Voorstel van wet - Bevordering van de erkenning van en de waardering voor veteranen en het waarborgen van de zorg voor veteranen (Kaderwet veteranen) - Hoofdinhoud

Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 32538 - Kaderwet veteranen i.

Officiële titel	Bevordering van de erkenning van en de waardering voor veteranen en het waarborgen van de zorg voor veteranen (Kaderwet veteranen); Voorstel van wet; Voorstel van wet
Document­datum	21-10-2010
Publicatie­datum	21-10-2010
Nummer	KST325382
Kenmerk	32538, nr. 2
Externe link	originele PDF
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2010–2011

32 538

Bevordering van de erkenning van en de waardering voor veteranen en het waarborgen van de zorg voor veteranen (Kaderwet veteranen)

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging hebben genomen dat veteranen het Koninkrijk der Nederlanden als militair hebben gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel door deelname aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde en dat de erkenning van de verdiensten van veteranen en de waardering die aan hen op grond van hun verdiensten toekomt, moeten worden bevorderd en dat tevens de zorg die veteranen en hun relaties in voorkomend geval nodig hebben als gevolg van het dienen onder oorlogsomstandigheden of van deelname aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde, moet worden gewaarborgd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

• a. 

  Onze Minister: Onze Minister van Defensie;

• b. 

  veteraan: de gewezen militair ambtenaar als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Militaire Ambtenarenwet 1931 of de gewezen dienstplichtige van de Nederlandse krijgsmacht dan wel van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger, alsmede degene die behoorde tot het vaarplichtig koopvaardijpersoneel, die het Koninkrijk der Nederlanden heeft gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel heeft deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde voor zover deze missie bij regeling van Onze Minister is aangewezen;

• c. 

  relatie: de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel en bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad van de veteraan;

• d. 

  materiële zorg: de aanspraken van de veteraan op grond van een wettelijk voorschrift op uitkeringen en voorzieningen in verband met ziekte, arbeidsongeschiktheid en invaliditeit als gevolg van de uitoefening van de militaire dienst onder de omstandigheden of bij een missie als bedoeld onder b;

• e. 

  persoonsgegevens, verwerking van persoonsgegevens, verantwoordelijke: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 2 Erkenning en waardering voor veteranen

• 1. 

  Onze Minister voert een beleid dat is gericht op het bevorderen van de erkenning van de verdiensten van veteranen en van de waardering die aan hen op grond van die verdiensten toekomt.

• 2. 

  Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels vastgesteld betreffende:

• a. 

  het faciliteren van publieke en private initiatieven op het gebied van de erkenning van en de waardering voor veteranen;

• b. 

  de wijze waarop veteranen in staat worden gesteld om zich als zodanig te onderscheiden;

• c. 

  het faciliteren van de deelname van veteranen en hun relaties aan bijeenkomsten en reünies.

Artikel 3 Materiële zorg voor veteranen

• 1. 

  Onze Minister heeft een zorgplicht voor veteranen die als gevolg van de uitoefening van de dienst onder omstandigheden of bij een missie als bedoeld in artikel 1, onder b, materiële zorg behoeven. Deze zorgplicht houdt in dat veteranen worden bijgestaan bij het verkrijgen van materiële zorg en dat de samenwerking op het gebied van de uitvoering van de materiële zorg wordt bevorderd.

• 2. 

  Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde zorgplicht voor veteranen kunnen na overleg met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld betreffende:

• a. 

  de wijze waarop veteranen worden bijgestaan bij het verkrijgen van materiële zorg;

• b. 

  de wijze waarop de revalidatie en de re-integratie van veteranen worden ingericht;

• c. 

  de wijze waarop de aanvraag, beoordeling, toekenning en uitbetaling van uitkeringen, pensioenen en voorzieningen in verband met ziekte, arbeidsongeschiktheid en invaliditeit worden verzorgd.

• 3. 

  De in het eerste lid genoemde zorgplicht laat de materiële zorg op grond van wettelijke voorschriften in verband met ziekte, arbeidsongeschiktheid en invaliditeit en op grond van de Kaderwet militaire pensioenen onverlet en ligt in het verlengde daarvan.

Artikel 4 Maatschappelijke opvang en geestelijke gezondheidszorg voor veteranen

• 1. 

  Onze Minister heeft een zorgplicht voor veteranen en hun relaties die als gevolg van de uitoefening van de dienst onder omstandigheden of bij een missie als bedoeld in artikel 1, onder b, maatschappelijke opvang of geestelijke gezondheidszorg behoeven. Deze zorgplicht houdt in dat veteranen worden bijgestaan bij het verkrijgen van maatschappelijke opvang of geestelijke gezondheidszorg en dat de samenwerking tussen de daarbij betrokken zorginstellingen wordt bevorderd.

• 2. 

  Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde zorgplicht voor veteranen kunnen na overleg met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld betreffende:

• a. 

  de wijze waarop veteranen worden bijgestaan bij het verkrijgen van maatschappelijke opvang of geestelijke gezondheidszorg;

• b. 

  de wijze waarop de samenwerking tussen de betrokken zorginstellingen wordt bevorderd.

• 3. 

  De in het eerste lid genoemde zorgplicht laat de wettelijke voorschriften op het gebied van de maatschappelijke opvang en geestelijke gezondheidszorg onverlet en ligt in het verlengde daarvan.

Artikel 5 Wetenschappelijk onderzoek

Onze Minister bevordert wetenschappelijk onderzoek naar aandoeningen die gerelateerd kunnen zijn aan de uitoefening van de dienst onder omstandigheden of bij een missie als bedoeld in artikel 1, onder b.

Artikel 6 Verwerking van persoonsgegevens

• 1. 

  Ten behoeve van de identificatie van veteranen en de mogelijkheid tot het informeren van veteranen over de toepassing van de artikelen 2 tot en met 4 en ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek worden persoonsgegevens van veteranen verwerkt in het veteranenregistratiesysteem. Onze Minister is verantwoordelijke voor deze verwerking.

• 2. 

  Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de inrichting en het beheer van het veteranenregistra-tiesysteem en voor de verstrekking van persoonsgegevens aan derden die activiteiten verrichten in het kader van erkenning en waardering voor veteranen.

Artikel 7 Klachtenregeling voor veteranen

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels vastgesteld betreffende de wijze van het indienen en het afdoen van klachten van veteranen en hun relaties over de wijze waarop Onze Minister uitvoering geeft aan het beleid voor de erkenning en waardering van veteranen, aan zijn zorgplicht op het gebied van de materiële zorg voor veteranen, aan zijn zorgplicht op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning en geestelijke gezondheidszorg voor veteranen en hun relaties en aan de verwerking van de persoonsgegevens van veteranen.

Artikel 8 Verantwoording

Onze Minister zendt binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens na twee jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 9 Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Kaderwet veteranen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Defensie,