Oostvaardersplassen

Met dank overgenomen van E.A. (Ernst) Cramer i, gepubliceerd op woensdag 17 maart 2010.

Vandaag hebben we in het spoeddebat over de Oostvaardersplassen uitgebreid stilgestaan bij wat daar gebeurt. En dat is niet niks. Op basis van een gedegen beleidsplan en onder toezicht van een internationaal comité dat meekijkt moet daar echt natuurlijk beheer ontstaan. En juridisch gezien is SBB geen eigenaar van de dieren. We oefenen geen gezag erover uit, zoals dat dan heet. Maar er gaan er wel heel veel dood…

Al geruime tijd loopt de discussie over de grote grazers in onze natuurgebieden. In eerste instantie is de keuze voor deze min of meer verwilderde kuddes ontstaan vanwege het feit dat grote, met name open, natuurgebieden ook open moeten blijven. Wordt er niet beheerd dan zal al snel complete verbossing van een gebied optreden. Runderen en herten knagen juist de jonge opslag van bomen weg, en houden daarmee een gebied open. Afhankelijk van de omvang van de kudde in relatie tot de omvang van het gebied ontstaat er een evenwicht in open plekken en meer verboste gebieden.

Telkens terugkerende discussie is of er bij een bepaalde omvang van kuddes er nog wel voldoende voer is voor de beesten. Dat speelt al langer op de Veluwe, waar bijvoorbeeld wel de herten ’s winters worden bijgevoerd. Maar speelt ook in tijden van zachte winters dat er dan voldoende te vreten valt voor de beesten en de combinatie van voldoende eten en daarom ook extra jongen zorgt voor steeds grotere kuddes. Denk bijvoorbeeld aan de wilde zwijnen op de Veluwe.

Het probleem van het te weinig vreten is onderkend op het moment dat gekozen is voor een natuurlijke vorm van beheer in bijvoorbeeld de Oostvaardersplassen. Het idee is dat zo’n groot gebied zonder ingrijpen van de mens zichzelf zou moeten kunnen reguleren. Het systeem werkt dan als volgt:

  • Een kudde groeit “vanzelf”
  • Het al dan niet aanwezig zijn van voldoende voedselheeft invloed op het reproductie gedrag van de dieren. Veel voedsel betekent veel nakomelingen, minder voedsel betekent minder nakomelingen.
  • De groei van de kudde wordt dus door de natuur zelf beperkt door minder nakomelingen.

Een beperkt voedselaanbod moet dus leiden tot minder vruchtbaarheid en dus reproductie. Maar dat blijkt niet waar te zijn. Ondanks het tekort aan voedsel in de winter gaat de voortplanting door, de kuddes hebben inmiddels zo’n omvang bereikt dat de sterfte in enig jaar tenminste wordt opgevangen door nieuwe aanwas. En zo dijen de kuddes langzamerhand toch steeds uit.

Het probleem waar we het nu over hebben komt bijna ieder jaar terug. En dat is de hoeveelheid beschikbaar voedsel. Bij de vaststelling van het beleid is er vanuit gegaan dat tot 30% sterfte als acceptabel met worden gezien. Maar in het begin waren de kuddes nog redelijk overzichtelijk. En in dat verband hebben wij dat geaccepteerd als uitgangspunt. Sterfte kan echte op verschillende manieren optreden waarvan de belangrijkste zijn: massale ziekte of honger. Bij de eerste zal niet zoveel discussie zijn: dat overkomt je meer. De laatste wordt echter steeds moeilijker helemaal als je bedenkt dat de kuddes (herten, runderen en de koninkpaarden) gezamenlijk inmiddels bijna 4.000 dieren groot zijn. En dan is 30% wel een heleboel…

De beelden zoals ik al kende maar die in de reportage vorige week weer afgespeeld zijn, stemden mij tot nadenken. Is dit wat wij voor ogen hadden? En moet je dit inderdaad willen, helemaal als je ziet hoe ongelofelijk streng we zijn naar onze eigen veehouderij, letten op “verwaarloosde” dieren, en straffen uitdelen als een boer zijn beest te lang dood in de wei laat liggen. Je kan wel stellen dat er op al die punten ook heel veel onderzoek is gedaan, en veel van de problemen wetenschappelijk te onderbouwen en te bewijzen, maar tegen beelden valt niet te vechten.

Als we de kille cijfers laten spreken is er sprake van 21% sterfte dit jaar tot nu toe. Pakweg 800 dieren… Pas bij meer dan 30% gaat er worden bijgevoerd. Vreemd is dat echter wel, want de minister heeft vandaag uitgelegd dat bijvoeren ook gevaarlijk kan zijn vanwege de andere spijsvertering in de winter. Maar als het bij 30% kan het dus nu ook al. En ook al is het misschien al te laat, ik denk dat we dan nu toch moeten ingrijpen…

Toen ik vorig jaar in het gebied was viel al op dat daar waar de kuddes lopen geen boom meer overeind staat, dat natuurlijke schuilplaatsen kaalgevreten worden. Nu is het openhouden een belangrijke eigenschap van deze kuddes, maar een savanne, dat hadden we niet voor ogen…En dus dringt de vraag zich op of het beleid niet gewoon faalt. De kuddes hebben wel sterfte, maar het aantal nakomelingen compenseert dat meer dan voldoende. En dus wordt het aantal dieren dat echt crepeert steeds groter. Er ontstaat geen “natuurlijke correctie” waarbij de omvang van de kudde weer past bij het voedselaanbod. De reductie geschiedt door uitsterven en niet door geboortebeperking. En dat was niet waar het beleid vanuit ging.

Belangrijk is de toezegging van de minister vandaag dat we nog dit jaar gaan evalueren. Op basis van de ervaringen afgelopen jaren. En dan moeten de lijnen doortrekken naar de toekomst. Nieuwe lijnen wat mij betreft.

ernst