderheden (HCNM). Ik werkte van 1995 tot mei 1998 voor de HCNM en had dus bijna dagelijks met Guillaume te maken. Hij wist heel veel van Oost-Europa en met name de Kaukasus en was van onschatbare waarde voor de HCNM. Daarnaast was hij met zijn vrolijke natuur, onvoorstelbare warmte en grote belangstelling voor het wel en wee van zijn collega’s de spil van het kantoor. Hij werd mijn vriend en ik heb vele avonden doorgebracht in het gezin Siemienksi, die een prachtig huis hadden van de Canadese ambassade, in de Haagse Vogelwijk. Later, toen ik in de Tweede Kamer zat en de Siemienski’s waren teruggekeerd naar Ottawa, heb ik ze daar ook bezocht en weer was de gastvrijheid grenzeloos. Misschien komt het door zijn familiegeschiedenis, maar Guillaume wilde zijn leven blijven wijden aan de bestrijding van onrecht en de versterking van mensenrechten. En dat bracht het gezin in vele landen, laatstelijk in Georgië en dan nu in Haïti.

Gisteren heeft Maka, die bij de aardbeving ongedeerd is gebleven, het stoffelijk overschot van Guillaume moeten identificeren, nadat hij in de puinhopen van het VN gebouw was gevonden. Zij en de jongens zullen nu verder moeten zonder een man wiens warmte als een straalkachel straalde, voor iedereen die maar in zijn buurt kwam.