Geen steun voor Europese minimumeisen aan sociaal vangnet - Hoofdinhoud
Het Europees Parlement heeft de oproep van de Groene fractie voor een richtlijn met Europese minimumeisen aan sociale vangnetten niet gesteund. GroenLinks-Europarlementariër Marije Cornelissen betreurt dit: "Als de Europese Unie haar eigen doelstelling om armoede drastisch terug te dringen serieus neemt, zal ze concrete maatregelen moeten nemen. Een Europees minimuminkomen had daar een belangrijke stap in kunnen zijn."
Minder armoede
De Europese Unie heeft zich tot doel gesteld om twintig miljoen mensen in Europa uit de armoede te helpen. Zeventien procent van de Europeanen leeft onder de armoedegrens. In sommige EU-landen is zelfs het bijstandsniveau ruim onvoldoende om boven de armoedegrens te komen. Deze mensen zijn vaak sociaal uitgesloten en hebben daardoor moeizame toegang tot de arbeidsmarkt. Cornelissen: "In het belang van deze mensen, maar ook van de arbeidsparticipatie moeten we concreet Europees beleid maken. Alleen dan zullen we echt minder armoede hebben in 2020."
Europarlementariërs gingen wel akkoord met een rapport waarin EU-landen worden opgeroepen om in hun sociale stelsels een bestaansminimum op het niveau van zestig procent van het mediane inkomen te garanderen. (Het mediaan inkomen is het inkomen waar de ene helft van de bevolking boven zit en de andere helft onder.) Maar die oproep is niet bindend.
Een Europese kaderrichtlijn zou voor een gezamenlijke invoering van een toereikend minimuminkomen zorgen en duidelijke criteria vastleggen over het bestaansminimum. "Dit betekent niet dat alle landen hetzelfde minimumbedrag hoeven te garanderen. Het gaat om een relatief niveau, ondermeer afhankelijk van de prijzen in een bepaald land", legt Cornelissen uit.
Meer informatie