Ondernemerschap, Innovatie, Consument

Met dank overgenomen van K. (Kees) Verhoeven i, gepubliceerd op woensdag 24 november 2010, 3:36.

Op 23 en 24 november behandelt de Tweede Kamer de begroting van het nieuwe ministerie van EZ, Landbouw & Innovatie (ELI). De inbreng van D66 draait om drie dingen: ondernemerschap, innovatie en consumenten.

Ondernemerschap

Ondernemers willen een gelijk speelveld met meer speelruimte. Dus meer kansen in plaats van regels en lasten. Het regeerakkoord belooft veel op dit vlak. Echter, het zijn lokale overheden die dit alles moeten waarmaken. Met hen hebben ondernemers het meest te maken.

Daarom vraagt D66 de minister om jaarlijks af te rekenen met het mkb via de Vijf van Verhagen.

Tevens wil D66 de verplichte heffingen voor de KvK en de product- en bedrijfschappen vrijwillig maken. Dit plan kreeg snel navolging in de media. En van ondernemers.

Innovatie

Innovatie bepaalt de toekomstige kracht van Nederland. Het kabinet bundelt budgetten en decentraliseert beleid. Het klinkt logisch maar de gevolgen zijn niet duidelijk. Bovendien bezuinigt het kabinet bijna 1 miljard per jaar op innovatie door de FES gelden te schrappen en een taakstelling op subsidiebudgetten. D66 pleit daarom voor twee centrale regelingen voor innovatie.

Een terugverdienpot om de toplaag van het mkb mee te stimuleren: de uitvinders, de start-ups, de internationale nichespelers. Bij succes vloeit hierin geld terug.

De zogeheten meebetaalpot is bedoeld om fundamenteel onderzoek en krachtige kerngebieden overeind te houden. Om van Europese budgetten gebruik te kunnen maken, moet Nederland confinancieren. Dit geld moet dan wel beschikbaar blijven. Hoewel verschillend bekeken, wordt onze zorg over het innovatiebeleid door de Tweede Kamer breed gedeeld.

Consument

De klant is koning zeggen ze. Maar in veel gevallen moet de Nederlandse consument blij zijn als hij gedoogd wordt door grote bedrijven. Bij veel producten en diensten zijn er slechts een paar aanbieders. Met als gevolg schimmige tarieven, moeilijk vergelijkbare prijzen en een hoge drempel om over te stappen.

Er zijn vele toezichthouders. Zoals de OPTA, de NMA en de Consumentenautoriteit. Maar deze scheidsrechters mogen niet fluiten of ze fluiten te laat. De OPTA kan niet ingrijpen bij het naar boven afronden op hele belminuten. En de NMA laat de Nederlandse huizenkoper een halfjaar in onzekerheid over de hoge marges bij hypotheekrentes.

Daarom wil D66 dat niet de markt maar de consument centraal komt te staan. Bundeling van toezicht is een mogelijkheid. Maar het kan ook anders. Daarom heeft D66 de minister opgeroepen om begin 2011 met een plan te komen om het toezicht te verbeteren.

De volledige spreektekst van Kees Verhoeven namens D66 is hier te lezen.