Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid

1.

Tekst

 

|

2.

52010PC0471

/* COM/2010/0471 final - COD 2010/0252 */ Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid

[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 20.9.2010

COM(2010) 471 definitief

2010/0252 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid

{SEC(2010) 1034}{SEC(2010) 1035}

TOELICHTING

  • 1. 
    Achtergrond van het voorstel
  • Motivering en doel van het voorstel

Bij artikel 8 bis, lid 3, van Kaderrichtlijn 2002/21/EG, als gewijzigd bij Richtlijn 2009/140/EG, wordt de Commissie uitgenodigd, zoveel mogelijk rekening houdend met het advies van de Beleidsgroep Radiospectrum (RSPG), bij het Europees Parlement en de Raad een wetgevingsvoorstel in te dienen voor de vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid (RSPP) waarin de beleidslijnen en doelstellingen voor de strategische planning en harmonisatie van het radiospectrumgebruik zijn vastgesteld.

Gezien het belang van de beschikbaarheid en het efficiënt gebruik van het spectrum voor de totstandbrenging van een interne markt voor elektronische communicatie en voor de andere EU-beleidsterreinen geldt artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) als rechtsgrond voor het RSPP. Het RSPP beschrijft op welke manier het spectrumgebruik tot 2015 kan bijdragen tot de verwezenlijking van de EU-doelstellingen en tot meer sociale, economische en ecologische voordelen. In het programma, dat voortbouwt op de EU-regelgeving inzake elektronische communicatie en op Radiospectrumbeschikking nr. 676/2002/EG (RSD), worden de voor alle soorten spectrumgebruik toe te passen beginselen bevestigd, zijn beleidsdoelstellingen voor de Unie vastgesteld en is een lijst van te nemen maatregelen opgenomen.

  • Algemene context

Het spectrum is cruciaal voor de digitale samenleving, snelle draadloze diensten, economisch herstel, groei, hoogwaardige banen en het concurrentievermogen van de EU op lange termijn. De spectrumbeleidsinitiatieven zijn tevens belangrijk voor de Digitale Agenda voor Europa en de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Het RSPP is opgesteld aan de hand van de resultaten van de door het Parlement en de Commissie georganiseerde spectrumtop, de publieke raadpleging van de Commissie en het advies van de Beleidsgroep Radiospectrum.

  • Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Het beleid inzake het elektronisch communicatiespectrum valt onder de Kaderrichtlijn 2002/21/EG en de Machtigingsrichtlijn 2002/20/EG als gewijzigd bij Richtlijn 2009/140/EG, die gezorgd heeft voor een aanmerkelijk efficiënter spectrumgebruik, het spectrumbeheer heeft versoepeld en de toegang tot het spectrum heeft vergemakkelijkt. Voorts biedt de radiospectrumbeschikking reeds de mogelijkheid de technische voorwaarden voor het gebruik van het spectrum in het kader van het huidige EU-beleid te harmoniseren.

  • Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU

In diverse belangrijke beleidssectoren van de EU heeft het spectrumgebruik een toenemende invloed op de duurzame groei, het concurrentievermogen en de productiviteit op de interne markt. Aangezien de beschikbare spectrumruimte schaars is, moeten prioriteiten worden bepaald om ervoor te zorgen dat de toewijzing van spectrum efficiënt en doelmatig gebeurt, rekening houdend met de EU-beleidsdoelstellingen inzake elektronische communicatie en breedbandtoegang voor iedereen en inzake vervoer, onderzoek, aardobservatie, Galileo, de bescherming van het milieu en de strijd tegen de opwarming van het klimaat.

  • 2. 
    Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling
  • Raadpleging van belanghebbende partijen

Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

Alle belanghebbenden hebben meermaals de kans gekregen opmerkingen te maken.

  • Op de spectrumtop van maart 2010 waren de EU-instellingen, de lidstaten en de belanghebbende actoren het duidelijk eens over de behoefte aan meer spectrum voor toepassingen met een grote sociale en economische toegevoegde waarde. De resultaten van de top zijn samengevat in bijlage 1 van de effectbeoordeling en de relevante documenten zijn beschikbaar op:http://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/radio_spectrum/rspp/index_en.htm.
  • Ter voorbereiding van het radiospectrumprogramma heeft de Commissie van 4 maart tot 9 april 2010 een publieke raadpleging en een oproep tot inbreng georganiseerd. De samenvatting van de 101 ontvangen reacties bevindt zich in bijlage 2 van de effectbeoordeling en is beschikbaar ophttp://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/radio_spectrum/rspp/rspp_pc_rep/index_en.htm.
  • De RSPG, een groep op hoog niveau die de Commissie adviseert op het gebied van het spectrumbeleid, heeft op 9 juni 2010 formeel advies uitgebracht (bijlage 3 van de effectbeoordeling). Ziehttp://rspg.groups.eu.int/_documents/documents/opinions/rspg10_330_rspp_opinion.pdf. De Commissie heeft bij de ontwikkeling van dit ontwerpvoorstel zoveel mogelijk rekening gehouden met dat advies.
  • Voor de afronding van het voorstel werd over het ontwerpadvies van de RSPG een publieke raadpleging gehouden. De ontvangen reacties staan op:http://rspg.ec.europa.eu/consultations/responses_rspp2010/index_en.htm.
  • Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden

Naast het RSPG-advies en de talrijke reacties op de publieke raadpleging en tijdens de top, zijn ook de volgende studies relevant:

  • "Exploiting the digital dividend – a European approach" (Analysys Mason, DotEcon en Hogan & Hartson) 2009;
  • "Optimising the Public Sector's Use of Radio Spectrum in the EU" (WIK-Consult) 2008;
  • Radio interference in the European Community (Eurostrategies en LS telcom), 2008;
  • "Preparing the next steps in regulation of electronic communications — a contribution to the review of the electronic communications regulatory framework" (Hogan & Hartson, Analysys), 2006.

Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek

De voormelde studies zijn beschikbaar op de website van de Commissie:http://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/radio_spectrum/documents/studies/index_en.htmenhttp://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/info_centre/documentation/studies_ext_consult/index_en.htm#2006

  • Effectbeoordeling

Gelet op het grote strategische belang van het RSPP, worden in de effectbeoordeling diverse opties onderzocht en wordt nagegaan of EU-maatregelen een toegevoegde waarde bieden ten opzichte van nationale of regionale maatregelen. Voorts wordt de strategie uitgestippeld die in het kader van het EU-spectrumbeleid moet worden gevolgd. De beoordeling toont aan dat een omvattend EU-spectrumbeleid noodzakelijk is vanwege de impact van het spectrum op een aantal sectoren die in min of meerdere mate tot de EU-bevoegdheden behoren. De Raad voor effectbeoordeling heeft op 2 juli 2010 advies uitgebracht over deze effectbeoordeling.

  • 3. 
    Juridische elementen van het voorstel
  • Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)

In het voorgestelde programma worden beleidslijnen en -doelstellingen geformuleerd voor de strategische planning en harmonisering van het spectrumgebruik teneinde een interne markt tot stand te brengen. Het ondersteunt de Europa 2020-strategie en de Digitale Agenda voor Europa alsmede andere spectrumgerelateerde EU-beleidsgebieden. Het waarborgt de toepassing van beginselen en definieert de beleidslijnen voor alle aspecten van het spectrumbeleid met een EU-dimensie. In het programma worden concrete prioritaire maatregelen voorgesteld met het oog op meer coördinatie, grotere flexibiliteit en een betere beschikbaarheid van het spectrum voor draadloze breedbandcommunicatie en andere specifieke EU-beleidsdomeinen. Er moet een inventaris worden opgesteld van het huidige en nieuwe spectrumgebruik. Het voorziet in verbeteringen om de EU-belangen te vrijwaren bij internationale onderhandelingen en in richtsnoeren voor de lidstaten bij bilaterale onderhandelingen. Het bevat tevens een oproep tot een betere samenwerking tussen de technische instanties. Ten slotte dient de Commissie tegen 2015 een verslag op te stellen.

  • Rechtsgrondslag

Artikel 114 VWEU

  • Subsidiariteitsbeginsel

De voorgestelde maatregel houdt een wijziging in van het bestaande EU-regelgevingskader en heeft derhalve betrekking op een gebied waarop de EU reeds haar bevoegdheid heeft uitgeoefend. Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel zoals neergelegd in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).

  • Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel omdat een minimumniveau van harmonisatie wordt voorgesteld, terwijl de vaststelling van de tenuitvoerleggingsmaatregelen wordt toevertrouwd aan de lidstaten of de nationale regelgevende instanties (NRI's). De voorgestelde wijzigingen beperken zich tot dat wat nodig is om deze sector beter te reguleren. Ze zijn derhalve in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel van artikel 5 van het VEU.

  • Keuze van instrumenten

Dit is een wetgevingsvoorstel overeenkomstig artikel 8 bis, lid 3, van de kaderrichtlijn, waarin de Commissie verzocht wordt een wetgevingsvoorstel in te dienen bij het Parlement en de Raad. Een niet bindende maatregel zoals een aanbeveling van het Parlement en de Raad impliceert geen coördinatieverplichting voor de EU en vereist evenmin maatregelen van de lidstaten. De beschikkingen nrs. 128/1999/EG, 626/2008/EG en 676/2002/EG van het Parlement en de Raad zijn in het verleden aangepast teneinde dergelijke verplichtingen en maatregelen op te leggen.

  • 4. 
    Gevolgen voor de begroting

Het voorstel heeft geen nieuwe gevolgen voor de begroting van de Unie.

  • 5. 
    Aanvullende informatie
  • Vereenvoudiging en vermindering van de administratieve kosten

Doel van het voorstel is de administratieve lasten te verminderen door het spectrum flexibeler te maken en de administratieve procedures voor het gebruik ervan te versoepelen. Het maakt deel uit van het lopende programma van de Commissie voor de modernisering en vereenvoudiging van het acquis en van het werkprogramma 2010/INFSO/002.

  • Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling

Het in dit besluit vastgestelde programma moet tegen 2015 worden uitgevoerd en de Commissie dient voor de voorbereiding van het volgende programma een evaluatie te maken.

  • Informatie van de lidstaten

De lidstaten brengen bij de Commissie verslag uit over de naleving van hun verplichtingen.

  • Europese Economische Ruimte

Het voorgestelde besluit is van belang voor de EER.

  • Nadere toelichting bij het voorstel, per hoofdstuk of per artikel

Artikel 1 - Onderwerp en toepassingsgebied

Dit artikel beschrijft de algemene doelstelling en de reikwijdte van het programma.

Artikel 2 - Toepassing van algemene regelgevende beginselen

Doel is een consequente toepassing van de algemene regelgevende beginselen door de lidstaten te waarborgen: een efficiënt gebruik en beheer van het spectrum, aanmoedigen van technologie- en dienstenneutraliteit, toepassing van een zo soepel mogelijk machtigingssysteem en het vrijwaren van de interne markt en concurrentie.

Artikel 3 - Beleidsdoelstellingen

De door de lidstaten en de Commissie te realiseren beleidsdoelstellingen zijn: de beschikbaarheid van voldoende spectrum waarborgen, maximale spectrumflexibiliteit, het efficiënt gebruik van het spectrum verbeteren middels algemene machtigingen en spectrumflexibiliteit, voorkomen van concurrentieverstoring, voorkomen van schadelijke interferentie en storingen, harmoniseren van technische voorwaarden, de bescherming van de gezondheid waarborgen.

Artikel 4 - Grotere efficiency en flexibiliteit

Dit artikel bevat de door de lidstaten en de Commissie in concrete acties te vertalen beleidslijnen, waaronder een grotere flexibiliteit inzake spectrummachtiging om de digitale kloof te overbruggen, de technische voorwaarden voor breedbanddiensten creëren, collectief gebruik van het spectrum aanmoedigen, normen ontwikkelen en een interne markt met reële concurrentie vrijwaren en stimuleren.

Artikel 5 - Concurrentie

Doel is de concurrentie te bevorderen door een aantal remedies aan te reiken die de lidstaten kunnen toepassen tegen mogelijk verstoringen door flexibiliteit, handel en hamsteren of andere vormen van concentratie van spectrumrechten.

Artikel 6 - Spectrum voor draadloze breedbandcommunicatie

Te nemen stappen: specifieke doelstellingen voor draadloze breedband halen en daartoe de beschikbaarheid van spectrum verzekeren; toestemming verlenen voor de openstelling van de 800 MHz band, het digitaledividendspectrum, tegen 2013; de dekking van plattelandsgebieden en de toegang voor kansarmen verzekeren; bepaalde banden verhandelbaar maken en voorzien in spectrum voor algemene satelliettoegang.

Artikel 7 - Spectrumbehoeften voor specifieke EU-beleidsterreinen

De Commissie en de lidstaten dienen samen te werken om tegemoet te komen aan de spectrumbehoeften op de interne markt voor diverse EU-beleidsterreinen zoals het ruimtebeleid, milieubescherming, openbare veiligheid, civiele bescherming en rampenbestrijding alsmede onderzoek en wetenschap.

Artikel 8 - Inventarisatie en monitoring van het huidige spectrumgebruik en nieuwe spectrumbehoeften

In samenwerking met de lidstaten dient de Commissie een inventaris te ontwikkelen van het huidige spectrumgebruik en de potentiële toekomstige spectrumbehoeften.

Artikel 9 - Internationale onderhandelingen

Dit artikel voorziet in stappen om de EU een grotere rol te laten spelen in internationale onderhandelingen en de EU-belangen te beschermen. De EU dient de lidstaten ondersteuning te bieden bij onderhandelingen met derde landen voor de naleving van hun EU-verplichtingen. Op de Wereldradiocommunicatieconferentie in 2012 dient de Unie te ijveren voor oplossingen die ervoor zorgen dat de 800 MHz en de 3,4-3,8 GHz-banden volledig beschikbaar kunnen worden gesteld voor breedband in de EU, dat voldoende geschikt beveiligd spectrum beschikbaar is voor het sectorale beleid van de Unie, zoals het Europees ruimtevaartbeleid en het gemeenschappelijk Europees luchtruim en dat de wijzigingen van de ITU-radioreglementen de toepasselijke beginselen van het EU-regelgevingskader ondersteunen en aanvullen.

Artikel 10 - Samenwerking tussen diverse instanties

De Commissie en de lidstaten dienen samen te werken om ten eerste het huidige institutionele kader te versterken en de coördinatie van het spectrumbeheer te verbeteren en ten tweede de samenwerking tussen normalisatie-instanties, de CEPT en het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek te verbeteren teneinde het spectrumbeheer en de normalisatie beter op elkaar af te stemmen.

Artikel 11 – Publieke raadpleging

De Commissie en de lidstaten dienen het publiek te raadplegen wanneer dat noodzakelijk is.

Artikel 12 - Verslaggeving

De Commissie dient tegen 2015 verslag uit te brengen bij het Europees Parlement en de Raad.

Artikelen 13, 14 en 15: Tenuitvoerlegging, kennisgeving, inwerkingtreding en adressaten

Deze artikelen bevatten de verplichtingen van de lidstaten om de bepalingen van het besluit, tenzij in voorgaande artikelen anders is bepaald, tegen 2015 ten uitvoer te leggen en de Commissie daarvan in kennis te stellen, naast de gangbare standaardbepalingen.

2010/0252 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van het eerste programma voor het radiospectrumbeleid

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[1],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's[2],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Op grond van artikel 8 bis, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (de kaderrichtlijn)[3] kan de Commissie wetgevingsvoorstellen bij het Europees Parlement en de Raad indienen voor de vaststelling van meerjarenprogramma’s voor het radiospectrumbeleid waarin de beleidslijnen en doelstellingen voor de strategische planning en harmonisatie van het radiospectrumgebruik worden uiteengezet overeenkomstig de bepalingen van de richtlijnen inzake elektronischecommunicatienetwerken en -diensten. Deze beleidslijnen en doelstellingen dienen betrekking te hebben op de voor het tot stand brengen en het functioneren van de interne markt vereiste beschikbaarheid en efficiënte benutting van het radiospectrum. Dit besluit doet geen afbreuk aan de bestaande EU-regelgeving en met name de Richtlijnen 1999/5/EG, 2002/20/EG en 2002/21/EG en Beschikking nr. 676/2002/EG. Dit besluit geldt onverminderd de maatregelen die overeenkomstig het EU-recht op nationaal niveau worden genomen ter verwezenlijking van doelstellingen van algemeen belang, in het bijzonder met betrekking tot inhoudsregels en audiovisueel beleid en het recht van de lidstaten om hun radiospectrum in het belang van de openbare orde en veiligheid en voor defensiedoeleinden te organiseren en te gebruiken.
  • (2) 
    Het spectrum is een essentiële hulpbron voor vitale sectoren en diensten, zoals mobiele, draadloze breedband- en satellietcommunicatie, televisie- en radio-uitzendingen, vervoer, radioplaatsbepaling en toepassingen zoals alarmen, bediening van op afstand, gehoorapparaten, microfoons en medische apparatuur. Het ondersteunt publieke diensten zoals veiligheids- en beveiligingsdiensten, met inbegrip van civiele bescherming, en wetenschappelijke activiteiten zoals meteorologie, aardobservatie, radioastronomie en ruimteonderzoek. Regelgevende maatregelen op het gebied van het spectrum hebben derhalve economische, culturele, wetenschappelijke, sociale, ecologische en technische effecten en gevolgen voor de veiligheid, de gezondheid en het algemeen belang.
  • (3) 
    De strategische planning en harmonisering van het spectrumgebruik op EU-niveau moet de interne markt voor draadloze elektronischecommunicatiediensten en -uitrusting alsmede EU-beleidsterreinen waarvoor spectrum dient te worden gebruikt, stimuleren en op die manier nieuwe innovatiekansen creëren en het economisch herstel en de sociale integratie in de hele Unie bevorderen, zonder daarbij de belangrijke sociale, culturele en economische waarde van spectrum uit het oog te verliezen. Derhalve moet voor de Unie een beleidsprogramma worden ontwikkeld dat alle beleidsterreinen van de interne markt bestrijkt waarbij spectrum wordt gebruikt, zoals elektronische communicatie, onderzoek en ontwikkeling, vervoer en energie.
  • (4) 
    Gezien het enorme potentieel van draadloze diensten voor het bevorderen van een op informatie gebaseerde economie, het ontwikkelen en ondersteunen van sectoren die een beroep doen op informatie- en communicatietechnologie en het wegwerken van de digitale kloof dient het eerste programma in het bijzonder bij te dragen tot de verwezenlijking van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Het is tevens een belangrijke component in het kader van de Digitale Agenda voor Europa[4], die als doel heeft te voorzien in snel breedbandinternet voor de toekomstige op netwerken gebaseerde kenniseconomie en de ambitieuze doelstelling bevat om alle Europeanen tegen 2020 toegang te bieden tot breedbandinternet met snelheden van minstens 30 Mbps en de duurzame economische en sociale voordelen van een digitale interne markt te creëren. Het programma moet ook andere sectorale prioriteiten van de Unie, zoals een duurzaam milieu en economische en sociale integratie voor alle EU-burgers, ondersteunen. Gelet op het belang van draadloze toepassingen voor innovatie levert dit programma ook een belangrijke bijdrage tot het EU-beleid inzake innovatie.
  • (5) 
    In het eerste programma moeten de beleidslijnen en doelstellingen voor de lidstaten en de EU-instellingen tot 2015 worden bepaald en specifieke uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld. Het spectrumbeheer is weliswaar nog steeds grotendeels een nationale bevoegdheid, maar dient in overeenstemming te zijn met het bestaande EU-recht en ruimte te bieden voor acties in het kader van het EU-beleid.
  • (6) 
    Het programma dient tevens rekening te houden met Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking)[5] en de technische deskundigheid van de Europese Conferentie van PTT-administraties (CEPT) zodat in het kader van door het Parlement en de Raad bekrachtigde spectrumafhankelijk EU-beleid technische uitvoeringsmaatregelen ten uitvoer kunnen worden gelegd, waarbij moet worden aangetekend dat voor de uitvoering van het bestaande EU-beleid dergelijke maatregelen steeds kunnen worden genomen wanneer dat noodzakelijk is.
  • (7) 
    Om een optimaal gebruik van het spectrum te verzekeren zijn soms innoverende machtigingsoplossingen nodig zoals het collectief gebruik van spectrum, algemene machtigingen of het delen van infrastructuur. De toepassing van dergelijke beginselen in de Unie kan worden gefaciliteerd door bepaalde gemeenschappelijke of convergerende voorwaarden voor spectrumgebruik vast te stellen. Algemene machtigingen, het goedkoopste vergunningensysteem, bieden grote voordelen wanneer er geen gevaar bestaat dat interferentie de ontwikkeling van andere diensten in het gedrang brengt.
  • (8) 
    Het verhandelen van spectrumrechten in combinatie met flexibele gebruiksvoorwaarden zal de economische groei sterk bevorderen. Derhalve dienen banden waarop het EU-recht reeds voorziet in een flexibel gebruik overeenkomstig de kaderrichtlijn onmiddellijk verhandelbaar te worden gemaakt. Gemeenschappelijke beginselen met betrekking tot het formaat en de inhoud van verhandelbare rechten en gemeenschappelijke maatregelen om te vermijden dat concentraties van spectrum ontstaan die tot een aanmerkelijke marktmacht of een dubieuze onderbenutting van verworven spectrum leiden, zullen de gecoördineerde invoering van die maatregelen door alle lidstaten vergemakkelijken en de verwerving van spectrumrechten elders in de Unie faciliteren.
  • (9) 
    Zoals benadrukt in de Digitale Agenda voor Europa is draadloze breedband een belangrijk middel om de concurrentie, de keuze voor de consument en de toegang op het platteland of andere gebieden waar de invoering van breedband moeilijk ligt of economisch niet levensvatbaar is, te verbeteren. Spectrumbeheer kan de concurrentie evenwel beïnvloeden door de rol en de positie van marktspelers te wijzigen, bijvoorbeeld wanneer bestaande gebruikers onrechtmatige concurrentievoordelen genieten. Beperkte toegang tot het spectrum kan, naarmate geschikt spectrum schaarser wordt, een hindernis vormen voor de opkomst van nieuwe diensten of toepassingen en de innovatie en mededinging in het gedrang brengen. De verwerving van nieuwe gebruiksrechten, onder meer door spectrumhandel of andere transacties tussen gebruikers, en de invoering van nieuwe flexibele criteria voor het gebruik van spectrum kan de bestaande concurrentiesituatie beïnvloeden. Teneinde concurrentieverstoring te vermijden overeenkomstig de beginselen die ten grondslag liggen aan artikel 5, lid 6, van Richtlijn 2002/20/EG (de machtigingsrichtlijn) en artikel 1, lid 2, van Richtlijn 87/372/EEG (de GSM-richtlijn) dienen de lidstaten derhalve ex ante of ex post passende regelgevende maatregelen te nemen, bijvoorbeeld om bestaande rechten te wijzigen, de verwerving van spectrum in bepaalde gevallen te verbieden, voorwaarden op te leggen inzake hamsteren en het efficiënt gebruik van spectrum, zoals de in artikel 9, lid 7, van de kaderrichtlijn bedoelde voorwaarden, het toegewezen spectrum per exploitant te beperken en te grote concentraties te vermijden.
  • (10) 
    Een optimaal en efficiënt spectrumgebruik vergt permanente monitoring van de ontwikkelingen en actuele, transparante informatie over het spectrumgebruik in de hele Unie. Op grond van Beschikking nr. 2007/344/EG van de Commissie inzake de geharmoniseerde beschikbaarheid van informatie over spectrumgebruik in de Gemeenschap[6] zijn de lidstaten verplicht informatie over de gebruiksrechten te publiceren, maar de Unie heeft behoefte aan een gedetailleerde inventaris van het bestaande spectrumgebruik en aan een degelijke evaluatie- en beoordelingsmethode om de efficiency van het spectrum- en radioapparatuurgebruik te verbeteren, met name tussen 300 MHz en 3 GHz. Deze inventaris zal enerzijds inzicht verschaffen in inefficiënte technologieën en spectrumgebruik in zowel de commerciële als publieke sector en in onbenut toegewezen spectrum en gemiste kansen om spectrum de delen en anderzijds helpen om de toekomstige behoeften van bedrijven en consumenten in kaart te brengen.
  • (11) 
    Geharmoniseerde normen op grond van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit[7], waarin rekening wordt gehouden met de wettelijke voorwaarden inzake gedeeld spectrumgebruik, zijn van vitaal belang om ervoor te zorgen dat het spectrum efficiënt wordt gebruikt. Europese normen voor niet-radio-elektrische en elektrische apparatuur en netwerken mogen niet tot een verstoring van het spectrumgebruik leiden. De gezamenlijke impact van de toenemende omvang en intensiteit van draadloze apparatuur en toepassingen en de diversiteit van het spectrumgebruik vormen een probleem voor het huidige interferentiebeheer. Deze aspecten moeten opnieuw worden onderzocht en bestudeerd, samen met de kenmerken van ontvangers en meer geavanceerde mechanismen om interferentie te vermijden.
  • (12) 
    Overeenkomstig de doelstellingen van de ambitieuze "Digitale agenda voor Europa" van de Commissie, kan draadloze breedband een sterke bijdrage leveren tot economisch herstel en groei indien er voldoende spectrum beschikbaar is, de gebruiksrechten snel worden toegewezen en handel wordt toegestaan om in te spelen op marktontwikkelingen. In het kader van de Digitale Agenda wordt ernaar gestreefd alle EU-burgers tegen 2020 toegang te verlenen tot breedband met een snelheid van minstens 30 Mbps. Reeds toegewezen spectrum moet derhalve tegen 2012 worden opengesteld voor terrestrische communicatie om iedereen een vlotte toegang tot draadloze breedband te waarborgen, met name binnen de in de Beschikkingen 2008/477/EG, 2008/411/EG en 2009/766/EG van de Commissie aangewezen spectrumbanden. Breedbandtoegang via satelliet kan een snelle en betaalbare oplossing zijn om de terrestrische breedbanddiensten aan te vullen en de dekking in afgelegen regio's van de Unie te waarborgen.
  • (13) 
    De 800 MHz-band is uitermate geschikt voor de dekking van grote gebieden met draadloze breedbanddiensten. Voortbouwend op de harmonisering van de technische voorwaarden op grond van Besluit nr. 2010/267/EU en op de aanbeveling van de Commissie van 28 oktober 2009 om de analoge uitzendingen tegen 1 januari 2012 stop te zetten en gelet op de snelle nationale regelgevende ontwikkelingen, moet deze band in principe tegen 2013 beschikbaar worden gesteld voor elektronische communicatie in de Unie. Op langere termijn kan ook extra spectrum beneden 790 MHz worden overwogen, afhankelijk van de ervaring en het tekort aan spectrum in andere voor dekking geschikte banden. Gelet op de geschiktheid van de 800 MHz-band voor de dekking van grote gebieden, kunnen aan de rechten dekkingsverplichtingen worden gekoppeld.
  • (14) 
    Aangezien een gezamenlijke aanpak en schaalvoordelen cruciaal zijn voor de ontwikkeling van breedbandcommunicatie in de hele Unie en het voorkomen van concurrentieverstoring en marktfragmentatie tussen de lidstaten, kunnen in onderling overleg tussen de lidstaten en de Commissie bepaalde machtigings- en procedurevoorwaarden worden vastgesteld. Die voorwaarden kunnen onder meer betrekking hebben op de verplichte dekking, de omvang van spectrumblokken, de termijn voor de toekenning van rechten, de toegang voor mobiele exploitanten met virtueel netwerk (MVNO's) en de looptijd van gebruiksrechten. Gelet op het belang van de spectrumhandel voor een efficiënter gebruik van het spectrum en de ontwikkeling van de interne markt voor draadloze uitrusting en diensten, moeten die voorwaarden van toepassing zijn op voor draadloze communicatie toegewezen banden waarvoor de rechten kunnen worden overgedragen of geleased.
  • (15) 
    Ook voor andere sectoren zoals vervoer (voor veiligheids-, informatie- en beheerssystemen), O&O, civiele bescherming en rampenbestrijding, e-gezondheid en e-inclusie, kan extra spectrum nodig zijn. Sterkere synergieën tussen het spectrumbeleid en O&O-activiteiten en studies over de radiocompatibiliteit tussen verschillende spectrumgebruikers zullen bijdragen tot innovatie. Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie zal ondersteuning bieden bij de ontwikkeling van de technische aspecten van de spectrumregulering, met name door testfaciliteiten aan te bieden om de voor de EU-regelgeving relevante interferentiemodellen te toetsen. De resultaten van onderzoek in het kader van het zevende kaderprogramma vergen bovendien een onderzoek van de spectrumbehoeften van projecten met een groot economisch of investeringspotentieel, in het bijzonder voor het mkb, bv. cognitieve radio of e-gezondheid. Voorts moet een passende bescherming tegen schadelijke interferenties worden gewaarborgd ter ondersteuning van O&O en wetenschappelijke activiteiten.
  • (16) 
    In de Europa 2020-strategie zijn milieudoelstellingen opgenomen voor een duurzame, zuinige en concurrerende economie, bijvoorbeeld door een 20% doelmatiger gebruik van hulpbronnen. In de Digitale Agenda voor Europa wordt gewezen op de cruciale rol die de informatie- en communicatietechnologiesector (ICT) daarbij speelt. De voorgestelde acties omvatten de versnelde invoering van een intelligent energiebeheersysteem in de hele EU (intelligente netwerken en slimme meters) met communicatiemogelijkheden om het energieverbruik te drukken, en de ontwikkeling van intelligente vervoerssystemen (ITS) en intelligent verkeersbeheer om de uitstoot van koolstofdioxide door vervoer terug te dringen. Een efficiënt gebruik van spectrumtechnologieën kan ook helpen om het energieverbruik van radioapparatuur terug te dringen en de milieueffecten in landelijke en afgelegen gebieden te beperken.
  • (17) 
    De bescherming van de volksgezondheid tegen elektromagnetische velden is essentieel voor het welzijn van de bevolking en voor een samenhangend spectrumvergunningsbeleid in de Unie. In het licht van Aanbeveling 1999/519/EG van de Raad betreffende de beperking van de blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden is het van vitaal belang om permanent toe te zien op de ioniserende en niet-ioniserende effecten van spectrumgebruik op de gezondheid, met inbegrip van de reële gecombineerde effecten van spectrumgebruik met verschillende frequenties en door een toenemend aantal types apparatuur.
  • (18) 
    De verwezenlijking van primaire doelstellingen van algemeen belang, zoals de bescherming van mensenlevens, vergt gecoördineerde technische oplossing om de veiligheids- en hulpdiensten in de lidstaten te doen samenwerken. Op samenhangende wijze moet voldoende spectrum worden vrijgemaakt voor het vrije verkeer van veiligheidsdiensten en -instrumenten alsmede voor innoverende pan-Europese of interoperabele veiligheids- en noodoplossingen. Studies hebben reeds aangetoond dat er de volgende 5 tot 10 jaar in de hele Unie behoefte is aan extra geharmoniseerd spectrum beneden 1 GHz voor mobiele breedbanddiensten voor civiele bescherming en rampenbestrijding.
  • (19) 
    De regulering van het spectrum heeft een belangrijke grensoverschrijdende of internationale dimensie vanwege de propagatiekenmerken, de internationale dimensie van de van radiodiensten afhankelijke markten en de noodzaak om schadelijke interferenties tussen landen te voorkomen. Op grond van de verwijzingen naar internationale overeenkomsten in de Richtlijnen 2002/21/EG en 2002/20/EG, als gewijzigd[8], mogen de lidstaten bovendien geen internationale verplichtingen aangaan die strijdig zijn met hun EU-verplichtingen of die de naleving daarvan in de weg staan. Overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Justitie dienen de lidstaten het nodige te doen om binnen de voor de coördinatie van het spectrum bevoegde internationale organisaties een passende vertegenwoordiging van de Unie mogelijk te maken voor aangelegenheden die tot haar bevoegdheden behoren. De Unie dient bovendien een sturende politieke rol te spelen bij de voorbereiding van onderhandelingen waarbij het EU-beleid of de EU-bevoegdheden ter discussie staan en een rol te spelen bij multilaterale onderhandelingen, onder meer binnen de Internationale Telecommunicatie-Unie, waarvan de verantwoordelijkheden vergelijkbaar zijn met de op grond van het EU-recht aan de Unie toegewezen bevoegdheden inzake spectrum.
  • (20) 
    Vertrekkend vanuit de huidige praktijk en voortbouwend op de in de conclusies van de Raad van 3 februari 1992 inzake de procedures voor de Wereldadministratieve Radioconferentie van 1992 neergelegde beginselen, en voor zover de Wereldradiocommunicatieconferenties (WRC) en andere multilaterale onderhandelingen betrekking hebben op beginselen en beleidsterreinen met een belangrijke EU-dimensie, moet de Unie nieuwe procedures kunnen vaststellen om haar belangen bij multilaterale onderhandelingen te verdedigen en er op lange termijn blijven naar streven om naast de lidstaten lid te worden van de Internationale Telecommunicatie-Unie; hiertoe kan de Commissie, rekening houdend met het advies van de Beleidsgroep radiospectrum (RSPG), overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG tevens gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen voorstellen aan het Europees Parlement en de Raad.
  • (21) 
    De WRC 2012 omvat specifieke thema's die relevant zijn voor de Unie, zoals het digitale dividend, wetenschappelijke en meteorologische diensten, duurzame ontwikkeling en klimaatverandering, satellietcommunicatie en het gebruik van het spectrum voor Galileo (opgericht bij Verordening (EG) nr. 876/2002[9] van de Raad tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Galileo en Verordening (EG) nr. 1321/2004[10] van de Raad inzake de beheersstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet) en het Europees GMES-programma (wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid)[11] voor een beter gebruik van aardobservatiegegevens.
  • (22) 
    Bij bilaterale onderhandelingen met buurlanden buiten de Unie, onder meer met toetredingslanden en kandidaat-lidstaten, kunnen de lidstaten met het oog op de naleving van hun EU-verplichtingen inzake frequentiecoördinatie tevens behoefte hebben aan ondersteuning op dat gebied. Op die manier worden zij geholpen om schadelijke interferenties te vermijden en de spectrumefficiëntie en de convergentie van het spectrumgebruik tot buiten de EU-grenzen te verbeteren. Er moet dringend worden ingegrepen in de 800 MHz en de 3,4-3,8 GHz-banden met het oog op de overgang naar cellulaire breedband en de voor de modernisering van de luchtverkeersleiding noodzakelijke harmonisering van het spectrum.
  • (23) 
    Om de doelstellingen van dit programma te realiseren is het belangrijk dat een passend institutioneel kader wordt ontwikkeld voor de coördinatie van het beheer en de regulering van het spectrum op EU-niveau, terdege rekening houdend met de bevoegdheden en de deskundigheid van de nationale overheden. Daartoe kan in het kader van de interne markt ook ondersteuning worden geboden voor spectrumcoördinatie tussen de lidstaten. Samenwerking en coördinatie zijn tevens essentieel voor de normalisatie- en onderzoeksinstanties en de CEPT.
  • (24) 
    De Commissie dient verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad over de resultaten die in het kader van dit besluit zijn bereikt, alsmede over in de toekomst geplande acties.
  • (25) 
    Bij de opstelling van dit voorstel heeft de Commissie zoveel mogelijk rekening gehouden met het advies van het RSPG,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1 Doel

Bij dit besluit wordt een programma voor het radiospectrumbeleid vastgesteld teneinde het radiospectrumgebruik strategisch te plannen en te harmoniseren om de werking van de interne markt te waarborgen.

Artikel 2 Toepassing van algemene regelgevende beginselen

De lidstaten werken onderling en met de Commissie op een transparante manier samen om de consequente toepassing van de volgende algemene regelgevende beginselen in de hele Unie te waarborgen:

  • a) 
    bevordering van een efficiënt gebruik van het spectrum om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de stijgende vraag naar frequenties;
  • b) 
    toepassing van technologie- en dienstenneutraliteit bij het gebruik van spectrum voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2002/21/EG (de kaderrichtlijn), en in de mate van het mogelijke ook voor andere sectoren en toepassingen, teneinde een efficiënt gebruik van het spectrum te bevorderen, met name door meer flexibiliteit en innovatie te stimuleren;
  • c) 
    toepassing van het voordeligste machtigingssysteem met het oog op een maximale flexibiliteit en efficiency bij het gebruik van spectrum;
  • d) 
    waarborging van de werking van de interne markt door te zorgen voor reële concurrentie.

Artikel 3 Beleidsdoelstellingen

In het licht van de prioriteiten van het eerste programma werken de lidstaten en de Commissie samen om de volgende beleidsdoelstellingen te ondersteunen en te verwezenlijken:

  • a) 
    tijdig voldoende geschikt spectrum vrijmaken om de beleidsdoelstellingen van de Unie te ondersteunen;
  • b) 
    maximale flexibiliteit bij het gebruik van spectrum, innovatie en investeringen aanmoedigen door het beginsel van technologie- en dienstenneutraliteit toe te passen, het spectrum open te stellen voor nieuwe diensten en de mogelijkheid te creëren om spectrumrechten te verhandelen;
  • c) 
    een efficiënt gebruik van het spectrum verbeteren door de voordelen van een algemene machtigingen te benutten en vaker met dergelijke machtigingen te werken;
  • d) 
    reële mededinging in stand houden en ontwikkelen, met name op het gebied van elektronischecommunicatiediensten door ex ante te voorkomen dat ondernemingen te grote concentraties van radiofrequenties verwerven waardoor de reële mededinging op de interne markt ernstig in het gedrang komt, of ex post in te grijpen wanneer dergelijke concentraties ontstaan;
  • e) 
    de versnippering van de interne markt terugdringen door de technische voorwaarden voor het gebruik en de beschikbaarheid van spectrum beter te harmoniseren en te coördineren, eventueel aangevuld met de ontwikkeling van transnationale diensten, en door structuur- en schaalvoordelen op EU-niveau aan te moedigen;
  • f) 
    schadelijke interferenties of storingen door andere radio- of niet-radioapparatuur vermijden door de ontwikkeling van normen die een flexibel en efficiënt gebruik van spectrum mogelijk maken te faciliteren en de immuniteit van ontvangers voor interferenties te versterken, met name rekening houdend met de gezamenlijke impact van het toenemend aantal radioapparaten en –toepassingen en de stijgende densiteit daarvan;
  • g) 
    bij de definiëring van de technische voorwaarden voor de toewijzing van spectrum rekening houden met de resultaten van door de relevante internationale organisaties gecertificeerd onderzoek inzake de potentiële effecten van elektromagnetische veldemissies op de menselijke gezondheid.

Artikel 4 Grotere efficiency en flexibiliteit

  • 1. 
    De lidstaten nemen tegen 1 januari 2013 passende machtigings- en toewijzingsmaatregelen voor de ontwikkeling van breedbanddiensten overeenkomstig Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de machtiging voor elektrolysecommunicatienetwerken en -diensten (de machtigingsrichtlijn) [12] bijvoorbeeld door de betrokken exploitanten, in de mate van het mogelijke en gelet op de raadplegingen overeenkomstig artikel 11, directe of indirecte toegang te verschaffen tot aaneengesloten spectrumblokken van minstens 10 MHz.
  • 2. 
    De lidstaten moedigen, in samenwerking met de Commissie, collectief en gedeeld gebruik van spectrum aan.
  • 3. 
    De lidstaten en de Commissie werken, zo nodig overeenkomstig de door de Commissie aan de betrokken normalisatie-instanties verleende normalisatiemandaten, samen bij de ontwikkeling en harmonisatie van normen voor radioapparatuur en telecommunicatieterminals alsmede voor elektrische en elektronische apparatuur en netwerken.
  • 4. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat de selectievoorwaarden en -procedures investeringen en een efficiënt spectrumgebruik bevorderen.
  • 5. 
    Om potentiële versnippering van de interne markt door uiteenlopende selectievoorwaarden en -procedures voor geharmoniseerde spectrumbanden die aan elektronischecommunicatiediensten zijn toegewezen en die op grond van artikel 9 ter van Richtlijn 2002/21/EG verhandelbaar zijn gemaakt, te voorkomen, ontwikkelt de Commissie in overleg met de lidstaten richtsnoeren betreffende de machtigingsvoorwaarden en -procedures voor dergelijke banden, met name inzake het delen van infrastructuur en dekkingsvoorwaarden.
  • 6. 
    Om een reëel gebruik van spectrumrechten te waarborgen en te vermijden dat spectrum wordt gehamsterd, nemen lidstaten desgevallend passende maatregelen, waaronder boetes of de intrekking van rechten.

Artikel 5 Concurrentie

  • 1. 
    De lidstaten handhaven en bevorderen reële concurrentie en vermijden concurrentieverstoring op de interne markt of een belangrijk deel daarvan.
  • 2. 
    Teneinde de verplichtingen op grond van lid 1 volledig na te komen en er met name voor te zorgen dat de mededinging niet wordt verstoord door de concentratie, overdracht of wijziging van rechten voor het gebruik van radiofrequenties, kunnen lidstaten, onverminderd de toepassing van de concurrentieregelgeving, onder meer de volgende maatregelen treffen:
  • a) 
    de lidstaten kunnen de hoeveelheid spectrum waarvoor aan een onderneming gebruiksrechten worden toegekend, beperken of voorwaarden koppelen aan die gebruiksrechten, bijvoorbeeld aanbieden van wholesaletoegang op bepaalde banden of groepen van banden met vergelijkbare kenmerken, zoals de banden voor elektronischecommunicatiediensten beneden 1 GHz;
  • b) 
    de lidstaten kunnen weigeren om nieuwe rechten toe te kennen of nieuw spectrumgebruik in bepaalde banden toe te staan, dan wel voorwaarden koppelen aan de toekenning van nieuwe gebruiksrechten of de machtiging voor nieuw spectrumgebruik wanneer bepaalde ondernemingen door het gebruik van die spectrumfrequenties een buitensporige concentratie van spectrumfrequenties zouden verwerven die de concurrentie ernstig in het gedrang dreigt te brengen;
  • c) 
    de lidstaten kunnen aan de overdracht van spectrumgebruiksrechten die niet onder het toezicht inzake fusies van de lidstaten of de EU valt, bepaalde voorwaarden koppelen of een dergelijke overdracht verbieden wanneer die transactie de concurrentie ernstig in het gedrang dreigt te brengen;
  • d) 
    de lidstaten kunnen de bestaande rechten wijzigen overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2002/20/EG wanneer dat noodzakelijk is om ex post een einde te maken aan een buitensporige concentratie van spectrumfrequenties bij bepaalde ondernemingen, die de concurrentie sterk belemmert.
  • 3. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat bij de machtigings- en selectieprocedures geen vertragingen optreden en de reële concurrentie wordt bevorderd.

Artikel 6 Spectrum voor draadloze breedbandcommunicatie

  • 1. 
    Onverminderd de beginselen inzake technologie- en dienstenneutraliteit dienen de lidstaten in samenwerking met de Commissie de nodige maatregelen te nemen om te verzekeren dat in de Unie voldoende spectrum wordt toegewezen voor de beoogde capaciteit en dekking teneinde ervoor te zorgen dat draadloze toepassingen daadwerkelijk bijdragen tot de realisatie van de doelstelling om alle burgers tegen 2020 toegang te verschaffen tot breedband met een snelheid van minstens 30 Mnps.
  • 2. 
    De lidstaten verlenen tegen 1 januari 2012 toestemming voor het gebruik van het bij Beschikkingen 2008/477/EG (2,5–2,69 GHz), 2008/411/EG (3,4–3,8 GHz) en 2009/766/EG (900/1800 MHz) van de Commissie toegewezen spectrum onder voorwaarden die de consument een gemakkelijke toegang tot draadloze breedbanddiensten verlenen.
  • 3. 
    De lidstaten stellen de 800 MHz-band tegen 1 januari 2013 ter beschikking voor elektronischecommunicatiediensten overeenkomstig de bij Beschikking nr. 676/2002/EG vastgestelde geharmoniseerde technische voorwaarden. Voor lidstaten waar uitzonderlijke nationale of plaatselijke omstandigheden de beschikbaarheid van deze band in de weg staan, kan de Commissie specifieke afwijkingen toestaan tot 2015. Overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2002/21/EG bekijken de lidstaten in samenwerking met de Commissie geregeld het gebruik van het spectrum beneden 1 GHz en onderzoeken zij of extra spectrum kan worden vrijgemaakt en beschikbaar gesteld voor nieuwe toepassingen.
  • 4. 
    De lidstaten zorgen er, in samenwerking met de Commissie, voor dat het aanbieden van en de toegang tot breedbandinhoud en -diensten op de 790-862 MHz-band (800 MHz-band) in dunbevolkte regio's wordt aangemoedigd, met name via dekkingsverplichtingen; hierbij onderzoeken zij manieren en nemen zij desgevallend passende maatregelen om ervoor te zorgen dat het vrijmaken van de 800 MHz-band geen nadelige gevolgen heeft voor diensten voor programmaproductie en speciale evenementen (PMSE).
  • 5. 
    De Commissie wordt verzocht overeenkomstig artikel 9 ter, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG in eerste instantie passende maatregelen vast te stellen om ervoor te zorgen dat de lidstaten toelating verlenen voor de verhandeling van gebruiksrechten voor de volgende geharmoniseerde banden binnen de Unie: 790–862 MHz (de 800 MHz-band), 880–915 MHz, 925–960 MHz, 1710–1785 MHz, 1805–1880 MHz, 1900–1980 MHz, 2010–2025 MHz, 2110–2170 MHz, 2,5–2,69 GHz en 3,4–3,8 GHz.
  • 6. 
    Indien nodig zal de Commissie ervoor zorgen dat extra spectrumbanden beschikbaar worden gesteld om geharmoniseerde satellietdiensten voor breedbandtoegang aan te bieden die het hele grondgebied van de Unie bestrijken, ook in de meest afgelegen gebieden in de EU met internettoegang tegen een met terrestrische aanbiedingen vergelijkbare prijs.

Artikel 7 Spectrumbehoeften voor specifieke EU-beleidsterreinen

  • 1. 
    De lidstaten en de Commissie waarborgen de beschikbaarheid van spectrum en beschermen de radiofrequenties die noodzakelijk zijn voor de observatie van de aardatmosfeer en het aardoppervlak, waardoor ruimtetoepassingen kunnen worden ontwikkeld en geëxploiteerd en de vervoerssystemen kunnen worden verbeterd, met name voor het wereldwijde civiele satellietnavigatiesysteem GALILEO en het Programma voor wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid (GMES) en voor intelligente verkeersveiligheids- en verkeersbeheersystemen.
  • 2. 
    In samenwerking met de lidstaten zal de Commissie studies uitvoeren en onderzoeken hoe machtigingsregelingen kunnen worden ontwikkeld die bijdragen tot de beoogde reductie van de koolstofuitstoot, door het energieverbruik bij het spectrumgebruik terug te dringen en door spectrum vrij te maken voor draadloze technologieën die kunnen bijdragen tot energiebesparing, zoals intelligente netwerken en slimme meters.
  • 3. 
    Indien nodig zal de Commissie verzekeren dat onder geharmoniseerde voorwaarden voldoende spectrum beschikbaar wordt gesteld voor de ontwikkeling van veiligheidsdiensten en het vrije verkeer van daaraan gekoppelde apparatuur alsmede voor de ontwikkeling van innoverende interoperabele oplossingen voor openbare veiligheid en beveiliging, civiele bescherming en rampenbestrijding.
  • 4. 
    De lidstaten en de Commissie onderzoeken, in samenwerking met de wetenschappelijke gemeenschap, de spectrumbehoeften voor wetenschappelijke doeleinden, bepalen welke onderzoeks- en ontwikkelingsinitiatieven en innoverende oplossingen een groot sociaaleconomisch effect en/of investeringspotentieel bezitten en treffen voorbereidingen om onder geharmoniseerde voorwaarden en met minimale administratieve lasten voldoende spectrum toe te wijzen voor die toepassingen.

Artikel 8 Inventarisatie en monitoring van het huidige spectrumgebruik en nieuwe spectrumbehoeften

  • 1. 
    De Commissie ontwikkelt, daarbij ondersteund door de lidstaten, die alle relevante informatie inzake spectrumgebruik verstrekken, een inventaris van het huidige spectrumgebruik en van de potentiële toekomstige spectrumbehoeften in de Unie, met name tussen 300 MHz en 3 GHz.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde inventaris moet het mogelijk maken de technische efficiency van het huidige spectrumgebruik te evalueren en een beeld te krijgen van inefficiënte technologieën en toepassingen, onbenut of inefficiënt gebruikt spectrum en onbenutte of inefficiënt gebruikte opportuniteiten voor spectrumdeling. Daarbij wordt rekening gehouden met de toekomstige spectrumbehoeften op basis van vragen van consumenten en exploitanten en met de mogelijkheid aan die vragen tegemoet te komen.
  • 3. 
    De in lid 1 bedoelde inventaris biedt een overzicht van de verschillende soorten spectrumgebruik door zowel particuliere als publieke gebruikers en helpt om te bepalen welke spectrumbanden kunnen worden toegewezen of herschikt met het oog op een efficiëntere benutting, innovatie en het aanzwengelen van de concurrentie op de interne markt, die zowel particuliere als publieke gebruikers ten goede komt, rekening houdend met de potentiële positieve en negatieve impact voor bestaande gebruikers van die banden.

Artikel 9 Internationale onderhandelingen

  • 1. 
    De Unie neemt deel aan internationale onderhandelingen over spectrumaangelegenheden om haar belangen te verdedigen en handelt daarbij overeenkomstig het EU-recht inzake onder meer de beginselen inzake de interne en externe bevoegdheden van de Unie.
  • 2. 
    De lidstaten dienen te waarborgen dat internationale overeenkomsten waarbij zij in het kader van de Internationale Unie voor Telecommunicatie (ITU) partij zijn, in overeenstemming zijn met de bestaande EU-wetgeving en met name de regels en beginselen van de EU-regelgeving inzake elektronische communicatie.
  • 3. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat de internationale reglementen het mogelijk maken de frequentiebanden volledig te gebruiken voor de in het EU-recht vastgestelde doelstellingen en dat voldoende toereikend beveiligd spectrum beschikbaar is voor het sectorale beleid van de Unie.
  • 4. 
    Op verzoek verleent de Unie de lidstaten politieke en technische ondersteuning bij bilaterale onderhandelingen met buurlanden buiten de Unie, waaronder kandidaat-lidstaten en toetredingslanden, over de oplossing van spectrumcoördinatieproblemen die de lidstaten beletten de krachtens het EU-recht op hen rustende verplichtingen inzake spectrumbeleid en -beheer na te komen. De Unie zal tevens inspanningen van derde landen ondersteunen om een spectrumbeheer in te voeren dat verenigbaar is met dat van de Unie teneinde de spectrumbeleidsdoelstellingen van de Unie te vrijwaren.
  • 5. 
    Bij onderhandelingen met derde landen zijn de lidstaten gebonden door het EU-recht. Bij de ondertekening of aanvaarding op andere wijze van internationale verplichtingen met betrekking tot spectrum laten de lidstaten hun handtekening of andere blijk van aanvaarding vergezeld gaan van een gezamenlijk verklaring waarin gesteld wordt dat zij de betrokken internationale overeenkomsten of verbintenissen ten uitvoer zullen leggen overeenkomstig hun verplichtingen op grond van de verdragen.

Artikel 10 Samenwerking tussen diverse instanties

  • 1. 
    De Commissie en de lidstaten werken samen om het huidige institutionele kader te versterken teneinde de coördinatie op EU-niveau van het spectrumbeheer te bevorderen, onder meer op het gebied van aangelegenheden die twee of meer lidstaten aanbelangen, met het oog op de ontwikkeling van de interne markt en de volledige verwezenlijking van de EU-doelstellingen inzake spectrumbeleid. Zij leveren inspanningen om de EU-spectrumbelangen buiten de Unie overeenkomstig artikel 9 te verdedigen.
  • 2. 
    De Commissie en de lidstaten zorgen ervoor dat normalisatie-instanties, de CEPT en het Centrum voor Gemeenschappelijk Onderzoek van de Commissie waar nodig op technisch gebied nauw samenwerken om het efficiënt gebruik van het spectrum te waarborgen. Hiertoe bewaren zij de coherentie tussen spectrumbeheer en normalisatie op dusdanige wijze dat de interne markt wordt versterkt.

Artikel 11 Publieke raadpleging.

Wanneer dat zinvol is, organiseert de Commissie publieke raadplegingen om de standpunten van alle betrokken partijen te kennen alsmede de visie van het publiek op het gebruik van het spectrum in de Unie.

Artikel 12 Verslaglegging

Tegen 31 december 2015 maakt de Commissie een evaluatie van de tenuitvoerlegging van dit beleidsprogramma voor het radiospectrum en brengt zij verslag uit bij het Europees Parlement en de Raad over de overeenkomstig dit besluit uitgevoerde activiteiten en maatregelen.

Artikel 13 Kennisgeving

De lidstaten realiseren deze beleidslijnen en doelstellingen tegen 1 juli 2015, tenzij in de voorgaande artikelen anders is bepaald.

Zij stellen de Commissie in kennis van alle informatie die nodig is voor de evaluatie van de tenuitvoerlegging van dit besluit.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Gedaan te Brussel, op

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter [pic][pic][pic][pic][pic][pic]

[1] PB C […] van […], blz.. […].

[2] PB C […] van […], blz.. […].

[3] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33.

[4] COM(2010) 245 van 19.5.2010.

[5] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.

[6] PB L 129 van 17.5.2007, blz. 67.

[7] PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10.

[8] PB L 337 van 18.12.2009, blz. 37.

[9] PB L 138 van 28.5.2002, blz. 1.

[10] PB L 246 van 20.7.2004, blz. 1.

[11] COM(2009) 589.

[12] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 21.

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.