Voorstel van wet - Aanpassing van de Spoedwet wegverbreding, de Tracéwet, de Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening in verband met de hernieuwde invoering van koppelingen tussen de onteigeningsprocedure en planologische procedures - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 32488 - Hernieuwde invoering van koppelingen tussen de onteigeningsprocedure en planologische procedures i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Aanpassing van de Spoedwet wegverbreding, de Tracéwet, de Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening in verband met de hernieuwde invoering van koppelingen tussen de onteigeningsprocedure en planologische procedures; Voorstel van wet; Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 20-09-2010 |
Publicatiedatum | 20-09-2010 |
Nummer | KST324882 |
Kenmerk | 32488, nr. 2 |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2009–2010
32 488
Aanpassing van de Spoedwet wegverbreding, de Tracéwet, de Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening in verband met de hernieuwde invoering van koppelingen tussen de onteigeningsprocedure en planologische procedures
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Spoedwet wegverbreding, de Tracéwet, de Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in verband met de hernieuwde invoering van koppelingen tussen de onteigeningsprocedure en de in deze wetten geregelde planologische procedures;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 16 van de Spoedwet wegverbreding wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
-
2.Er worden drie leden toegevoegd, luidende:
-
2.De in artikel 18, eerste lid, van de onteigeningswet bedoelde dagvaarding kan geschieden nadat het wegaanpassingsbesluit is vastgesteld.
-
3.Onverminderd het bepaalde in artikel 59, eerste lid, van de onteigeningswet kan het vonnis van onteigening van de rechtbank niet eerder in de openbare registers worden ingeschreven dan nadat het wegaanpas-singsbesluit onherroepelijk is geworden.
-
4.In aanvulling op de artikelen 54n en 59 van de onteigeningswet is ten behoeve van de in het derde lid bedoelde inschrijving een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dan wel een verklaring van de Secretaris van de Raad van State nodig, waaruit blijkt dat het wegaanpassingsbesluit onherroepelijk is geworden.
ARTIKEL II
In de Tracéwet worden na artikel 20a twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 20b
De in artikel 18, eerste lid, van de onteigeningswet bedoelde dagvaarding kan geschieden nadat het tracébesluit is vastgesteld.
Artikel 20c
-
1.Onverminderd het bepaalde in artikel 59, eerste lid, van de onteigeningswet kan het vonnis van onteigening van de rechtbank niet eerder in de openbare registers worden ingeschreven dan nadat het tracébesluit onherroepelijk is geworden.
-
2.In aanvulling op de artikelen 54n en 59 van de onteigeningswet is ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde inschrijving een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dan wel een verklaring van de Secretaris van de Raad van State nodig, waaruit blijkt dat het tracébesluit onherroepelijk is geworden.
ARTIKEL III
Artikel 5.14 van de Waterwet wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
-
2.Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. De in artikel 18, eerste lid, van de onteigeningswet bedoelde dagvaarding kan geschieden nadat het projectplan door gedeputeerde staten is goedgekeurd. De rechtbank spreekt de onteigening niet uit dan nadat het projectplan onherroepelijk is geworden.
ARTIKEL IV
In de Wet ruimtelijke ordening wordt na artikel 3.36a een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.36b
-
1.De in artikel 18, eerste lid, van de onteigeningswet bedoelde dagvaarding kan geschieden, nadat:
-
a.het bestemmings- of inpassingsplan, een projectbesluit hieronder begrepen, als bedoeld in artikel 3.30, eerste lid, onder b, onderscheidenlijk de artikelen 3.33, eerste lid, onder b, of 3.35, eerste lid, onder b, is vastgesteld;
-
b.een bestemmings- of inpassingsplan, waarbij toepassing is gegeven aan artikel 3.4, dan wel een projectbesluit gelijktijdig met een exploitatieplan is vastgesteld.
-
2.Voor zover nodig in afwijking van artikel 37, tweede lid, of 54i, eerste lid, van de onteigeningswet, doet de rechtbank niet eerder uitspraak dan nadat het onderdeel van het bestemmingsplan, inpassingsplan of projectbesluit, ter uitvoering waarvan wordt onteigend, onherroepelijk is geworden blijkens een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dan wel een verklaring van de secretaris van de Raad van State of van de griffier van de betrokken rechtbank.
ARTIKEL V
-
1.Indien het bij koninklijke boodschap van 27 april 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Tracéwet met het oog op de versnelling en verbetering van besluitvorming over infrastructurele projecten (32 377) tot wet is verheven of wordt verheven, en artikel I, onderdeel F, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als, deze wet, komt artikel II van deze wet te luiden:
ARTIKEL II
In de Tracéwet worden na artikel 21 twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 21a
De in artikel 18, eerste lid, van de onteigeningswet bedoelde dagvaarding kan geschieden nadat het tracébesluit is vastgesteld.
Artikel 21b
-
1.Onverminderd het bepaalde in artikel 59, eerste lid, van de onteigeningswet kan het vonnis van onteigening van de rechtbank niet eerder in de openbare registers worden ingeschreven dan nadat het tracébesluit onherroepelijk is geworden.
-
2.In aanvulling op de artikelen 54n en 59 van de onteigeningswet is ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde inschrijving een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dan wel een verklaring van de Secretaris van de Raad van State nodig, waaruit blijkt dat het tracébesluit onherroepelijk is geworden.
-
2.Indien het bij koninklijke boodschap van 27 april 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Tracéwet met het oog op de versnelling en verbetering van besluitvorming over infrastructurele projecten (32 377) tot wet is verheven of wordt verheven, en artikel I, onderdeel F, van die wet later in werking treedt dan deze wet, worden de artikelen 20b en 20c van de Tracéwet vernummerd tot de artikelen 21a en 21b.
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
De Minister van Verkeer en Waterstaat,