VVD wil meer aandacht voor kwaliteit Hoger Onderwijs - Hoofdinhoud
in VVD, Mark Harbers, Hoger onderwijs
Voor de VVD is het nieuwe bekostigingssysteem voor het Hoger Onderwijs een beetje minder slecht dan het oude systeem, maar nog steeds verre van ideaal.
Afgelopen week debatteerde de Tweede Kamer met minister Plasterk (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) over de bekostiging van het Hoger Onderwijs.
Op dit moment krijgen de universiteiten en HBO-instellingen hun geld op basis van drie criteria:
-
•het aantal eerstejaars studenten;
-
•het aantal verleende diploma’s (bachelor- en mastergraden);
-
•een vaste opslag per onderwijsinstelling.
In het nieuwe systeem vindt de bekostiging plaats op basis van:
-
•het aantal studenten, voor zover de studenten nominaal (dus zonder studievertraging) studeren;
-
•het aantal verleende diploma’s (bachelor- en mastergraden);
-
•een vaste opslag per onderwijsinstelling.
Voor de VVD is het nieuwe systeem een beetje minder slecht dan het oude systeem, maar nog steeds verre van ideaal.
In zijn bijdrage gaf woordvoerder Mark Harbers aan, dat bekostiging het belangrijkste sturingsinstrument is voor het Hoger Onderwijs. Het is dus niet raar dat instellingen zich ernaar richten en zich laten leiden door de prikkels die het geeft.
Het oude systeem kende drie perverse prikkels:
Ten eerste: het scoren van veel eerstejaars;
Ten tweede: daarna zo weinig mogelijk studenten overhouden, bij voorkeur alleen die studenten die ook een diploma behalen (daartoe dient het bindend studieadvies). Dit gaat gepaard met veel persoonlijke ellende: voor de student zelf, die de teleurstelling van de uitval heeft, en voor de samenleving die met de kosten van uitval wordt geconfronteerd.
Ten derde: op het eind van de studie de student toch maar snel een diploma verlenen. Dat kan ook makkelijk, want de eindtoets wordt door de instelling zelf afgenomen. De neiging om dan een oogje toe te knijpen zit ingebakken in dit systeem, want dan krijgt de instelling nog iets vergoed.
Het nieuwe systeem legt de prikkel op:
Ten eerste: het binnenhalen van een zo groot mogelijk aantal studenten;
En ten tweede: hen 'op tijd', binnen de nominale duur, naar een diploma leiden.
Minister Plasterk geeft voortdurend aan dat de prikkel om mensen zo snel mogelijk aan een diploma te helpen is weggenomen. De VVD is dat niet met hem eens, want die prikkel is er wel degelijk. De financiële prikkel voor de instellingen is om zo snel mogelijk de tentamens te halen én aan het eind makkelijk aan je bul geholpen worden. Noch voor de instelling, noch voor de student is er een prikkel om meer dan zesjes te halen.
De VVD vreest dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. De VVD wil juist excellent onderwijs voor iedereen! De VVD wil een systeem wat de financiële prikkel zo neerlegt, dat instellingen worden uitgedaagd om studenten zoveel mogelijk bij te brengen.
De VVD wilde daarom al in het stelsel wat per 2011 wordt ingevoerd meer aandacht voor bekostiging op basis van de kwaliteit van de opleiding. Helaas heeft de minister de motie van VVD en PvdA die daarom vroeg niet uitgevoerd.
Het nieuwe systeem wordt nu voor vijf jaar ingevoerd. De VVD wil die periode echter óók benutten om meer ervaring op te doen met systemen gebaseerd op kwaliteit. Dat kan bijvoorbeeld door te meten wat je met onderwijs toevoegt aan de kennis van de student gedurende de studie. Een systeem van voortgangstoetsing, waarmee diverse (medische) opleidingen experimenteren, kan daarvoor de basis zijn. Bij voortgangstoetsing wordt voortdurend tijdens de studie getoetst wat de student aan kennis heeft opgedaan over de volledige breedte van de opleiding. Het zou goed zijn om dit breder mogelijk te maken. Want dan leggen we de basis om over enkele jaren écht de overstap maken naar een bekostigingssysteem waarin de perverse prikkels worden uitgebannen en waarin wordt gestuurd op kwaliteit.
De minister heeft in het debat toegezegd na de zomer van 2010 met voorstellen te komen voor besteding van 7 miljoen euro aan experimenten voor meer kwaliteit in het hoger onderwijs en daarin ook experimenten met voortgangstoetsing op te nemen.