Meer AWBZ naar de gemeenten?

Met dank overgenomen van A.G. (Agnes) Wolbert i, gepubliceerd op vrijdag 16 april 2010.

De gemeenten zijn enthousiast over de Wmo. Sterker nog, de VNG wil dat nog meer zorg van de AWBZ wordt overgeheveld naar de gemeenten. De PvdA vindt, dat de zorg door gemeenten veel meer in de buurt moet worden georganiseerd. Om dat goed te kunnen doen, moet er langzaam maar zeker meer zorg overgeheveld worden van de AWBZ naar de gemeenten. Hoe sympathiek die gedachte ook mag zijn, van mij krijgen de gemeenten niet zonder meer een volmacht.

De gemeente is steeds meer onze eerste overheid geworden. Daar zijn we blij mee, want lokaal kun je nu eenmaal meer, sneller en dichterbij de mensen organiseren dan vanuit den Haag. Mensen die afhankelijk zijn van zorg en ondersteuning willen deze graag zo dichtbij mogelijk, het liefst in de buurt zien. Thuis blijven wonen met zorg kan eigenlijk alleen als die zorg dichtbij beschikbaar is. Een sterke gemeente die veel zorg uitvoert, breekt bovendien de hinderlijke schotten tussen wetten, regelingen en budgetten af. Dat is goed voor de burger die hulp of steun wil, want daardoor wordt hij niet meer van het kastje naar de muur gestuurd. Een pluspunt voor de gemeenten. Als gemeenten meer zorg zouden moeten gaan uitvoeren, komen meer voorzieningen in één hand. Dat voorkomt veel bestuurlijke drukte en eindeloos overleggen en afstemmen. Gemeenten blijken bovendien veel geld te kunnen besparen door goed in te zetten op vroegtijdige ondersteuning van mensen. Daardoor neemt het zorggebruik af en als de financiële voordelen daarvan bij de gemeenten terecht komen -in plaats van bij de zorgverzekeraar- gaan gemeenten daar beter hun best voor doen. Helemaal als ze ook nog eens budget van de zorgverzekeraars als beloning krijgen. Het mes snijdt dan namelijk aan twee kanten. De burger is gelukkiger, de gemeente en de zorgverzekeraar besparen budget. In het politieke jargon zeggen we dan dat ‘de prikkels de goede kant op staan’. Pas als je gemeenten beloont voor goed gedrag, gaat het gemeentelijk beleid in de goede richting.

Toch wil ik een paar essentiële voorwaarden voor overhevelen naar gemeenten noemen.

De rechten van cliënten

Deze komen opnieuw ter discussie en moeten beter worden geregeld als gemeenten meer AWBZ zorg gaan uitvoeren. Stel dat een gemeente straks in de gemeentelijke bezuinigingsnoodzaak het budget van de welzijnsorganisatie halveert. Betekent dat dan, dat mensen met een beperking, die afhankelijk zijn van hulp en ondersteuning, de maatschappelijk werker niet meer elke maand, maar een keer in de drie maanden ziet? Ellende, verwaarlozing en sociaal isolement zou het gevolg zijn. Via alleen de Wmo¬raad of alleen via het klachtrecht zijn de belangen van deze cliënten onvoldoende gewaarborgd. Het gaat immers om mensen met een matige tot ernstige verstandelijke handicap, om mensen met dementie, om chronisch (psychiatrisch) patiënten. Als gemeenten de AWBZ willen uitvoeren dan verwacht ik van gemeenten daadkracht en initiatief ter bescherming van de cliënten.

Kwaliteitseisen

Als gemeenten meer AWBZ zorg gaan uitvoeren, is het meer dan tot nu toe het geval was, nodig om minimale vereisten te verwoorden. Dat betekent wat mij betreft, dat gemeenten in de uitvoering van de AWBZ taken, zullen moeten voldoen aan de kwaliteitseisen uit de zogenoemde “Normen voor verantwoorde zorg”.

Evaluatie

In een recente evaluatie van de Wmo wordt zichtbaar, dat kleine gemeenten het minder goed doen in een innovatieve uitvoering van de Wmo dan de grote. Daarmee doen die gemeenten grote groepen burgers / cliënten met een beperking, misschien nu al tekort. Kleine gemeenten zijn vaak al bij dat ze de grootste groep Wmo cliënten, namelijk de ouderen, kunnen bedienen. De zogenoemde ‘kleine doelgroepen’ (chronisch zieken, doven/ blinden, meervoudig gehandicapten) en cliënten met een allochtone achtergrond, komen vaak niet eens in het vizier. Gemeenten zullen moeten werken aan regionale oplossingen voor dit probleem. Maak centrumgemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering in de regio, dan beschikt elke kleine gemeente toch over voldoende slagkracht.

Tot slot

De Wmo is een mooie wet, want hij komt tot in de haarvaten van de samenleving. Daarom moeten gemeenten alle ruimte krijgen om de wet breed, integraal en innovatief verder te ontwikkelen en uit te voeren. Maar gezien de afhankelijkheid van mensen van AWBZ zorg, kunnen gemeenten alleen meer zorgtaken uitvoeren als men bereid is te garanderen dat het beschikbare budget voor welzijn en zorg, ook daadwerkelijk voor deze groep zeer kwetsbare bewoners wordt ingezet. Het budget moet dus worden besteed waarvoor het was bedoeld. Hoe gemeenten dat vervolgens intern doen, is aan hun. Voor de VNG betekent dit, dat ze moet toegeven dat er een grens is aan de gemeentelijke budgettaire vrijheden. Elk geluk kent zijn prijs.

Documenten