Brand Chemie-Pack Moerdijk - Hoofdinhoud
De Onderzoeksraad voor Veiligheid gaat onderzoek doen naar de enorme brand bij Chemie-pack van vandaag. Dat is volkomen terecht. Ik sluit niet uit dat er daarnaast nog aanvullend onderzoek moet komen.
Het is natuurlijk nog veel te vroeg om conclusies te trekken over de brand, dat zou louter speculeren zijn. Maar er is alle reden om deze enorme calamiteit tot op de bodem uit te zoeken. Met name het verdergaand compartimenteren van de opslag van gevaarlijke stoffen is een onderwerp waar de SP in het verleden al bij veel gelegenheden aandacht voor heeft gevraagd. Bedrijven vinden dat lastig omdat het de flexibiliteit van hun opslagvoorzieningen beperkt. Maar het is wel een elementaire vorm van veiligheid.
Vragen van het lid Jansen (SP) aan de staatssecretaris van milieu en de minister van BZK over de brand bij Chemie-Pack
1.
Wilt u de Onderzoeksraad voor Veiligheid verzoeken om de Kamer op zo kort mogelijke termijn inzicht te geven in de onderzoeksopzet van haar onderzoek naar de brand bij Chemie-Pack te Moerdijk, opdat een afweging gemaakt kan worden over eventueel aanvullend onderzoek voor aspecten die de Raad niet meeneemt?
2.
Kunt u een overzicht geven van toezicht en handhavingsactiviteiten bij Chemie-Pack door het Bevoegd Gezag en de rijksinspecties in de afgelopen vijf jaar?
Zijn er in het kader van het toezicht sancties opgelegd? Welke?
3.
Betreft het een BRZO bedrijf?
Zo ja, waren toezichtfrequentie en –aard in overeenstemming met de specifieke risico’s voor deze categorie bedrijven? Kunt u uw antwoord motiveren?
Zo nee, waarom heeft het bedrijf –in het licht van de opgetreden calamiteit- geen BRZO-status?
4.
Voldeed het bedrijf aan de eisen van opslag voor gevaarlijke stoffen zoals o.a. geregeld via PGS 15? (voorheen CPR)?
Zo ja, zijn de voorschriften van de PGS wel voldoende, nu blijkt dat het hele bedrijf en aanpalende bedrijven in korte tijd in vuur en vlam konden komen te staan?
Zo nee, welke sanctie staat er op het niet voldoen aan de PGS 15?
5.
Kunt u aangeven waarom vele uren na het uitbreken van de brand de hulpverlenende diensten op de rampenzenders nog niet konden zeggen welke gevaarlijke stoffen op het bedrijfsterrein aanwezig waren?
6.
Heeft het bedrijf zich gehouden aan de verplichting om dagelijks aan de bevoegde instanties te melden welke stoffen in welke hoeveelheden op het terrein aanwezig waren?
Zo ja, waarom kreeg de bevolking daarover geen informatie via de rampenzenders?
Zo nee, hoe kan dat in dit digitale tijdperk?
7.
Waren er op het bedrijf afdoende voorzieningen aanwezig voor bluswater opvang? Hebben deze naar behoren gefunctioneerd?