Een bank voor de wereld

Met dank overgenomen van J.G.Ch.A. (Jan) Marijnissen i, gepubliceerd op dinsdag 22 mei 2007.

Hieronder de column die Harry van Bommel voor de site nieuwnieuws.nl schreef.

Vorige keer schreef ik over vriendjespolitiek in Nederland, maar politici die elkaar leuke en goedbetaalde baantjes toeschuiven, heb je natuurlijk overal. Onlangs struikelde Wereldbankpresident Paul Wolfowitz over de promotie en de salarisverhoging die hij zijn vriendin Shaha Riza had gegeven. Wolfowitz’ presidentschap was zelf trouwens ook het product van ordinaire vriendjespolitiek. Als onderminister van defensie in de VS was hij de architect van de smerige oorlog die de Amerikaanse president Bush nu al vier jaar in Irak aan het voeren is. Ik ben blij dat Wolfowitz voorgoed van het politieke toneel is verdwenen. Toch zijn de structurele, achterliggende problemen hiermee niet opgelost en dat moet wel gebeuren.

Hét grote probleem bij de Wereldbank is het feit dat de Amerikanen er teveel macht hebben. De Wereldbank is er vooral om arme landen te helpen in hun ontwikkeling maar door de macht van de Amerikanen moet die ontwikkeling altijd naar Amerikaans model zijn. Dat leidt in nogal wat gevallen tot een schandalige neokoloniale bemoeienis met arme landen. Overheden in Afrika worden gedwongen hun markten te openen en aangezet hun overheidsbedrijven te privatiseren. Verwerpelijk is ook de poging om de Amerikaanse neoconservatieve agenda in die landen door te voeren. Het liefst zou Bush via de Wereldbankprogramma’s vrouwenrechten inperken, voorbehoedsmiddelen moeilijker verkrijgbaar en abortus onmogelijk maken. Nu al onttrekt hij de Amerikaanse bijdrage aan gezondheidsprojecten voor bijvoorbeeld HIV/Aids indien deze projecten ook aan zwangerschapsafbreking doen. Het feit dat de Amerikanen nog steeds een vetorecht hebben in de Wereldbank en dat de president per definitie een Amerikaan moet zijn, toont ook ruimschoots aan dat dit instituut een instrument is voor Amerikaans imperialisme. Bah!

Als het beleid van de Wereldbank niet ingrijpend verandert, dan moet Nederland serieus overwegen er maar helemaal mee te stoppen. De eis dat de president per sé een Amerikaan moet zijn is onzinnig. Laat het iemand zijn met de juiste economische achtergrond en kennis van de derde wereld. Schaf verder het vetorecht van Amerika af en dring de invloed van de neoconservatieve terug. Alleen op die manier krijgen we een Wereldbank die er voor de hele wereld is. Mocht dat allemaal niet lukken, dan kan Nederland, wellicht gevolgd door andere Europese landen, beter rechtstreeks arme landen helpen in hun ontwikkeling. Dan zijn we in ieder geval niet meer medeplichtig aan beleid waar ieder verantwoordelijk mens zich de ogen voor uit de kop zou moeten schamen.