Sarajevo: Hulp bij armoede via televisieshow - Hoofdinhoud
Europarlementariërs gaan regelmatig op werkbezoek en komen dan op plaatsen in heel Europa. Marije Cornelissen heeft het dossier armoede in haar portefeuille en probeert tijdens elke reis ook steeds een lokale voedselbank te bezoeken. De komende weken publiceren we haar ervaringen in de serie Voedselbanken in Europa.
Ze geven voedselpakketten aan arme families, maar daarmee houdt de vergelijking tussen de Bosnische organisatie Onze realiteit en een traditionele voedselbank algauw op. Voedselhulp wordt door deze organisatie geboden via een televisieshow.
Het idee kwam zeven jaar geleden van een journaliste die al jaren stukken schreef over sociale problemen. Uit frustratie dat er niets leek te veranderen aan de armoede in haar land startte ze dit project.
De opzet is simpel. Buren of vrienden van een gezin in financiële moeilijkheden sturen een brief naar de show. Met een camera en een voedselpakket gaat de organisatie dan langs bij het gezin voor een eerste bezoek. In een paar vervolgbezoeken wordt gekeken wat het gezin allemaal nodig heeft om uit de armoede te komen; betere huisvesting, een baan, een opleiding voor henzelf of de kinderen, medische zorg. Daarvoor wordt dan geld ingezameld, ook via de televisieshow. Het programma wordt uitgezonden op allerlei lokale televisiestations in Bosnië en via de satelliet. Daardoor kunnen Bosniërs die in de Europese Unie, de Verenigde Staten of Australië wonen, de diaspora, het programma ook volgen. Dat is maar goed ook; meer dan de helft van de donaties komt van hen.
Vijf vrouwen
De hele organisatie van het programma Onze realiteit bestaat uit slechts vijf vrouwen. De initiatiefnemer, Drita Haziraj, is presentatrice van het programma. Zij bezoekt alle gezinnen met de cameravrouw en een voedselpakket onder haar arm. Twee anderen doen het vervolgonderzoek naar de noden van de gezinnen en benaderen bedrijven voor donaties om daar oplossingen voor te vinden, en dan is er nog een boekhoudster. Ze krijgen ondersteuning van een productiebedrijf dat kosteloos het programma monteert.
Donaties niet voor salarissen
De televisieshow ziet er professioneel uit, maar het kantoortje van waaruit alles georganiseerd wordt is een onooglijk klein hokje met een minimum aan voorzieningen. “Het grootste probleem dat we hebben is om geld te vinden voor onze organisatie zelf”, legt één van de vrouwen me uit. “Al het geld uit donaties van mensen en bedrijven gaat rechtstreeks naar de armen. We gebruiken daarvan niets voor onze eigen salarissen of het kantoor. Dat is ook nodig; goede doelen hebben in Bosnië de reputatie dat het grootste deel van het geld aan de strijkstok blijft hangen. Wij zorgen voor totale transparantie, zodat donateurs zeker weten dat al hun geld bij armen terecht komt.” Het geld voor de organisatie halen ze daarom uit de kleine bijdrage van de overheid.
Iedereen wordt geholpen
De kleine organisatie kan de aanwas van arme gezinnen maar net aan. Er komen ongeveer driehonderd brieven per jaar binnen, en met een enkele uitzondering worden al deze mensen geholpen. Selectiecriteria zijn er niet, in principe helpen ze iedereen. “Gezinnen bedoelen we in de meest brede zin van het woord. Het zijn arme gezinnen met kinderen, maar ook pensionarissen, alleenstaanden, verslaafden, fysiek gehandicapten en mensen met mentale problemen.” Die laatste categorie is redelijk groot.
Posttraumatisch stresssyndroom
In Bosnië heeft volgens recent onderzoek maar liefst tachtig procent van de bevolking in meer of mindere mate last van een posttraumatisch stresssyndroom ten gevolge van de oorlog in de jaren negentig. Sarajevo werd drie jaar lang belegerd en bestookt door scherpschutters en door mortieraanvallen. Meer dan tienduizend mensen kwamen daarbij om. Bekender nog is de genocide op achtduizend moslimmannen in Srebrenica, en ook in de rest van het land hebben deze afschuwelijke oorlogsmisdaden diepe sporen nagelaten. Naast de mentale problemen heeft de oorlog nog een effect op de armoede; er is een behoorlijk aantal mensen dat nooit zelfs maar de lagere school af heeft kunnen maken. Bosnië telt een groot aantal analfabeten zonder enige opleiding, met heel weinig kans op een toch al moeilijke arbeidsmarkt.
In eigen onderhoud voorzien
“Dat is onze realiteit in Bosnië”, vertellen de vrouwen me. “Ons programma probeert dat zichtbaar te maken, en zorgt dat we geld op kunnen halen voor deze mensen.” Ze werken niet alleen in Sarajevo maar ook elders in Bosnië, waarvandaan ze ook maar brieven krijgen. Na het eerste bezoek met een voedselpakket brengen ze vaker voedsel naar de mensen, als het voedsel is wat zij nodig hebben. Daarnaast wordt geprobeerd om mensen zo te helpen dat zij in hun eigen onderhoud kunnen gaan voorzien. Van de bedrijven die ze benaderen om te helpen vragen ze geld, maar ook arbeidsplaatsen. Zo heeft bijvoorbeeld het Bosnische telecombedrijf een blinde man in dienst voor het callcenter, en heeft het Bosnische spoorwegbedrijf inmiddels een aantal van de mensen uit de show in dienst als conducteurs.
Traditionele voedselbanken
Uiteraard is drie gezinnen per jaar een druppel op een gloeiende plaat in een land waar zeventig tot tachtig procent van de mensen op of onder de armoedegrens leeft. Het aantal mensen dat niet eens in basisbehoeften kan voorzien is gigantisch. Naast Onze realiteit zijn er ook een aantal traditionele voedselbanken en diverse gaarkeukens om deze mensen te helpen in Bosnië. Het mooie aan het programma is dat zij armoede zichtbaar maken voor degenen die het beter of veel beter hebben.
Schaamte
De zichtbaarheid kan echter ook een keerzijde hebben. Bij veel voedselbanken is schaamte een belangrijke factor. Foto’s maken met clienten erop is bijna altijd uit den boze, mensen willen niet herkenbaar zijn als voedselbankbezoeker. Je hele leven en armoede op televisie tonen lijkt dan het andere uiterste. Op mijn vraag aan de vrouwen van Onze realiteit of mensen het niet gênant vinden om zo zichtbaar hun armoede te laten zien krijg ik een dubbel antwoord. “Ja, mensen schamen zich vaak voor hun armoede, maar uiteindelijk wil iedereen wel meedoen aan het programma.” Ook met doorvragen krijg ik er niet de vinger achter hoe het precies zit. Ze willen alleen kwijt dat sommige kinderen en tieners niet op televisie willen omdat zij zich schamen.
Vergeten vraag
Vlak voor ik wegga krijg ik nog een antwoord op een vraag die ik helemaal vergeten ben te stellen. “We helpen iedereen; Bosniaks, Serviërs en Kroaten.”. Heel belangrijk in Bosnië, waar bijna alles langs etnische lijnen verdeeld is. Maar Onze realiteit trekt zich daar gelukkig niets van aan en gaat overal heen.
Voedselbanken in Europa weergeven op een grotere kaart