Het mysterie van de honingbij

Met dank overgenomen van J.G.Ch.A. (Jan) Marijnissen i, gepubliceerd op zondag 4 maart 2007.

Honeybee

Amerika is in rep en roer. Of beter gezegd, enkele mensen met verstand van honingbijen. Afgelopen winter zijn er miljoenen bijen op mysterieuze wijze verdwenen, in meer dan 20 staten. En bijenhouders hebben geen idee waar ze zijn gebleven. Bijenkorven worden vol met honing en larven achtergelaten, maar de bewoners - of hun overblijfselen - zijn niet te vinden.

En dat is ernstig. Niet omdat er straks te weinig honing is, maar omdat de bijen zorgen voor het bestuiven van een groot gedeelte van de landbouwgewassen in Amerika. Maar liefst één derde van het dagelijkse Amerikaanse eten (tevens het gezondste gedeelte) is direct of indirect het resultaat van bijenbestuiving.

Ondanks de menselijke kennis is er nog geen alternatief voor deze ijverige insecten.

We count our pigs, our cows and our chickens (even before they hatch). The Agriculture Department, amid concerns about infectious disease and agro-terrorism, has even proposed establishing a national animal identification system, under which it could trace the origin of any animal in the food chain within 48 hours.

Yet honeybees, which contribute to our food chain in many more ways than any other animal species (and whose pollination makes available the alfalfa and clover processed into hay to feed beef and dairy cattle), are disappearing without a trace at a rate we can’t even measure accurately. Such obliviousness with respect to a precious resource in crisis might play well in a bad science fiction movie, but it’s truly alarming to see it in real life.

Lees het hele artikel in de NewYork Times.