Privacy is zelfbeschikking - Hoofdinhoud
Vandaag verklaarde de Rechtbank Den Haag het beroep van Privacy First tegen de verplichte vingerafdruk bij de aanvraag van een paspoort niet ontvankelijk. Dat is jammer, want velen keken uit naar een inhoudelijk oordeel of de staat ons wel mag dwingen een vingerafdruk af te staan voor een databank die het Openbaar Ministerie kan raadplegen. Een weigering kost ons simpelweg ons paspoort, met alle beperkingen en ongemak van dien. De Paspoortwet is maar één instrument waarmee de overheid onze persoonsgegevens kan opeisen. Wat betekent deze overheidsbemoeienis eigenlijk in een tijd waarin we onze dagelijkse beslommeringen delen met duizenden onbekenden op Twitter en onze sociale relaties breed uitmeten op Facebook? Hebben we nog behoefte aan privacy, of kennen we die alleen uit de oude doos, toen onze ouders nog streden voor het recht om met rust gelaten te worden?
Gedurende de afgelopen 15 jaar lijkt onze bezorgdheid over privacy te zijn omgeslagen in onbekommerdheid. In datzelfde tempo is de inbreuk erop verder toegenomen.
Sindsdien heeft de overheid een scala aan bevoegdheden vergaard om persoonsgegevens op te eisen en uit te wisselen. Vooral de aanslagen van september 2001 hebben een onstilbare informatiehonger bij de regeringen teweeg gebracht. Daarom zijn onze telefoon- en internetgegevens en onze banktransacties opvraagbaar voor justitie. Zelf zijn we te traceren via onze mobiele telefoon. Als we willen vliegen, moeten we voor lief nemen dat de overheid ons lichaam scant en de luchtvaartmaatschappij onze persoonsgegevens overdraagt aan de autoriteiten van het land van bestemming. Om op tijd terroristen eruit te vissen, informeert de overheid zich preventief. Om de dader niet te missen, volgt ze iedereen. En zo zijn we geruisloos allemaal in het verdachtenbankje terecht gekomen. Schuldig tot het tegendeel is bewezen. De betreffende wetten hebben gemeen dat ze in het kader van terrorismebestrijding zijn ingevoerd. Is een bevoegdheid eenmaal verleend, dan speelt dat doel nauwelijks meer een rol. Overlast van hangjongeren is nu al genoeg om iemands identiteit te vorderen.
De film ‘Das Leben der Anderen’, over de afluisterpraktijken van de Stasi in de DDR, heeft veel Nederlanders het koude zweet doen uitbreken. Doodeng, als een overheid jou tot in je haarvaten controleert met het doel om je klein te krijgen. Niets meer voor jezelf kunnen houden, is een vorm van vrijheidsverlies. Ook Nederland is een surveillancesamenleving geworden. Het immense verschil is echter dat de staatscontrole juist de bewaking van onze vrijheid beoogt. Zonder veiligheid ben je immers niet vrij. De regering heeft het heus goed met ons voor. Maar dreigt juist dat opdringerige veiligheidsbeleid ons niet te verstikken? Waar beginnen veiligheid en vrijheid onbehaaglijk te schuren? Wij willen zelf die grens bepalen. De overheid moet haar bevoegdheden aanwenden om ons daartoe in staat te stellen. Dat vergt een ingrijpende koerswijziging.
Allereerst dient de overheid zelf uit de mist te treden. Laten zien wat ze weet van ons en wat ze daarmee doet. Ten tweede: de wettelijke bevoegdheid om onze gegevens op te slaan, moet zijn afgebakend naar een specifiek doel en met beperkte bewaartermijnen. Een dergelijk wet loopt na enkele jaren af, tenzij is gebleken dat het doel van de gegevensopslag is gehaald. Daarmee voorkomen we ineffectieve en toch opdringerige wetten eindeloos van kracht blijven. Ten derde dienen wij, als rechtgeaarde eigenaren, inzage te krijgen in de registratie door de overheid: zijn onze gegevens correct, aan wie zijn ze verstrekt? Wij willen de data kunnen corrigeren en bezwaar maken tegen opslag. Ten vierde dragen we de overheid op om de technologie niet eenzijdig te benutten om ons te volgen, maar vooral om ons te beschermen tegen ongewenst gebruik van onze gegevens. En tenslotte: draag bij aan het privacy bewustzijn van burgers. Wijs hen op de risico’s van het overdragen van persoonsgegevens aan bedrijven en overheden. Informeer hen uitgebreid over hun mogelijkheden de regie over hun privacy te krijgen. Ook dát is vrijheid. Vrijheid kan er dus uit bestaan dat je je intiemste details vrijwillig prijs geeft op digitale fora. En tegelijkertijd dat je afschermt met wie je belt of mailt. Het recht op privacy is het recht op zelfbeschikking.