Logisch lullen - Hoofdinhoud
In elke café in het Brabantse Hilvarenbeek kun je ze horen: mannen die vol overtuiging een verhaal vertellen, dat feitelijk nergens op slaat. Dit is in dit dorp een lange traditie, die teruggaat tot de zestiende eeuw. Tot Johannes Goropius Becanus (1519-1572), geboren in het buurtschap Gorp, net buiten Hilvarenbeek. Becanus werkte als arts in Antwerpen en was lijfarts aan het Spaanse hof. Daarnaast hield hij zich bezig met de filosofie van de taal.
Van het bestuur van Antwerpen kreeg Becanus de opdracht een geschiedenis te schrijven van de stad. Antwerpen was in de zestiende eeuw een welvarende havenstad en een knooppunt van Europese handel. Elke zichzelf respecterende stad had in die tijd een stadsgeschiedenis, waarin de grandeur van de stad werd beschreven. Dat deed Becanus echter niet. In plaats van een lofrede op de stad Antwerpen schreef hij een boek over de oorsprong van het Antwerps. In Origines Antwerpianae (1569) vergelijkt Becanus het Antwerps met het klassieke Latijn, Grieks en Hebreeuws. En concludeert hij dat het Antwerps het meeste lijkt op de oertaal die gesproken werd in het paradijs en waaruit alle andere talen zouden zijn voortgekomen.
Becanus kwam niet zomaar tot deze opmerkelijke conclusie. Hij maakte een nauwkeurige vergelijking van de herkomst van woorden, waarbij hij zich echter verloor in onzinnige speculaties. Zo zou ‘wijs’ afkomstig zijn van ‘wy-sie’, ‘wie wijd ziet’. ‘Appel’ zou komen van ‘ap-fel’, of wreed happen, een verwijzing naar Eva die at van de verboden vrucht. ‘Eva’ zou komen van ‘eeuw-vat’, de moeder als eeuwig vat. Degene die dit vat bevruchtte was natuurlijk de ‘vat-er’ (‘vader’).
De bestuurders van Antwerpen zullen flink in hun maag hebben gezeten met deze Beekse geleerde, maar het boek werd toch uitgegeven. Sindsdien werd ‘goropiseren’ een veelgebruikte term voor het bedenken van op het eerste gezicht logische, maar bij nader inzien absurde redeneringen. Tegenwoordig kom je deze term in de wetenschap niet zo veel meer tegen. Maar dat wil niet zeggen dat het logisch lullen is verdwenen. Fiets deze zomer maar eens naar Hilvarenbeek en ga zitten op één van de vele terrasjes rond de Vrijthof. Dan zult u het vanzelf merken.
Deze column verscheen eerder in De Hilverbode van 21 juli 2011