We zijn niet achterlijk. We zijn redelijk.

Met dank overgenomen van M.L. (Mei Li) Vos i, gepubliceerd op woensdag 26 mei 2010, 2:25.

De verkiezingen lijken te gaan om cijfers. Wie het meest bezuinigt, bij wie de waarde van huizen het minst of meest daalt, wie wat doet met de eigen bijdrage of het eigen risico in de zorg, hoeveel we besparen met welke aow maatregel of welke ingreep in de basisbeurs en collegegelden. Allemaal heel erg belangrijk, de cijfers. Ook fijn dat er hier nog een club als het CPB is die elke partij langs dezelfde maatlat legt. Dat is in andere democratieën wel anders, waar het niet om gekibbel over cijfers maar over de buitenechtelijke escapades of bonnetjes van politici gaat. Hoe ergerniswekkend het strooien met cijfers ook kan zijn, alles beter dan politiek waar alles persoonlijk wordt.

Maar het gemierenieer over cijfers laat onverlet dat kiezers uiteindelijk niet kiezen op programma’s met de beste cijfers. Net zoals vroeger het jongetje of meisje met de hoogste cijfers meestal niet de meest populaire in de klas was. Kiezers kiezen uiteindelijk voor personen en partijen die ze vertrouwen. Drew Western beschrijft dat mooi in zijn boek ‘The political brain’. Hij laat zien hoe ‘links’, wat in de VS liberal heet elke keer weer in de val trapt om met rationele plannen en cijfers proberen kiezers te overtuigen. Daar falen ze elke keer jammerlijk in, want die kiezer is veel gevoeliger voor persoonlijke aspecten, of iemand draait of niet (flipfloppen) of de eer van zijn familie bewaakt. Rechts of ‘conservative’ in de VS heeft dat veel beter begrepen en spreekt in campagnes dan ook consequent het gevoel van kiezers aan. Obama won deze keer omdat hij het sluimerende gevoel en de hunkering naar verandering wist aan te spreken, na acht jaar Bush.

Ergens is het ook wel logisch om het gevoel van kiezers aan te spreken, en niet de parate cijferkennis. Kiezers willen politici die ze met een gerust hart vier jaar aan het werk kunnen laten gaan en niet elke dag dezelfde ingewikkelde keuzes hoeven maken als de politici waar ze voor hebben gekozen.

Dat Cohen nu zo wordt aangevallen op zijn parate cijferkennis door rechts is eigenlijk wel frappant. Rechts in Nederland doet precies wat links in Amerika altijd fout deed. Lijstjes maken, rationele plannen verkopen, de beste rekenmeesters proberen te zijn. Cohen heeft niet alle cijfers als een historicus in zijn hoofd, maar weet wel waar ie heen wil met de samenleving. Net als studenten van de studiehuisfase zoekt of googlet hij dat wel op als het nodig is. Hij weet: kiezers vertrouwen hem, of niet. Daar kan je nog alle cijfers voor uit je hoofd leren, maar dat is de essentie. CDA probeert nu van het gedoe om cijfers er een vertrouwenskwestie van te maken, zoveel hebben ze dan ook wel weer gelezen in het boek van Western. De vraag is alleen of dat ze lukt. Ik ga er echter van uit van niet. We zijn niet achterlijk. We zijn redelijk.