Een inloophuis voor veteranen en een herdenking

Met dank overgenomen van A. (Anne) Mulder i, gepubliceerd op woensdag 21 juli 2010, 11:06.

Vorige week bezocht ik samen met PvdA-collega Angelien Eijsink, indienster van de Veteranenwet, De Treffer, een inloophuis voor veteranen in Eindhoven. Daar spraken we met een aantal veteranen.

Het inloophuis biedt veteranen de mogelijkheid om met andere veteranen te praten. Ook helpt het inloophuis mensen die het even moeilijk hebben, hun draai in de maatschappij weer te vinden. In het huis heerst een huiskamersfeer waardoor de drempel om binnen te komen laag is. Het inloophuis voorziet duidelijk in een behoefte.

Knap om te zien hoe mensen zich in hebben gezet het inloophuis op te bouwen met weinig middelen. Roy Meelhuysen, voorzitter van de Stichting Veteranen Brabant Zuid-Oost vertelde hoe men bedrijven bereid vond een bijdrage te leveren. Zo leverde Karwei de benodigden om een terras aan te leggen in de tuin en kreeg men van Philips een kleurentelevisie.Later die week mocht ik een toespraak houden in Roermond bij de jaarlijkse herdenking van de in het voormalig Indië gesneuvelde commando’s en paracommando’s. Zie bijgaand mijn toespraak.

Hoorde daar ook dat het Korps Commando Tropen wordt getreffen door bezuinigingen. Van de voertuigen mag 20% niet gebruikt worden, kleine reparaties op de kazerne mogen niet worden verricht en de jungletraining in Suriname is geschrapt.

Toespraak:

Geachte aanwezigen,

Toen ik de uitnodiging kreeg om vandaag enkele woorden te spreken bij deze jaarlijkse dodenherdenking, werd ik een beetje bang.

Mijn gedachten gingen terug naar mijn eerste intensieve contact met het korps commandotroepen.

In de aanloop naar mijn uitzending in 1995 naar Bosnië, naar Srebrenica, waar ik als dienstplichtig soldaat heenging, werden wij een dag onder handen genomen op de Engelbrecht van Nassaukazerne.Daar zijn zoals u weet en ongetwijfeld heeft gevoeld, een aantal hindernisbanen. Toen ik daar uit een boom viel stond er een groene baret boven me die op indringende toon vroeg of ik een probleem had met de zwaartekracht en die me vervolgens nog dringender verzocht weer in de boom te klimmen.

Tegelijkertijd werd iets verderop een aantal jongelui over een hindernisbaan gestuurd. Of beter gezegd gejaagd.

Het huilen stond ze nader dan het lachen. Ik vroeg aan de sergeant-majoor of dit niet zielig was. Hij antwoordde: Zielig? Zielig? Helemaal niet zielig. Over een paar weken zijn deze jongelui trotse kerels met een groene baret!

Dames en heren,

Voor mij is het bijzonder om hier vandaag in uw midden als Volksvertegenwoordiger én als Veteraan te mogen spreke’. Om te beginnen wil ik u Indiëgangers, als veteraan bedanken.

U maakte deel uit van de eerste groepen Nederlandse militairen die na de Tweede Wereldoorlog werd uitgezonden. Van een speciaal beleid voor veteranen was toen geen sprake. Toen ik me voorbereidde op deze toespraak, las ik de volgende uitspraak van een oud-militair:

”We hebben de crisisjaren gehad, de oorlogsjaren, vijf jaar bezetting, drie jaar Indië er achteraan en toen kwam je terug en kon je helemaal onderaan beginnen. Dat is gewoon niet te verhapstukken, dat blijft mijn leven lang vreten’,

Latere generaties, waaronder ikzelf, hebben kunnen profiteren van uw ervaringen en uw inzet voor een goede opvang en begeleiding van veteranen. Dat was nodig.

Wie in een oorlogsituatie heeft gediend weet dat dat grote stress en spanning met zich mee kan brengen.

Dat in een oorlog, in de strijd om te overleven, de rauwe menselijke eigenschappen boven komen drijven.

Dat in een oorlog militairen vaak worden geconfronteerd met onbeschrijfelijk leed.

En dat, en daarom zijn we hier, in een oorlog maten kunnen sneuvelen.

Deze ervaringen dragen of soms slepen veteranen met zich mee. De rest van hun leven. De een makkelijker dan de ander. Gelukkig heeft defensie daarvan geleerd. Zo hebben we nu

  • speciale opvang en begeleiding voor veteranen,
  • een veteraneninstituut ,
  • een speciale veteranendag,
  • een speciale inspecteur-generaal der Veteranen

En de Tweede Kamer zal binnen afzienbare tijd spreken over een speciale veteranenwet. Dat is mee door u toedoen tot tand gekomen. Nogmaals mijn dank daarvoor.

Daarnaast wil ik stilstaan bij uw inzet in de Oost.

Militairen, waartoe u behoort, vormen een aparte beroepsgroep.

Voor militairen, in tegenstelling tot andere beroepsgroepen

geldt: eerst de klus klaren en dan pas denken aan de eigen veiligheid.

Dat geldt des te meer voor Commando’s.

Commando’s, u dus, worden eerst stevig opgeleid tot topmilitairen, ik heb daar al wat over gezegd, en er vervolgens op uitgestuurd om de allermoeilijkste en allergevaarlijkste klussen te klaren in oorlogsgebieden.

Dat uw inzet niet zonder risico’s was, kunnen we lezen op de gedenkplaat:

58 commando’s en paracommando’s lieten in Nederlands-Indië het leven.

Zij, uw kameraden, brachten daarmee het hoogste offer.

Vandaag herdenken we hen. Graag betoon ik als volksvertegenwoordiger mijn diepe respect voor hen die in opdracht van parlement en kabinet hun leven hebben gewaagd.

Tegelijkertijd leven ze voort. Ze leven voort in uw herinnering. Maar dat niet alleen.

U hier aanwezig én uw gevallen kameraden hebben er aan bijgedragen dat het Korps Commando Troepen geworden is tot wat het nu is.

Een club die tot op de dag van vandaag de moeilijke en gevaarlijke klussen opknapt. Net als u en uw gevallen kameraden toen.

Ik heb dat zoals gezegd zelf mogen ervaren.

Niet alleen op de hindernisbaan. Ook in Bosnië, in Srebrenica. Ook daar namen de commando’s, net als u toen, de moeilijkste en gevaarlijkste klussen voor hun rekening.

In februari 1995 kwam ik aan in de enclave Srebrenica.

In de week dat ik daar aankwam liep een lid van het verkenningspeloton van 108 Commandotroepencompagnie op een mijn, toen hij patrouilleerde op de frontlijn.

Hij, de 2de luitenant Jaspert Verplanke, verloor daarbij een been.

Tijdens de val van de enclave Srebrenica, deze week precies 15 jaar geleden, op 11 juli, rukten Bosnische Serven op richting onze compound.

Een klein team commando’s trok richting het Bosnisch Servische leger. Onder zwaar vuur van Servische tanks, artillerie, mortieren en mitrailleurs leidde dit team 2 F-16’s naar de oprukkende Servische tanks.

Twee Servische tanks konden hierdoor worden uitgeschakeld. De opmars van de Serven naar Srebrenica werd hierdoor vertraagd.

De teamleider heeft hiervoor vorige maand een dapperheidsonderscheiding gekregen.

En ook recenter, in Uruzgan waar jongere generaties Commando’s, zeg maar uw militaire kleinkinderen, de moeilijke en gevaarlijke klussen klaren.

De politiek, waar ik inmiddels toe behoor, kon en kan altijd op de inzet van u en het KCT rekenen.

Toen, nu en naar verwachting ook in de toekomst.

(Als we tenminste niet zo onverstandig zijn om op Defensie te bezuinigen, maar dat terzijde)

Daarbij past, en daarmee wil ik afsluiten, een wederkerigheid.

Militairen moeten kunnen rekenen op politici. Ik denk dat politici dat de afgelopen decennia door uw ervaringen in Indië en door de verschillende vredesmissies zich dat beter zijn gaan realiseren.

Militairen moeten er op kunnen rekenen:

  • Dat politici militairen op een missie sturen waar van te voren goed over is nagedacht.
  • Dat militairen erop uit worden gestuurd met goede spullen en goed materieel.
  • En dat politici ervoor zorgen dat militairen een opdracht krijgen die op een redelijke manier uitvoerbaar is.

Dank voor uw inzet.

Dank voor uw aandacht.