Atsma belooft: asbestinventarisatie alle scholen per 1-7-2012 rond - Hoofdinhoud
Uit het stenogram van het spoedebat asbest op scholen d.d. 16 februari:
De heer Paulus Jansen (SP):De SP-fractie wil van de staatssecretaris de toezegging dat op 1 juli 2012 op alle scholen waar nog geen asbestinventarisatie is gemaakt — dat zijn er naar schatting 3000 — vrijwillig of met zachte of harde dwang van de staatssecretaris alsnog die inventarisatie is gemaakt. 1 juli 2012 is naar onze mening een realistische datum. Kan de staatssecretaris dit toezeggen?
Staatssecretaris Atsma:De heer Jansen stelt dat op 1 juli 2012 landelijk gezien de inventarisatie van de vraag of er asbest in een school aanwezig is, rond moet zijn. Dat is een andere vraag dan de vraag hoe wij het wellicht aanwezige asbest gaan verwijderen. Ik denk dat het niet te veel gevraagd is, kijkend naar 2008 en 2012, dat die inventarisatie er dan ook voor alle scholen is. Deze vraag wordt door ons bij de PO-Raad, de VO-raad en de gemeenten neergelegd. De Kamer moet ook zo reëel zijn om te erkennen dat wij de taken op die manier hebben verdeeld. Ik wil best nog een keer bij de betrokkenen onder de aandacht brengen dat de Kamer vindt dat er duidelijkheid moet worden gecreëerd. 1 juli volgend jaar lijkt mij een realistische termijn.
De heer Paulus Jansen (SP):Dank daarvoor. Ik heb echter gezegd: vrijwillig of verplicht, met zachte of harde dwang. Op dit moment heeft 75% van de scholen deze inventarisatie nog niet gemaakt. De schoolbesturen hebben daar klaarblijkelijk geen zin in. Wat gaat de staatssecretaris doen om ervoor te zorgen dat de scholen die weigerachtig zijn op 1 juli 2012 aan de verplichting voldaan hebben?
Staatssecretaris Atsma:Je moet het wel in alle redelijkheid kunnen vaststellen en dat zeg ik niet om schoolbesturen of scholen te verdedigen. Laten wij daar ook helder over zijn. Ik heb al gezegd dat het voorkomen van asbest niet betekent dat er altijd sprake is van een risicovolle situatie. Je moet wel in redelijkheid kunnen vaststellen dat er sprake is van asbest in gebouwen; dat geldt niet alleen voor scholen, maar ook voor tal van andere instellingen. De redelijkheidsvraag is: wat kunnen schoolbesturen, inspecteurs, aannemers, of wie het dan ook zijn, vaststellen? Over deze vraag moet je in alle redelijkheid met elkaar willen discussiëren. Ik ben het met de heer Jansen eens dat de ambitie helder is. Deze vraag kun je rustig bij de VO-raad, PO-Raad en de gemeenten op tafel leggen. De heer Çelik zegt “keihard”, de heer Jansen zegt “met dwang”. Als de Kamer zo uitdrukkelijk aangeeft dat deze termijn eraan verbonden wordt, weet iedereen waar hij aan toe is. Dat laat onverlet, dat het een verantwoordelijkheid is van de schoolbesturen.
De heer Paulus Jansen (SP):Volgens de staatssecretaris is het niet altijd even gemakkelijk om vast te stellen of er asbest aanwezig is. Daar hebben wij genormaliseerde methoden voor; er zijn manieren voor om die inventarisatie uit te voeren. Daar horen bedrijven zich aan te houden. Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris van Milieu daarvoor staat. Van de scholen die wel een asbestinventarisatie hebben gedaan, bleek 25% een acuut risico te lopen. Dat weet de staatssecretaris toch ook? Van de 3000 scholen zonder inventarisatie zullen er straks waarschijnlijk 750 blijken te zijn met een acuut risico. Dan kan het Rijk de zaak toch niet op zijn beloop laten of vrijblijvend aanpakken?
Staatssecretaris Atsma:Ik betwijfel dat in 50% van de gevallen sprake is van een direct of een acuut risico. Het risico is namelijk een-op-een gekoppeld aan een blootstelling aan asbest. Als er sprake is van blootstelling aan asbest, moet je onmiddellijk in actie komen. Dat kun je als verantwoordelijk schoolbestuur of gemeentebestuur niet accepteren. Je moet dan dus in actie komen. Dat is precies het verschil: spreken wij over een risico of spreken wij over iets wat op zich geïsoleerd is en daardoor geen direct risico vormt? Die vraag moet je ook beantwoorden. Ik vraag mij af of er sprake is van 50% acuut risico, zoals de heer Jansen zegt. Ik heb dat ook op de site van de PO-Raad gelezen, maar ik weet niet of dat klopt. Ik ben het wel met hem eens dat je alles op alles moet zetten om de inventarisatie medio volgend jaar gereed te hebben.