De AOW is hard toe aan modernisering - Hoofdinhoud
‘GroenLinks stopt AOW voor huisvrouwen’, kopten enkele regionale kranten deze week. Inderdaad: als het aan GroenLinks ligt wordt de AOW gekoppeld aan het arbeidsverleden van mensen. Ons AOW-plan is niet ingegeven door bezuinigingsdrift, maar omdat de oudedagsvoorziening socialer en moderner moet.
In ons voorstel heeft iedereen na 45 jaar werken recht op AOW. Dat is rechtvaardiger dan de plannen van VVD, CDA, en D66 die de AOW-leeftijd willen verhogen tot 67 jaar. Maar het is ook rechtvaardiger dan hoe we het op dit moment regelen. Want de bouwvakker en crècheleidster die misschien al op hun achttiende zijn begonnen met werken, kunnen bij ons voorstel al van hun welverdiende pensioen genieten als zij 63 jaar worden. De architect en huisarts werken wel langer door. Zij hebben immers nog gestudeerd en zijn pas later gaan werken. Aan die verschillen willen wij recht doen.
Er is nog een reden om te kiezen voor de koppeling tussen arbeidsverleden en pensioengerechtigde leeftijd. De toenemende werkloosheid hangt nu nog als een doembeeld boven ons hoofd. Maar over enkele jaren zullen er door de vergrijzing grote tekorten op de arbeidsmarkt ontstaan. Tekorten die tot maatschappelijke drama’s kunnen leiden, onder meer in onderwijs en zorg. In het onderwijs is nu 25 procent van de leraren ouder dan 50 jaar. Zij gaan de komende jaren massaal met pensioen.
In de zorg hangen ons nog grotere tekorten boven het hoofd. Minister Klink heeft voorgerekend dat over vijftien jaar 470.000 extra mensen nodig zijn in de zorgsector om de stijgende vraag op te vangen, terwijl er dan maar 20.000 extra mensen op de arbeidsmarkt komen.
Je kunt gerust stellen dat de kwaliteit van leven in Nederland zo onder vuur komt. Zonder leraren worden onze kinderen immers niet opgeleid om straks het stokje over te nemen. En zonder verpleegkundigen, artsen en verzorgenden blijven onze ouderen verstoken van de zorg die ze nodig hebben. Dan kennen we straks geen ‘pyjamadagen’, maar ‘pyjamaweken’.
Iedereen die kan werken, is keihard nodig. Of we moeten onze grenzen wagenwijd openzetten voor arbeidsmigranten. Naast dit maatschappelijk belang is het ook in het belang van vrouwen zelf om te werken. Ongeveer 59 procent van de vrouwen in Nederland is actief op de arbeidsmarkt, maar slechts 45 procent van de vrouwen is economisch zelfstandig. Dat wil zeggen: verdient meer dan 900 euro per maand netto. Tegelijkertijd weten we ook dat één op de drie huwelijken strandt. Voor mensen die samenwonen ligt dat percentage nog hoger. Voor veel vrouwen en hun kinderen betekent een scheiding een enkeltje richting de armoede van de bijstand. En leven in armoede heeft grote gevolgen. Het is meer dan het bij elkaar schrapen van stuivers en dubbeltjes. Arme mensen zijn ook ongezonder, wonen beroerder en hebben minder contacten. Ook is armoede van grote invloed op de ontwikkeling en opleiding van kinderen. In ons rijke land beginnen 310.000 kinderen het leven met een achterstand omdat ze deel uitmaken van een arm gezin.
Natuurlijk is er meer in het leven dan werken alleen. Wij zijn er helemaal niet voor om iedereen voltijds de arbeidsmarkt op te jagen. In ons voorstel bouw je ook met een kleine deeltijdbaan een arbeidsverleden op. En als je meer dan 50 procent van het wettelijk minimumloon verdient, bouw je volledige AOW-rechten op. Bovendien worden ouders met kinderen jonger dan vijf jaar in ons AOW-voorstel ontzien. De jaren waarin wordt gezorgd voor jonge kinderen tellen voor de helft mee voor het arbeidsverleden.
Net als de tijd die wordt besteed aan mantelzorg. En als je niet kúnt werken, bijvoorbeeld omdat je arbeidsongeschikt bent, behoud je uiteraard ook het recht op AOW. Ons voorstel betreft overigens alleen mensen die in 2012 jonger zijn dan 40 jaar. Het gaat om een geëmancipeerde generatie. Van de vrouwen tot 40 jaar werkt nu al zo’n 75 procent en is 64 procent ook economisch zelfstandig.
Wij vragen iedereen naar vermogen bij te dragen. Dat is nodig om onze welvaart, onze voorzieningen en daarmee ons welzijn op peil houden. Deze tijden vragen om echte keuzes en om politici die die keuzes ook durven te maken. Doen we dat niet, dan raken we veel meer kwijt dan een deel van ons inkomen. Dan leveren we in op dat wat er echt toe doet: een goede gezondheid, het welzijn van onze kinderen en de mogelijkheid van iedereen om een menswaardig bestaan op te bouwen.
Femke Halsema is fractievoorzitter van GroenLinks in de Tweede Kamer. Jolande Sap is Kamerlid van GroenLinks.
Dit opiniestuk is in onder andere de Twentse Courant Tubantia verschenen op 27 maart 2010