Verlies - Hoofdinhoud
Zo een groot verlies. Zo een domme fout. Hoe vertel ik het mijn moeder? Hoe maak ik het weer goed?
De omstandigheden staan me nog helder voor de geest. Een paar mede- studenten hadden me uitgenodigd een spelletje te doen. Pokeren. Ik kende het spel niet. In mijn dorp speelden we klaverjas. De regels zouden ze me wel leren. Het is veel spannender dan klaverjassen. Je speelt om geld. Wat je verliest, win je later wel weer terug. Zo overwonnen ze mijn weerstand tegen de angst om geld te verliezen.
De eerste potjes won ik vrij makkelijk. Dat ze me lieten winnen had ik niet in de gaten. Daarna ging het mis. Ik verloor meer dan ik won. Toen was mijn geld op. Hoe kan ik het terug winnen, vroeg ik. Zet je studieboeken in, was hun voorstel. Ik besloot nog een laatste keer mee te doen. Ik kon immers mijn moeder niet onder ogen komen met de boodschap dat ik mijn geld met kaarten had verspeeld. Dus werd een deel van mijn gloednieuwe studie boeken mijn inzet voor de volgende ronde. Als ik verlies krijg ik de boeken vast wel terug, dacht ik. Wat moeten zij met boeken die ze al hebben? Wat ik niet wist, is dat de winnaar zijn studieboeken nog niet had gekocht.
Ik was radeloos over het verlies. Geen geld meer om te eten. Geen boeken meer om te studeren. Met hangende pootje klopte ik bij mijn moeder aan. Ze was niet boos. Hier heb je geld voor eten. Hier heb je geld voor nieuwe boeken. Je zult er wel van geleerd hebben, is het enige wat ze er over zei.
Ze peperde me het verlies niet in. Ze leerde me dat je van verliezen kunt leren.