EU 2020-strategie

Met dank overgenomen van Europa Nu.
Grafiek met viltstift

De EU 2020-strategie was de langetermijnstrategie van de Europese Unie voor een sterke en duurzame economie met veel werkgelegenheid. Deze strategie bouwde voort op de Lissabon-strategie (2000-2010) en moest ervoor zorgen dat de Europese economie zich ontwikkelde tot een zeer concurrerende, sociale en groene markteconomie. Net als bij de Lissabon-strategie was de looptijd van de EU 2020-strategie tien jaar.

1.

Doelstellingen

De Europese Commissie i stelde in het kader van de 2020-strategie vijf meetbare streefdoelen op het gebied van arbeid, onderzoek & ontwikkeling (O&O), klimaatverandering en energie, onderwijs en armoedevermindering. Deze doelen moesten tegen 2020 zijn behaald en vertaald naar nationaal beleid. In opvolging van deze doelen heeft de commissie een aantal streefcijfers opgesteld voor 2020:

  • Arbeid

    75 procent van de Europese bevolking tussen 20-64 jaar moest een baan hebben

  • Onderzoek & Ontwikkeling

    Drie procent van het EU-bbp i moest in onderzoek en innovatie worden geïnvesteerd

  • Klimaatverandering en energie

    De 20/20/20 klimaat- en energiedoelstellingen moesten worden behaald: 20 procent minder uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990, 20 procent hogere energie-efficiëntie en 20 procent duurzame energie

  • Onderwijs

    Het percentage uitvallers in het onderwijs moest onder de 10 procent komen te liggen. Ten minste 40 procent van de jongeren moest een diploma in het hoger onderwijs halen

  • Armoedebestrijding

    Het aantal mensen op de armoedegrens moest dalen met 20 miljoen

2.

Besluitvorming en procedure

Tijdens de Europese Raad i van 17 juni 2010 werd de EU 2020-strategie vastgesteld door de Europese regeringsleiders. Het voorstel COM(2010)2020 voor de Europa 2020-strategie trad in maart 2010 in werking. Om de doelstellingen uit de strategie te behalen werden zogenaamde 'vlaggenschipinitiatieven' gepubliceerd. Dit zijn programma's die maatregelen bevatten om de kerndoelen te behalen.

EU-lidstaten i moesten elk jaar in april het nationaal hervormingsprogramma indienen waarin zij onder meer aangaven wat zij deden om de doelen van Europa 2020 te bereiken. De nationale doelen verschilden per lidstaat en waren afhankelijk van de startpositie van elk land. Eurostat i, het Europees bureau voor de statistiek, publiceerde met regelmaat voortgangsverslagen over de doelstellingen.

In 2014-2015 bracht de Europese Commissie een tussentijdse evaluatie uit over de voortgang van de 2020-doelen (COM(2014)130). Daarin werd vastgesteld dat de strategie nog steeds werd gezien als een geschikt kader om groei en werkgelegenheid te bevorderen. Ook bleek dat de doelstellingen voor onderwijs en klimaat en energie behaald leken te gaan worden. Dit was voor de thema's arbeidsparticipatie, O&O en armoedebestrijding niet het geval. Naar aanleiding van deze evaluatie is tevens besloten om de strategie voort te zetten, en deze te monitoren en uit te voeren via het Europees semester i