Bezoek uit Rawagedeh - Hoofdinhoud
Staand van links van rechts, Rudy Arifin (vertegenwoordiger K.U.K.B. in Java), Jeffry Pondaag , de onvermoeibare organisator van het K.U.K.B., Harry van Bommel; Sukarman van de Stichting Rawagedeh. Zittend v.l.n.r.: Kadun, (zoon van ontvoerde heer Siot), Wanti Binti Sariman (weduwe), Mustar Warjo (ooggetuige van de moordpartij), Tasmin (zoon van Sa’ih, de laatste overlever) en Seri Mulyanningsih (begeleidster van Wanti).
Gisteren ontving ik hoog bezoek uit Rawagedeh, het plaatsje in Java in 1947 het Nederlandse leger een massamoord pleegde op 431 mannelijke dorpsbewoners. Twee jaar geleden ontmoette ik in Indonesië een delegatie uit het dorp toen ik met de Kamer in Jakarta was. Vorig jaar was de enige overlevende van de moordpartij de heer Sa’ih op bezoek in de Kamer, hij was toen 86 jaar. Afgelopen winter is hij overleden. Deze week diende er een rechtszaak bij de Rechtbank van Den Haag, waar mensenrechtenadvocate Liesbeth Zegveld een schadevergoeding eist voor de weduwen van de slachtoffers van toen. Voor die zaak was de delegatie naar Nederland gekomen en ze bezochten ook de Kamer. De regering heeft de afgelopen jaren kleine toegevingen gedaan. Een belofte voor een gemeenschapshuis, maar daarvan is niets terecht gekomen. Daar zal ik samen met andere Kamerleden werk van maken. Ook liggen er nog onbeantwoorde Kamervragen over het onbekende lot van een zevental mannen en jongens die op die beruchte dag zijn ontvoerd. De rechter doet in september uitspraak.