Welvaart eerlijker verdelen

Met dank overgenomen van F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, gepubliceerd op maandag 8 februari 2010.

Op een PvdA-bijeenkomst in Maastricht zondagmiddag heb ik gepleit voor een eerlijkere verdeling van de welvaart en het maken van scherpe keuzes van de PvdA voor de grote uitdagingen van de toekomst. Het gaat erom dat we in deze samenleving de collectieve rijkdom herverdelen op een manier die eerlijk is. Eerder op de dag gaf ik op het lokale radiostation L1 al aan dat mensen die meer verdienen dan de premier wat mij betreft een grotere bijdrage moeten leveren. Herverdeling moet op een manier die talent beloont, maar die wel relaties aanbrengt tussen wat je presteert en hoe je daarvoor wordt beloond. Die relatie is aan de top echt zoek.

In Maastricht ging ik dieper in op de inkomensongelijkheid en haalde ik een Britse studie aan die aantoont dat hoe kleiner de verschillen in een land hoe gelukkiger de mensen in zo'n land zijn. Het zijn de recepten uit de jaren tachtig door te zeggen 'nee, je mag geen extra belasting heffen op de hoogste inkomens'. Die zaken zijn echt veranderd. Waar het mis is gegaan in de afgelopen tijd is niet dat er een enorme klassenstrijd is tussen de laagste inkomens en de middenklasse.

De afgunst, de boosheid zit tussen de middenklasse en de top. Die afgunst en boosheid is terecht, omdat er geen enkele relatie meer is tussen het inkomen aan de top en de prestaties die er maatschappelijk en economisch voor geleverd worden. En mensen zijn niet dom, die voelen dat. Dus je zal daar een correctie in moeten aanbrengen. En de overheid heeft daarvoor maar een paar instrumenten en het belangrijkste is het fiscale instrument. Dus ik ben er voor om mensen die meer verdienen in dit land dan de minister-president extra te belasten. Daar is niets mis mee. Die mensen zullen er geen boterham minder om eten en niet ongelukkiger van worden en je brengt het geld terug in de economie.

Met betrekking tot de koers van de sociaal-democratie in Nederland en Europa haakte ik aan bij de recente Den Uyl-lezing van Wouter Bos. Het geloof in marktwerking is eigenlijk begonnen bij Thatcher en Reagan en ging in feite uit van twee ideeën. Dring de overheid terug en maak meer privé-eigendom mogelijk. Die ideeën hebben veel mensen tot verheffing kunnen helpen. Want hoeveel mensen kregen niet ineens een eigen huis wat eerst helemaal niet mogelijk was?

Introductie van marktwerking en het op afstand plaatsen van allerlei publieke taken leverde zeker in het begin ook veel op voor de samenleving. Mensen als Tony Blair en anderen hebben de dynamiek die dat opleverde kunnen vertalen in herverdeling. Er is door mensen als Blair ten opzichte van de periode ervoor onvoorstelbaar veel geïnvesteerd in onderwijs bijvoorbeeld. Alleen het verhaal is er nooit bij verteld. Dus is de markt doel geworden en is dus ook de sociaal-democratie medeplichtig geworden aan een samenleving waarin de markt tot doel is verheven en waarin het terugdringen van de overheid ook een doel op zich is geworden.

Jesse Jackson, die ik vrijdag mocht spreken, zei daarover: 'Ik ken mensen die hebben hun sociale zekerheidspas in de ene zak, de zorgpas in de andere en staan in de rij bij de voedselbank en roepen 'minder overheid!' Er zit dus een fundamentele contradictie in die houding. En ik vind dat de Partij van de Arbeid de sociaal-democratie helder moet maken dat bij die enorme veranderingen wereldwijd, die lokaal net zo goed doorwerken, een sturende overheid hartstikke hard nodig is en dat de markt inderdaad een goed instrument kan zijn. Maar dat een ontketende markt een monster is geworden die zijn eigen kinderen opeet. Dat is voor mij het vertrekpunt van moderne sociaal-democratische politiek. En daar hebben wij Nederland, Europa en de wereld enorm veel te bieden.

Op mijn YouTube-kanaal vindt u drie korte fragmenten van het debat in Maastricht.