Zorg voor de Amerikanen

Met dank overgenomen van M.L. (Mei Li) Vos i, gepubliceerd op maandag 22 maart 2010, 2:19.

Zucht van opluchting. Het is Obama gelukt om een zorgverzekering voor alle Amerikanen door het congres te loodsen. Met een nuchtere Nederlandse blik zou je denken, waarom hebben ze dat in the land of freedom niet eerder gedaan? Zeker als je weet dat het systeem, of liever geen systeem dat ze tot gisteren hadden vele malen duurder was dan de Europese systemen.

Maar Amerika is een vreemd land (zij vinden als vanzelfsprekend ons ook rare snuiters). Elke verplichtstelling vinden ze een aantasting van hun fundamentele recht op vrijheid. Als de je demonstranten voor en tegen zag scanderen kon je je verbazen over de argumenten die de tegenstanders gebruikten. Obama was een communist, aantaster van de vrijheid tot en met idiote verhalen over verplichte euthanasie en abortus. Werkelijk alles werd uit de kast gerukt om het recht te behouden zelf te creperen of failliet te gaan na een ongeluk of als je een chronische ziekte hebt.

Gelukkig won het gezond verstand en pragmatisme van een nipte meerderheid. Dat dan weer wel. Wat overigens niet zegt dat het stelsel direct veel goedkoper wordt. In Nederland hebben we op zich het beste systeem van de wereld, zorg voor iedereen en ook voor de lage inkomens kwaliteit, maar de kosten rijzen elk jaar de pan uit. Maar dat krijg je nu eenmaal als je goede zorg voor iedereen wilt. Als we het voor minder geld willen doen dan kost dat of kwaliteit, of meer eigen bijdragen. Dat wordt een punt in de verkiezingen.

Maar terug naar Amerika. Twee dingen blijven me verbazen bij dat fascinerende land. De bereidheid om de straat op te gaan en de verstikkende sociale controle die er ondanks het fundamentele recht op vrije keuze is.

Ondanks dat de Amerikanen het concept deeltijdwerk nauwelijks kennen en veel Amerikanen met drie baantjes de eindjes aan elkaar moeten knopen staan ze toch als het nodig is en masse op straat om ergens voor of tegen te demonstreren. Tijdens de bankencrisis kon je als bankier nauwelijks over Wallstreet lopen door de demonstrerende menigte. Toen het congres moest stemmen over de zorgverzekering zagen de straten zwart met voor en tegenstanders. Politieke bijeenkomsten bij verkiezingen trekken stadions vol mensen.

Nee dan wij. Als we in de Kamer stemmen over bepaalde onderwerpen wil er nog wel eens een plukje demonstranten op het Plein staan of de kamervergadering bijwonen, maar meer dan wat tientallen wordt het niet. Toen de kamer stemde over de antikraakwet werd het plein een dag lang bevolkt met tegenstanders van de kraakwet (overigens was de PvdA ook tegen) maar die pakten netjes hun biezen aan het eind van de dag.

De enige grote demonstratie die ik me kan heugen was in 2004 tegen de afschaffing van het vroegpensioen. Maar toen moesten de vakbonden wel het busvervoer naar Amsterdam regelen.

Op de een of andere manier leeft de democratie veel meer in de VS dan hier. Misschien ook wel omdat we hier de natjes en droogjes van de meeste mensen beter geregeld hebben. De afschaffing van het vroegpensioen was natuurlijk vreselijk voor mensen die dachten nu eens lekker op de fiets te kunnen stappen, maar een zaak van leven en dood was het niet. Het ligt ook vast aan de Amerikaanse cultuur. De fundamentele rechten van hun Constitution lijken daar veel meer verinnelijkt te zijn dan de grondrechten zoals wij ze in de grondwet hebben opgeschreven. Dat gaat bijvoorbeeld om het recht om wapens te dragen, het recht op privacy, het recht om je vrij te bewegen, het recht op vrije meningsuiting en gedachten en het recht op je eigen grond. Dat zit zo diep dat ze er de straat voor opgaan.

Hier lijkt de actiebereidheid zich te concentreren op het recht op vrije meningsuiting en dan weer toegespitst op hoofddoekjes. Waar mensen weer heel verschillend over denken. De hoofddoekdraagsters vinden het hun recht om op hun hoofd te dragen wat ze willen, als expressie van identiteit of religie en de tegenstanders vinden het een aantasting van ofwel het principe scheiding kerk en staat of een teken van vrouwenonderdrukking. Er ging rond de verkiezingen een klein plukje mensen met hoofddoek demonstreren tegen de aantasters van hun recht, maar dat was het wel weer. Overigens doen ze in de VS weer niet zo moeilijk over hoofddoekjes en keppeltjes, bij hen slaan de vrijheid op religie en meningsuiting de andere kant op. Bovendien erkennen ze eerder dat ze van de melting pot zijn wie ze zijn geworden. Zeker na de verbeten rassenstrijd die ze dan nog wel hebben moeten voeren.

Vrijheid voorop dus, zou je denken. Maar als je de columns van Sylvia Witteman leest over leven in de States beperken ze aan alle andere kanten geheel vrijwillig weer andere rechten. Het recht om te drinken als nette burger, het recht van kinderen op viezigheid en gevaarlijke spelletjes, het recht op roken en onlangs kwam Bloomberg, de burgemeester van New York met het plan om het recht op zout in je eten in restaurants aan te tasten. Nadat hij ook al bepaalde ongezonde vetten had verboden. Misschien vinden Amerikanen dat soort betutteling wel te rechtvaardigen bij ontstentenis van een ziektekostenstelsel. Het recht om je niet te verzekeren en als crepeergeval uiteindelijk in een ziekenhuis terecht te komen kon minder erg in zijn uitkomsten worden als mensen verplicht gezonder gingen leven.

Misschien krijgt Bloomberg nu ook de handen niet meer op elkaar voor het zoutverbod. En mogen kindertjes weer wat onhygienischer leven, nu er toch zorg voor iedereen komt.

PS: ik ben geen Amerikadeskundige. dit zijn louter wat impressionistische observaties