Het slimme leven - Hoofdinhoud
Onder deze titel organiseerde KIVI NIRIA afgelopen vrijdag een congres over intersectoraal denken. Ik was een van de sprekers, in het geleerde gezelschap van Nico Baken (KPN/TU Delft), Robbert Dijkgraaf (president KNAW) en Bram Reinders (alliance manager Alliander). En geloof het of niet: het was een buitengewoon politiek debat.
vlnr: Reinders, Dijkgraaf, Jansen en Baken (foto: Tymen Pardijs)
Veel innovaties komen tot stand doordat mensen uit maatschappelijke sectoren (het CBS onderscheidt er 22) over hun eigen schaduw heen stappen en gaan samenwerken met mensen uit andere takken van sport. In de Iphone is bijvoorbeeld kennis uit de sectoren telecom, media, recreatie en informatica gebundeld in één nieuw, geintegreerd product. Volgens mensen die er verstand van hebben, zoals Baken en Dijkgraaf, ligt er nog een enorm potentieel voor innovatie braak als we wat meer intersectoraal zouden denken.
Maar waarom gebeurt dat dan niet? Mijn stelling was: door de marktwerking en de individualisering (in de slechte zin van het woord: de mens als calculerende burger).
Bij private ondernemingen wordt de directie door de aandeelhouders afgerekend op het korte termijn rendement. Dat staat haaks op de optimale condities voor intersectoraal denken: dan moet je baas je wat tijd gunnen om gewoon eens een keer wat uit te proberen zonder dat vooraf duidelijk is dat het geld op levert. Opmerkelijk genoeg was 99% van de aanwezige techneuten in de zaal dat helemaal met me eens. “Ik wordt geleefd door mijn targets”, vatte een van de aanwezigen zijn frustraties bondig samen.
Ook de heropvoeding van “de mens als sociaal wezen” tot “de calculerende burger” in de afgelopen decennia heeft het intersectoraal denken geen goed gedaan. De calculerende burger ziet zichzelf als een eenpersoons-private-onderneming, met als belangrijkste levensvraag “what’s in it for me?”
De helaas te vroeg overleden Karel Glastra van Loon schreef ooit al “De mens is meer dan een consument”. In veel gevallen is het besteden van wat tijd aan het nut van het algemeen de voorbode van verhoging van het levensgeluk, waar je uiteindelijk zelf ook plezier van hebt. Zo hebben we in Nederland de verzorgingsstaat opgebouwd.
Kortom: het socialisme is de snelste weg naar het slimme leven, ‘t is maar dat je het weet.