Introductie vaderschapsverlof in de richtlijn tot wijziging van Richtlijn 92/85/EEG - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 15-03-2010 |
---|---|
Publicatiedatum | 22-01-2013 |
Kenmerk | 7530/10 |
Van | General Secretariat of the Council |
Aan | Permanent Representations of the Member States |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
RAAD VAN PUBLIC Brussel, 15 maart 2010 (17.03)
DE EUROPESE UNIE (OR. en)
7530/10
LIMITE
PE-QE 244
VOORONTWERP VAN ANTWOORD OP SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. E-0756/10 van Anna Záborská (PPE) van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten
Betreft: "Introductie vaderschapsverlof in de richtlijn tot wijziging van Richtlijn
92/85/EEG"
-
1.De delegaties treffen hierbij aan:
– de tekst van de schriftelijke vraag; – een door het secretariaat-generaal opgesteld voorontwerp van antwoord.
-
2.Indien er uiterlijk op 31 maart 2010 om 17.00 uur geen opmerkingen van de delegaties zijn ontvangen, wordt dit voorontwerp van antwoord ter goedkeuring voorgelegd aan het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) en aan de Raad.
Zijn er wel opmerkingen ontvangen, dan worden die behandeld door de Groep algemene zaken.
___________________
7530/10 hor/GRA/mv 1 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0756/10 van Anna Záborská (PPE) aan de Raad
Betreft: Introductie vaderschapsverlof in de richtlijn tot wijziging van Richtlijn 92/85/EEG i
Het Europees Parlement bestudeert op dit moment het richtlijnvoorstel tot wijziging van Richtlijn 92/85/EEG i van de Raad inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie (COM(2008)0637 i C6 0340/2008 – 2008/0193 (COD) i).
De rapporteur van het Europees Parlement dringt aan op opname van het vaderschapsverlof in de richtlijn inzake de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie.
Is de Raad van plan de Commissie te vragen welk onderscheid het Gemeenschapsrecht maakt tussen ouderschapsverlof, zwangerschapsverlof en vaderschapsverlof?
Is de Raad van plan de Commissie te vragen op welke manier zij Europese wetgeving met betrekking tot het vaderschapsverlof, dat opgenomen is in een richtlijn inzake werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie, ten uitvoer zal leggen?
Is de Raad voornemens een richtlijnvoorstel in te dienen over het vaderschapsverlof?
Is de Raad voornemens een voorstel in te dienen tot samenvoeging van richtlijnen inzake zwangerschapsverlof en ouderschapsverlof waaronder bijzondere bepalingen over ouderschaps- en adoptieverlof?
In hoeverre komt door wijziging van Richtlijn 92/85/EEG i de richtlijn van de Raad inzake de door de UNICE, het CEEP en de EVV gesloten raamovereenkomst inzake het ouderschapsverlof te vervallen?
_________________
ANTWOORD op schriftelijke vraag E-0756/10 van Anna Záborská (PPE)
In de wetgeving van de Europese Unie worden zwangerschapsverlof en ouderschapsverlof als volgt gedefinieerd:
-
-een werkneemster heeft recht op een zwangerschapsverlof van ten minste veertien weken; dit verlof wordt overeenkomstig de nationale wetten en/of praktijken vóór en/of na de bevalling
genomen. Het zwangerschapsverlof omvat een verplicht verlof van ten minste twee weken 1 .
Het Europees Parlement en de Raad behandelen op dit moment voorts een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 92/85/EEG i van de Raad inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie. Met dit voorstel wordt onder andere beoogd de minimumduur van het zwangerschapsverlof op te trekken naar 18 weken.
-
-het ouderschapsverlof (dat moet worden onderscheiden van het zwangerschapsverlof) is een individueel recht van werknemers op verlof bij geboorte of adoptie van een kind om hen in staat te stellen gedurende ten minste drie maanden tot een door de lidstaten en/of de sociale partners vast te stellen leeftijd van maximaal acht jaar voor hun kind te zorgen. Voorts heeft de Raad op 8 maart 2010 een richtlijn aangenomen tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst
inzake ouderschapsverlof en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG i 2 , waarbij het individuele
recht op ouderschapsverlof wordt opgetrokken van drie naar vier maanden voor elke werkende ouder. Met de nieuwe richtlijn wordt voorts beoogd de mogelijkheden om werk en gezin te combineren, te vergroten en gendergelijkheid op de arbeidsmarkt te bevorderen door vaders aan te moedigen ouderschapsverlof te nemen.
1 Zie artikel 8 van Richtlijn 92/85/EEG i van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de
tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie (tiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG i), PB L 348 van 28.11.1992, blz. 1.
7530/10 hor/GRA/mv 3 - vaderschapsverlof: de huidige wetgeving van de Unie kent geen vaderschapsverlof, en de
Commissie heeft daartoe ook geen voorstel ingediend. Wel heeft de Raad in zijn conclusies
van 5-6 december 2007 - "Een evenwichtige rolverdeling tussen mannen en vrouwen ten
behoeve van werkgelegenheid, groei en sociale samenhang" - 1 de Commissie opgeroepen
samen met de lidstaten, de sociale partners en andere belanghebbenden na te gaan of er op Europees niveau met het oog op het combineren van werk, privé- en gezinsleven verdere maatregelen nodig zijn, inzake vaderschapsverlof.
Wat de uitvoering van de wetgeving inzake zwangere werkneemsters betreft, zouden wij het geachte parlementslid eraan willen herinneren dat dit de verantwoordelijkheid van de lidstaten is, waarbij de Commissie de rol van toezichthoudende instantie vervult.
Wat betreft de vraag van het geachte parlementslid over een eventueel voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake vaderschapsverlof, deelt de Raad mede dat hij de kwestie nog niet heeft besproken. De Raad is er niettemin van op de hoogte dat de Commissie Rechten van de vrouw van het Europees Parlement bij de eerste lezing van het bovengenoemde voorstel tot wijziging van Richtlijn 92/85/EEG i ontwerp-wijzigingen tot opneming van het vaderschapsverlof in de tekst heeft opgenomen.
Tot slot, wat het samenvoegen van de richtlijnen inzake zwangerschaps- en ouderschapsverlof betreft, heeft de Raad het geachte parlementslid mede dat hij deze kwestie nog niet heeft besproken.
__________________
7530/10 hor/GRA/mv 4