Strijden tegen apartheid in het onderwijs - Hoofdinhoud
Er moet meer ruimte komen voor gemengde scholen. Gemeenten moeten deze schoolvorm kunnen afdwingen. Anders groeit de apartheid in het onderwijs verder.
Jasper van Dijk en Sadet Karabulut zijn Tweede Kamerlid voor de SP
Niet alleen Irak is een splijtzwam in de coalitie, ook gemengde scholen zijn dat.
CDA-staatssecretaris Van Bijsterveldt ontpopte zich onlangs in een debat met de Tweede Kamer als fel tegenstander van gemengde scholen waar leerlingen met en zonder achterstand elkaar ontmoeten. Dat is opmerkelijk, omdat de bestrijding van segregatie (scheiding) in het onderwijs een doelstelling van het kabinet is. Was de staatssecretaris dat even vergeten toen ze zei dat het het positieve effect van gemengde scholen twijfelachtig is en ze beweerde dat zwarte scholen ook goed presteren.
In plaats van integratie wil Van Bijsterveldt liever inzetten op de kwaliteit van scholen. Deze visie is ach-terhaald en bovendien tegengesteld aan het beleid van haar collega-staatssecretaris Dijksma van de PvdA.
Natuurlijk is investeren in de kwaliteit van scholen belangrijk. Dat draagt alleen niets bij aan gemengd onderwijs. Scholen met veel achterstandsleerlingen krijgen al dertig jaar extra geld en toch neemt de segregatie alleen maar toe. Daarom is het belangrijk dat gemeenten en scholen aanvullende afspraken maken over een eerlijke verdeling van deze leerlingen. Bijzondere scholen die zich daaraan onttrekken, moeten door de gemeente op het matje geroepen kunnen worden.
Het belang van integratie tussen verschillende leerlingen weegt voor ons zwaarder dan het individuele belang van één schoolbestuur. Doen we dat niet, dan groeit de segregatie verder en kun je niet anders dan spreken van apartheid in het onderwijs.
Het CDA weigert dit te erkennen en bijt zich vast in de zogeheten vrijheid van onderwijs. Die heeft hier echter niets mee te maken. De vrijheid van onderwijs behelst de vrijheid van ouders om een school te stich-ten. Dat blijft gewoon mogelijk. Wat het CDA bedoelt, is dat de vrije schoolkeuze zou worden beperkt. Maar de vrije schoolkeuze wordt juist door onze voorstellen vergroot. Tachtig procent van de ouders wil graag gemengde scholen, met als ideale verhouding 70 procent leerlingen zonder achterstand en 30 procent leerlingen met achterstand. Ouders kiezen liever tussen gemengde scholen dan tussen witte of zwarte scholen.
Dat is precies wat we bereiken door de invoering van een centraal aanmeldpunt voor leerlingen in com-binatie met dubbele wachtlijsten: één voor leerlingen met achterstand, en één voor leerlingen zonder achter-stand. In Nijmegen en Deventer wordt dit beleid al succesvol uitgevoerd. Om blijvend succes te garanderen, is het nodig dat de gemeente een 'doorzettingsmacht' krijgt, zodat onwillige scholen zich niet aan afspraken kunnen onttrekken. Daarvoor komt de SP binnenkort met een wetsvoorstel.
Integratie tussen verschillende bevolkingsgroepen gaat niet vanzelf, maar het is wel een belangrijke voorwaarde voor emancipatie. Bovendien is gemengd onderwijs nodig om onderlinge onbekendheid en onvrede te verminderen. Achterstandswijken en scholen bieden minder kansen voor kinderen: het ontbreekt aan positieve voorbeelden waaraan je je kunt optrekken. Segregatie belemmert ook het leren van de Neder-landse taal. Op een basisschool in Deventer spraken we op een 'zwarte school' een Turkse moeder die ons vertelde dat haar kind slechter Nederlands sprak dan zijzelf. In het recente boek 'Witte zwanen, zwarte zwa-nen' laat Anja Vink zien dat Nederland het meest gesegregeerde onderwijsstelsel van Europa heeft.
Als de regering deze situatie wil keren, wordt het tijd voor niet-vrijblijvende maatregelen voor gemengde scholen. De vrije schoolkeuze wordt daarmee niet versmald, maar juist verruimd. Daarvoor is wel hulp nodig vanuit de overheid, want ouders kunnen dit niet alleen oplossen
Dit artikel verscheen op 2 februari in het Leidsch Dagblad