Blauwvintonijn als symboolvis voor biodiversiteit

Met dank overgenomen van B. (Bas) Eickhout i, gepubliceerd op dinsdag 16 maart 2010.

Aanstaande zondag reis ik in een delegatie van het Europees Parlement af naar de CITES-conferentie in Doha over de beperkingen op handel in bedreigde planten- en diersoorten, zoals de blauwvintonijn. Maar eigenlijk gaat het veel verder dan het redden van specifieke diersoorten. Natuurlijk willen we de ijsbeer redden, wiens leefomgeving zo snel verdwijnt dat hij straks geen ijsschots meer over heeft.

Nog belangrijk is echter het op peil houden van de verscheidenheid van planten- en diersoorten, oftewel de biodiversiteit. En laat 2010 het jaar van de biodiversiteit zijn. Een mooie kans om niet alleen die bedreigde dieren te redden, maar ook om iets te doen aan de verscheidenheid van alle planten- en diersoorten; en dus ook de omstandigheden waarin ze leven.

Natuurlijk poces

Het uitsterven van planten- en diersoorten is ook een natuurlijk proces. Maar sinds de komst van de mens is de snelheid waarmee dit gebeurt met een factor honderd tot duizend toegenomen. Het klimaatbureau van de VN, het IPCC, heeft ingeschat dat als de temperatuur met meer dan twee graden Celsius toeneemt, het aantal planten- en diersoorten met 30% tot 40% zal afnemen.

In 2050 zullen er naar schatting negen miljard mensen zijn. Hoe zal onze wereld eruit zien als al deze mensen er onze levensstijl op na houden? Is het mogelijk om iedereen te voeden met de hoeveelheden vlees en zuivel die wij nu binnenkrijgen? Is het mogelijk dat al deze mensen de wereld overvliegen voor een stedentrip, zonvakantie of safari? Of dat iedereen de auto pakt om boodschappen te doen?

Brede aanpak in plaats van symboolpolitiek

Het stopzetten van de handel in de blauwvintonijn is een belangrijke stap, want anders is deze tonijnsoort binnen de kortste keren uitgestorven. Maar het is ook een beetje symboolpolitiek. Als we op de huidige voet doorgaan, staan straks alle dieren en planten op de CITES-lijst. Dit probleem overstijgt het niveau van individuele planten en dieren en moet dus ook als zodanig aangepakt worden.

Daarom stel ik een brede aanpak voor. We moeten onze uitstoot van broeikasgassen verminderen en een bindend, wereldwijd klimaatakkoord afsluiten. Het kappen van kostbare natuurgebieden moet gestopt worden bijvoorbeeld door te betalen voor het behoud van deze gebieden. De landbouwproductiviteit in delen van Afrika en Oost-Europa kan en moet omhoog om straks iedereen te kunnen voeden. Wat in Doha besloten gaat worden is belangrijk voor het behoud van de blauwvintonijn en de Afrikaanse olifant, maar voor het behoud van biodiversiteit is nog veel meer nodig.

1 reacties